5
FlexBay-station
6
microfoonconnector
7
hoofdtelefoonconnector
8
controlelampjes (4)
9
lampje van vaste schijf
10
aan/uit-knop,
aan/uit-lampje
11
USB 2.0-connectors (2)
12
ventilatieopeningen
14
Uw computer installeren en gebruiken
Kan optioneel een diskettestation of mediakaartlezer bevatten.
Zie "Een mediakaartlezer gebruiken (optioneel)" op pagina 25.
voor meer informatie over het gebruik van de mediakaartlezer.
Gebruik de microfoonconnector om een computermicrofoon
op uw computer aan te sluiten voor spraak of muziek in een
geluids- of telefonie programma. Op computers met een
geluidskaart bevindt deze connector zich op de kaart.
Gebruik de hoofdtelefoonconnector om hoofdtelefoons
en de meeste typen speakers aan te sluiten.
Gebruik de lampjes om een computerprobleem op te lossen
op basis van de diagnostische code. Zie "Controlelampjes"
op pagina 57 voor meer informatie.
Het lampje van de vaste schijf brandt wanneer de computer
gegevens leest van of schrijft naar de vaste schijf. Het lampje
brandt soms ook wanneer een apparaat als een cd-speler is
ingeschakeld.
Druk op de aan-/uit-knop om de computer in te schakelen.
Het lampje in het midden van de knop geeft aan of de
computer is ingeschakeld. Voor meer informatie zie
"Schakelaars en lampjes" op pagina 124.
KENNISGEVING:
Gebruik de aan/uit-knop niet om de
computer uit te schakelen, anders kunnen er gegevens
verloren gaan. Schakel in plaats hiervan het besturings-
systeem uit.
Gebruik de voorste USB-connectoren voor apparaten die u af
en toe aansluit, zoals joysticks of camera's, of voor opstartbare
USB-apparaten (zie "System Setup-opties" op pagina 127 voor
meer informatie over het opstarten vanaf een USB-apparaat).
Het is raadzaam om de USB-connectors aan de achterzijde
te gebruiken voor apparaten die normaal gesproken altijd
aangesloten zijn, zoals printers en toetsenborden.
Controleer of de ventilatieopeningen niet zijn geblokkeerd
om zeker te zijn van voldoende koeling.
KENNISGEVING:
Zorg dat er tussen de ventilatie-
openingen en objecten in de buurt ervan een ruimte
zit van minimaal twee inches.
KENNISGEVING:
Zorg dat de ruimte om de lucht-
openingen schoon en stofvrij is zodat dat de computer
voldoende geventileerd wordt. Gebruik slechts een droge
doek om de ruimte rondom de ventilatieopening te reinigen;
zo voorkomt u waterschade aan de computer.