10 Indien u een geluidskaart hebt verwijderd:
Open system setup (zie "System Setup" op pagina 126), ga naar Onboard Devices
a
(ingebouwde apparatuur) en selecteer Integrated Audio en zet de instellingen op On (Aan).
Sluit externe audioapparaten aan op de audioconnectoren op het achterpaneel van de computer.
b
Zie "Connectors op het achterpaneel" op pagina 16.
11 Indien u een ingebouwde netwerkconnector hebt verwijderd:
Open system setup (zie "System Setup" op pagina 126), ga naar Onboard Devices
a
(ingebouwde apparatuur) en selecteer Integrated NIC en zet de instellingen op On (Aan).
Sluit de netwerkkabel aan op de geïntegreerde connector op het achterpaneel van de computer.
b
Zie "Connectors op het achterpaneel" op pagina 16.
Stationspaneel
LET OP:
Voordat u begint met de procedures in dit gedeelte, moet u de veiligheidsinstructies
in de Productinformatiegids raadplegen.
LET OP:
Om u te beschermen tegen elektrische schokken, dient u voordat u de computerbehuizing
verwijdert altijd eerst de stekker uit het stopcontact te halen.
Stationpaneel verwijderen
1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 71.
2 Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing verwijderen" op pagina 73).
92
Onderdelen verwijderen en installeren