6
Druk op de knop OK.
Het bevestigingsscherm (voor het opslaan) verschijnt.
7
Selecteer [Opslaan als] met de
vierwegbesturing (23) en druk op
de knop OK.
De uitgerekte opname wordt opgeslagen.
De resolutie van de opname wordt I
voor een opname die met E is gemaakt,
L voor een opname die met 6 is
gemaakt, O voor een opname die met
f is gemaakt en Q voor een opname
die met een lagere resolutie is gemaakt.
Opnamen zodanig verwerken dat een gezicht
kleiner lijkt (Klein-gezichtfilter)
In opnamen wordt de grootte gereduceerd van de gezichten die tijdens
het opnemen zijn gedetecteerd met Gezichtsdetectie (p.115), zodat
deze kleiner lijken.
1
Kies in de afspeelstand met de vierwegbesturing (45)
de opname die u wilt bewerken.
2
Selecteer N (Klein-gezichtfilter) in het weergavepalet
met de vierwegbesturing (2345).
3
Druk op de knop 4.
Op gezichten die kunnen worden bewerkt wordt een
gezichtsdetectiekader weergegeven.
Ga verder met stap 6 als er slechts één gezichtsdetectiekader is.
4
Selecteer met de vierwegbesturing
(2345) een gezicht dat u wilt
bewerken.
Een groen kader geeft het gezicht aan dat
moet worden bewerkt.
100-0018
100-0018
1/
1/
1000 F8.5
1000
F8.5
800
800
OK
OK
4
155