1
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Autom. lichtmet.] te
selecteren in het menu
[A Opnemen 1] en druk
vervolgens op de
vierwegbesturing (5).
Er verschijnt een afrolmenu.
2
Selecteer de gewenste manier van meten met de
vierwegbesturing (45) en druk op de knop OK.
De instelling wordt opgeslagen.
• Als de opnamestand is ingesteld op B (Autom. opname),
! (Scène) of C (Video), is de manier van meten vast ingesteld op L.
• De manier van meten kan ook worden gewijzigd via het
bedieningspaneel.
De bestandsindeling van opnamen instellen
U kunt de beeldverhouding, bestandsindeling, resolutie en kwaliteit van
uw foto's instellen.
1
Gebruik de vierwegbesturing (23) om
[Opname-instell.] te selecteren in het menu
[A Opnemen 1] en druk vervolgens op de
vierwegbesturing (5).
Het scherm [Opname-instell.] verschijnt.
2
Gebruik de vierwegbesturing
(23) om [Verhoudingen],
[Bestandsindeling], [JPEG-opgen.
pix.] of [JPEG-kwaliteit] te
selecteren en druk vervolgens op
de vierwegbesturing (5).
Zie p.106 - p.108 voor meer informatie over de instellingen.
Aangepaste opn.
Aangepaste opn.
Opname-instell.
Opname-instell.
Witbalans
Witbalans
AF-instelling
AF-instelling
Autom. lichtmet.
Autom. lichtmet.
ND-filter
ND-filter
Stop
Stop
Opname-instell.
Opname-instell.
Verhoudingen
Verhoudingen
Bestandsindeling
Bestandsindeling
JPEG-opgen. pix.
JPEG-opgen. pix.
JPEG-kwaliteit
JPEG-kwaliteit
OK
OK
2
105