Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Werken binnenin de computer..................6 Veiligheidsinstructies................................6 Voordat u aan de onderdelen in de computer gaat werken..................6 Veiligheidsmaatregelen..............................7 Bescherming tegen elektrostatische ontlading (electrostatic discharge, ESD)............7 ESD-buitendienstkit.................................8 Gevoelige componenten transporteren........................9 Nadat u aan de computer heeft gewerkt........................9 BitLocker...................................9 Hoofdstuk 2: Onderdelen verwijderen en plaatsen................
Pagina 4
De PERC-module aan de voorzijde verwijderen......................38 De PERC-module aan de voorzijde plaatsen......................39 Backplane van de harde schijf............................41 De backplane van de harde schijf verwijderen......................41 De backplane van de harde schijf installeren......................42 Linker bedieningspaneel..............................44 Het linker bedieningspaneel verwijderen........................44 Het linker bedieningspaneel installeren........................44 Rechter bedieningspaneel..............................
Pagina 5
De PerformanceAssist Pre-Boot System prestatiecontrole uitvoeren..............97 Ingebouwde zelftest van de voedingseenheid.........................97 Diagnostische lampjes systeem............................97 Het besturingssysteem herstellen............................ 101 De Real Time Clock (RTC) opnieuw instellen.........................102 Back-upmedia en herstelopties............................102 Hoofdstuk 6: Hulp verkrijgen en contact opnemen met Dell............. 103 Inhoudsopgave...
U mag alleen probleemoplossing en reparaties laten uitvoeren door technische supportteams die door Dell erkend of geïnstrueerd worden. Schade als gevolg van onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt niet onder de garantie. Zie de veiligheidsinstructies die bij het product worden geleverd of kijk op www.dell.com/regulatory_compliance.
Stand-bystand Dell producten met stand-bystand moeten worden losgekoppeld voordat u de behuizing opent. Systemen die zijn uitgerust met de stand- bystand worden in wezen gevoed wanneer deze uit staan. Door de interne voeding kan het systeem op afstand worden ingeschakeld (Wake on LAN) en onderbroken in een slaapstand en heeft andere geavanceerde functies voor energiebeheer.
● Onregelmatig – Onregelmatige storingen vertegenwoordigen ongeveer 80 procent van de aan ESD gerelateerde storingen. De hoge frequentie van onregelmatige fouten betekent dat wanneer schade plaatsvindt, dit meestal niet onmiddellijk wordt herkend. De DIMM ontvangt een statische schok, maar hierdoor wordt de tracing alleen verzwakt en worden geen onmiddellijk externe symptomen van de schade veroorzaakt.
● Gevoelige componenten transporteren: Bij het transport van ESD-gevoelige componenten, zoals vervangende onderdelen of onderdelen die moeten worden teruggestuurd naar Dell, is het van kritiek belang om deze onderdelen in antistatische tassen te plaatsen voor veilig transport. Samenvatting ESD-bescherming Het wordt aangeraden de traditionele bekabelde ESD-aardingspolsband en beschermende antistatische mat te gebruiken bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan Dell producten.
Onderdelen verwijderen en plaatsen OPMERKING: De afbeeldingen in dit document kunnen verschillen van uw computer; dit is afhankelijk van de configuratie die u hebt besteld. Aanbevolen hulpmiddelen Bij de procedures in dit document heeft u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig: ●...
Pagina 11
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de bovenplaat van het systeem aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Onderdelen verwijderen en plaatsen...
1. Gebruik een platte schroevendraaier van 0,5 cm of een kruiskopschroevendraaier (#2) om het slot tegen de klok in te draaien in de ontgrendelingspositie. 2. Til de ontgrendeling omhoog totdat de bovenplaat van het systeem terugschuift. 3. Til de bovenplaat van het systeem uit de computer. De kap van het systeem plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
1. Lijn de lipjes op de systeemkap uit met de geleideslots op de computer en schuif de systeemkap. 2. Sluit de ontgrendeling van de systeemkap. 3. Gebruik een platte schroevendraaier van 0,5 cm of een kruiskopschroevendraaier (#2) om het slot met de klok mee te draaien in de vergrendelingspositie.
1. Til de blauwe ontgrendelingshendels omhoog om de behuizing van de koelventilator uit de computer te ontgrendelen. 2. Houd de ontgrendelingshendels vast en til de behuizing van de koelventilator weg van de computer. De koelventilator plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. De volgende afbeelding geeft de locatie van de koelventilator aan de achterzijde aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
Pagina 16
1. Houd de blauwe ontgrendelingshendels van de behuizing van de koelventilatoren vast en lijn de geleiderrails uit met de geleiders op de computer. 2. Laat de koelventilatoreenheid in het slot op de computer zakken totdat deze stevig vastzit. 3. Laat de blauwe ontgrendelingshendels zakken en druk hierop om de koelventilatoreenheid in de computer te vergrendelen. 1.
Koelventilatoren De koelventilator verwijderen WAARSCHUWING: De koelventilatoren kunnen worden vervangen terwijl het systeem actief is (hot-swappable). Vervang één koelventilator tegelijk zodat het systeem voldoende koeling krijgt. 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de bovenplaat van het systeem.
Lijn de koelventilator uit en laat deze in de koelventilatoreenheid zakken totdat de ventilator op zijn plaats klikt. 1. Installeer de bovenplaats van het systeem. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Harde schijf-eenheid Een lege schijf verwijderen 1.
Druk op de ontgrendelknop en schuif de lege kaart uit het schijfslot. Een lege schijf plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. De volgende afbeeldingen geven de locatie van een lege schijf aan en bieden een visuele weergave van de installatieprocedure. Onderdelen verwijderen en plaatsen...
Schuif de lege schijf in het schijfslot totdat de ontgrendelingsknop vastklikt. 1. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Een schijfhouder verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. De volgende afbeeldingen geven de locatie van de schijfhouder aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Onderdelen verwijderen en plaatsen...
1. Druk op de ontgrendelknop om de ontgrendelingshendel van de schijfhouder te openen. 2. Houd de ontgrendelingshendel van de schijfhouder vast en schuif deze uit het schijfslot. Een schijfhouder plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. De volgende afbeeldingen geven de locatie van een schijfhouder aan en bieden een visuele weergave van de installatieprocedure.
1. Plaats de schijfhouder in het schijfslot totdat de schijf de backplane raakt. 2. Sluit de hendel van de schijfhouder om de harde schijf te vergrendelen. 1. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. De harde schijf uit de schijfhouder verwijderen 1.
1. Verwijder de vier schroeven uit de schuifrails op de schijfhouder. OPMERKING: Als de schijfhouder een Torx-schroef heeft, gebruikt u de Torx 6- (voor een 2,5-inch schijf) of Torx 8- (voor een 3,5-inch schijf) schroevendraaier om de schijf te verwijderen. 2.
1. Plaats de harde schijf in de schijfhouder met de schijfconnector naar de achterkant van de houder gericht. 2. Lijn de schroefgaten op de harde schijf uit met de schroefgaten op de schijfhouder. 3. Plaats de vier schroeven terug waarmee de harde schijf aan de schijfhouder wordt bevestigd. OPMERKING: Als de schijfhouder een Torx-schroef heeft, gebruikt u de Torx 6- (voor een 2,5-inch schijf) of Torx 8- (voor een 3,5-inch schijf) schroevendraaier om de schijf te plaatsen.
1. Druk op de puntjes op de luchtkap. 2. Trek de luchtkap omhoog en uit de computer. De luchtkap plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. De volgende afbeelding geeft de locatie van het luchtschild aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. Onderdelen verwijderen en plaatsen...
Pagina 26
1. Lijn de lipjes van de luchtkap uit met de slots in de computer. OPMERKING: Zorg ervoor dat de lipjes van de luchtkap zich onder het oppervlak van de ventilatoreenheid van de koelkooi bevinden. 2. Druk op het luchtschild totdat de lipjes op hun plaats klikken. 1.
Processors en warmteafleiders De processor en koelplaatmodule verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. GEVAAR: Tijdens de normale werking kan de koelplaat heet worden. Laat de koelplaat voldoende lang afkoelen voordat u deze aanraakt. WAARSCHUWING: Om te zorgen dat de processor maximaal wordt gekoeld, raakt u de gebieden voor warmteoverdracht op de koelplaat niet aan.
1. Draai met een Torx T30-schroevendraaier de vier geborgde schroeven waarmee de processor en de koelplaatmodule op de systeemkaart zijn bevestigd in de juiste volgorde (4->3->2->1) los. 2. Til de processor en de koelplaatmodule weg van de systeemkaart. De processor uit de koelplaatmodule van de processor verwijderen De volgende afbeeldingen geven de locatie van de processor aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Pagina 29
1. Plaats de koelplaat met de processor naar boven gericht. 2. Til met uw duim de breakhendel van het thermische interfacemateriaal (TIM) op om de processor uit de TIM en de borgclip te verwijderen. 3. Houd de processor vast aan de randen en til de processor weg van de borgclip. OPMERKING: Zorg ervoor dat u de borgclip aan de koelplaat houdt terwijl u de TIM-breakhendel optilt.
4. Gebruik uw duim en wijsvinger om eerst het ontgrendelingslipje van de klem bij de connector van pin 1 vast te houden, trek de punt van het ontgrendelingslipje van de borgclip naar buiten en til de borgclip gedeeltelijk uit de koelplaat. 5.
Pagina 31
1. Plaats de processor in het processorvak. OPMERKING: Zorg ervoor dat de indicator van pin 1 van het CPU-vak is uitgelijnd met de indicator van pin 1 op de processor. Onderdelen verwijderen en plaatsen...
2. Plaats de borgclip bovenop de processor in het processorvak en lijn indicator van pin 1 uit op de processor. OPMERKING: Zorg ervoor dat de indicator van pin 1 op de borgclip is uitgelijnd met de indicator van pin 1 op de processor voordat u de borgclip op de processor plaatst.
1. Lijn de indicator van pin 1 van de koelplaat uit met de systeemkaart en plaats vervolgens de processor en koelplaatmodule op de processorhouder. OPMERKING: Druk niet op de vinnen van de koelplaat om schade hieraan te voorkomen. OPMERKING: Zorg ervoor dat de processor en de koelplaat parallel worden gehouden aan de systeemkaart om beschadiging van de componenten te voorkomen.
2. Verwijder de knoopcelbatterij uit de computer. De knoopcelbatterij plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. De volgende afbeelding geeft de locatie van de knoopcelbatterij aan en biedt een visuele weergave van de plaatsingsprocedure. 1.
1. Schuif de achterplaat van de backplane in de richting van de pijlen die op de achterplaat van de backplane zijn gemarkeerd. 2. Til de achterplaat van de backplane uit de computer. De achterplaat van de backplane plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. De volgende afbeeldingen geven de locatie van de achterplaat van de backplane aan en bieden een visuele weergave van de installatieprocedure.
Pagina 37
1. Lijn de achterplaat van de backplane uit met de geleideslots op de computer. 2. Schuif de achterplaat van de backplane naar de voorkant van het systeem totdat deze op zijn plaats past. 1. Installeer de bovenplaats van het systeem. 2.
Voorzijde PowerEdge RAID-controllermodule (PERC) De PERC-module aan de voorzijde verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de bovenplaat van het systeem. 3. Verwijder de achterplaat van de backplane. De volgende afbeeldingen geven de locatie van de PERC-module aan de voorzijde aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
1. Druk op de vergrendeling en koppel de kabel los van de connector op de PERC-module aan de voorzijde. 2. Draai de twee geborgde schroeven los om de PERC-module aan de voorzijde los te maken van het computerchassis. 3. Til de PERC-module aan de voorzijde onder een hoek op. 4.
Pagina 40
De volgende afbeeldingen geven de locatie van de optionele PERC-module aan de voorzijde aan en bieden een visuele weergave van de installatieprocedure. 1. Lijn de PERC-module aan de voorzijde uit en plaats deze in de slots op de computer. 2. Draai de twee geborgde schroeven vast waarmee de PERC-module aan de voorzijde aan het computerchassis wordt bevestigd. 3.
Backplane van de harde schijf De backplane van de harde schijf verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de bovenplaat van het systeem. 3. Verwijder de achterplaat van de backplane. 4. Verwijder de PERC-module aan de voorzijde.
1. Koppel de kabel van de backplane los van de connector op de backplane van de harde schijf. 2. Druk op de ontgrendelingslipjes om de backplane van de harde schijf los te maken van de haakjes op het systeem. 3. Til de backplane van de harde schijf op en verwijder deze uit de computer. De backplane van de harde schijf installeren Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Pagina 43
1. Lijn de slots op de backplane van de harde schijf uit met de geleiders op de computer. 2. Schuif de backplane van de harde schijf in de geleiders en laat deze zakken totdat het blauwe ontgrendelingslipje op zijn plaats klikt. 3.
Linker bedieningspaneel Het linker bedieningspaneel verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de bovenplaat van het systeem. 3. Verwijder de koelventilator. 4. Verwijder het luchtschild. De volgende afbeeldingen geven de locatie van het linker bedieningspaneel aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
1. Lijn het linker bedieningspaneel uit en schuif deze in het slot op de computer. 2. Leid de kabel van het linker bedieningspaneel door de zijplaat van de computer. 3. Lijn het kabelafdekplaatje van het linker bedieningspaneel uit en schuif deze in het slot op het systeem. OPMERKING: Breng de kabel op de juiste manier opnieuw aan om te voorkomen dat de kabel beschadigd of gedraaid raakt.
De volgende afbeeldingen geven de locatie van het rechter bedieningspaneel aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. 1. Koppel de kabel van het rechter bedieningspaneel en de VGA-kabel los van de connectors op de systeemkaart. 2. Verwijder de acht schroeven waarmee het rechter bedieningspaneel aan de computer is bevestigd. 3.
Pagina 47
De volgende afbeeldingen geven de locatie van het rechter bedieningspaneel aan en bieden een visuele weergave van de installatieprocedure. 1. Lijn het rechter bedieningspaneel uit en schuif deze in het slot op de computer. 2. Leid de kabel van het rechter bedieningspaneel door de zijplaat van de computer. 3.
3. Installeer de bovenplaats van het systeem. 4. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Linker muurbeugel De linker muurbeugel verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de bovenplaat van het systeem.
1. Lijn de geleiderslots op de beugel van de zijplaat uit met de geleiders op de computer en schuif totdat de kap stevig vastzit. 2. Sluit de kabelhouder aan de zijkant totdat de houder vastklikt. 1. Plaats het linker bedieningspaneel. 2.
1. Druk op de blauwe lipjes om de kabelhouder aan de zijkant los te maken. 2. Druk op het middelste lipje om de beugel los te maken van het chassis en til deze weg van de computer. De rechter muurbeugel plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
1. Lijn de geleiderslots op de beugel van de zijplaat uit met de geleiders op de computer en schuif totdat de kap stevig vastzit. 2. Sluit de kabelhouder aan de zijkant totdat de houder vastklikt. 1. Plaats het rechter bedieningspaneel. 2.
1. Open de blauwe vergrendeling om de OCP-kaart los te koppelen. 2. Duw de OCP-kaart naar de achterkant van het systeem om hem los te koppelen van de connector op de systeemkaart. 3. Schuif de OCP-kaart uit het slot op het systeem. De OCP-kaart plaatsen De volgende afbeeldingen geven de locatie van de OCP-kaart aan en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure.
1. Open de blauwe vergrendeling op de systeemkaart. 2. Schuif de OCP-kaart in de sleuf in het systeem. 3. Duw totdat de OCP-kaart is aangesloten op de connector op de systeemkaart. 4. Sluit de blauwe vergrendeling om de OCP-kaart op het systeem te vergrendelen. 1.
Trek de lege eenheid uit het systeem. De lege voedingseenheid plaatsen De volgende afbeeldingen geven de locatie van de lege voedingseenheid aan en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure. Lijn de lege kaart van de PSU uit met het PSU-compartiment en duw deze in het PSU-compartiment totdat deze op zijn plaats klikt. 1.
Draai de schroef los en verwijder de voedingseenheidadapter. De voedingseenheidadapter plaatsen De volgende afbeeldingen geven de locatie van de voedingseenheidadapter aan en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure. Onderdelen verwijderen en plaatsen...
1. Lijn de voedingseenheidadapter uit en plaats deze. 2. Draai de schroef aan om de voeding aan de voedingseenheidadapter te bevestigen. 1. Installeer de bovenplaats van het systeem. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. De voedingseenheid verwijderen 1.
Druk op de ontgrendeling en houd de PSU-handgreep vast om de PSU uit het compartiment te schuiven. De voedingseenheid plaatsen De volgende afbeeldingen geven de locatie van de voedingseenheid aan en bieden een visuele weergave van de plaatsingsprocedure. Onderdelen verwijderen en plaatsen...
Schuif de PSU in het PSU-compartiment totdat de ontgrendeling vastklikt. 1. Installeer de bovenplaats van het systeem. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Geheugenmodules De geheugenmodule verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
1. Lijn de uitsparing in de geheugenmodule uit met het lipje op de slot van de geheugenmodule. 2. Druk met uw duimen de geheugenmodule in de houder totdat de bevestigingsklemmen stevig vastklikken. OPMERKING: Als u geen klik hoort, verwijdert u de geheugenmodule en installeert u deze nogmaals. OPMERKING: AMD Graphics-kaarten kunnen niet worden gekoppeld aan geheugen van meer dan en inclusief 1 TB.
1. Houd de blauwe strip vast en trek deze los om de kabels van de riserkaart 1 los te koppelen van de connectoren op de systeemkaart. 2. Draai de geborgde schroeven op de riser en de computer los. 3. Druk op de ontgrendelingsknop op de riser en houd de randen vast om de riserkaart 1 uit de riserconnectoren op de systeemkaart te tillen.
1. Lijn de gaten op de riser van de uitbreidingskaart uit met de geleiders op de systeemkaart. 2. Druk op de ontgrendelingsknop op de riser en houd de randen van de riserkaart 1 in de connector op de systeemkaartconnector. 3. Draai de geborgde schroeven op de riser vast om deze aan de computer te bevestigen. 4.
Druk op het blauwe ontgrendelingslipje op de riser en houd de randen vast om de riserkaart 2 uit de riser-connector op de systeemkaart te tillen. De riserkaart 2 plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. De volgende afbeeldingen geven de locatie van de riserkaart 2 aan en bieden een visuele weergave van de installatieprocedure.
1. Lijn de gaten op de riser van de uitbreidingskaart uit met de geleiders op de systeemkaart. 2. Druk op de ontgrendelingsknop op de riser en houd de randen van de riserkaart 2 in de connector op de systeemkaartconnector. 1. Installeer het luchtschild. 2.
Pagina 66
2. Verwijder de bovenplaat van het systeem. 3. Verwijder het luchtschild. De volgende afbeeldingen geven de locatie van de riserkaart 3 aan en bieden een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. 1. Draai de borgschroef los waarmee de riserkaart 3 aan de computer is bevestigd. 2.
De riserkaart 3 plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. De volgende afbeeldingen geven de locatie van de riserkaart 3 aan en bieden een visuele weergave van de installatieprocedure. 1.
2. Installeer de bovenplaats van het systeem. 3. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. De riserkaart 4 verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de bovenplaat van het systeem.
1. Draai de borgschroef los waarmee de riserkaart 4 aan de computer is bevestigd. 2. Druk op het blauwe ontgrendelingslipje op de riser en houd de randen vast om de riserkaart 4 uit de riser-connector op de systeemkaart te tillen. De riserkaart 4 plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
1. Lijn de gaten op de riser van de uitbreidingskaart uit met de geleiders op de systeemkaart. 2. Druk op de ontgrendelingsknop op de riser en houd de randen van de riserkaart 4 in de connector op de systeemkaartconnector. 3. Draai de geborgde schroef aan om de riserkaart 4 aan de computer te bevestigen. 1.
Pagina 71
1. SIG-connector voor batterij 2. PCIe-connector 9 3. I/O-connector aan de achterzijde 4. Voedingsconnector riser 3 5. Riser 3 - CPU 2 vereist 6. SATA-connector 10 7. TPM-connector 8. OCP NIC 3.0-connector 9. Knoopcelbatterij 10. PCIe-connector 13 11. Verhoger 2 12.
Pagina 72
20. Voeding 1_A 21. Voeding 1_B 22. VGA-connector aan de voorzijde 23. CPU 1 24. DIMM's voor CPU 1 25. PCIe-connector 8 26. Connector voor rechter bedieningspaneel 27. Ventilator 6 28. Voedingsconnector 2 29. PCIe-connector 7 30. Ventilator 5 31. PCIe-connector 4 32.
1. Koppel alle kabels los van de systeemkaart en noteer alle kabelverbindingen. 2. Schuif met behulp van de systeemkaarthouder en -beugel de systeemkaart naar de voorkant van de computer. 3. Til de systeemkaart onder een gekantelde hoek uit het chassis. De systeemkaart plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Pagina 76
1. Houd de systeemkaarthouder en de beugel vast en laat de systeemkaart onder een gekantelde hoek in de computer zakken. 2. Schuif de systeemkaart naar de achterkant van het chassis totdat de connectoren stevig in de slots zitten. 3. Sluit alle kabels aan op de systeemkaart. 1.
OPMERKING: Wanneer de systeemkaart wordt vervangen, worden alle wijzigingen die u hebt aangebracht in het BIOS met behulp van het BIOS Setup-programma ongedaan gemaakt. U moet de gewenste wijzigingen nogmaals aanbrengen nadat u de systeemkaart hebt vervangen. Achterste I/O-kaart De achterste I/O-kaart verwijderen 1.
1. Verwijder de twee schroeven (#6x32) terug waarmee de achterste I/O-kaart aan de systeemkaart is bevestigd. 2. Houd de randen vast en til de achterste I/O-kaart op om hem los te koppelen van de connector op de systeemkaart. De achterste I/O-kaart installeren Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Pagina 79
1. Lijn de connectors en sleuven van de achterste I/O-kaart uit op de systeemkaart. 2. Druk op de achterste I/O-kaart totdat deze stevig vastzit op de connector van de systeemkaart. 3. Plaats de twee schroeven (#6x32) terug waarmee de achterste I/O-kaart aan de systeemkaart wordt bevestigd. 1.
LAN op moederbordkaart (LOM) De LOM-kaart verwijderen 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. OPMERKING: De servicetag van uw computer bevindt zich op de systeemkaart. U moet de servicetag invoeren in het BIOS- installatieprogramma als u de systeemkaart hebt teruggeplaatst. OPMERKING: Wanneer de systeemkaart wordt vervangen, worden alle wijzigingen die u hebt aangebracht in het BIOS met behulp van het BIOS Setup-programma ongedaan gemaakt.
1. Verwijder de twee schroeven (#6x32) terug waarmee de LOM-kaart aan de systeemkaart is bevestigd. 2. Houd de randen vast en til de LOM card op om hem los te koppelen van de connector op de systeemkaart. De LOM-kaart plaatsen Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Pagina 82
1. Lijn de connectors en sleuven van de LOM-kaart uit op de systeemkaart. 2. Druk op de LOM-kaart totdat deze stevig vastzit op de connector van de systeemkaart. 3. Plaats de twee schroeven (#6x32) terug waarmee de LOM-kaart aan de systeemkaart wordt bevestigd. 1.
Drivers en downloads Bij het oplossen van problemen met drivers of het downloaden of installeren hiervan is het raadzaam om het Dell Knowledge Base-artikel 000123347 met veelgestelde vragen over drivers en downloads te lezen. Drivers en downloads...
BIOS-instellingen WAARSCHUWING: Tenzij u een computerexpert bent, dient u de instellingen voor de BIOS-installatie niet te wijzigen. Door bepaalde wijzigingen is het mogelijk dat de computer niet goed meer werkt. OPMERKING: Afhankelijk van de computer en de geïnstalleerde apparaten kunnen de onderdelen die in dit gedeelte worden vermeld wel of niet worden weergegeven.
Afhankelijk van uw systeem en de geïnstalleerde apparaten kunnen de onderdelen die in dit gedeelte worden vermeld wel of niet voorkomen. Tabel 3. Opties van System Setup - menu Systeeminformatie Overzicht Precision 7960 Rack Modelnaam Toont de modelnaam van het systeem. BIOS-versie Toont het versienummer van de BIOS.
Pagina 86
Tabel 4. Opties van systeeminstallatie: menu Geheugeninstellingen (vervolg) Geheugeninstellingen Onherstelbare geheugenfout Hiermee kunt u de opties voor onherstelbare geheugenfouten in- of uitschakelen. De optie is standaard ingeschakeld. Herstelbare foutregistratie Hiermee kunt u de opties voor herstelbare foutregistratie in- of uitschakelen. De optie is standaard uitgeschakeld. Geheugentoewijzing uit Tabel 5.
Pagina 87
Hiermee kunt u de opties voor de AVX ICCP Pre-Grant-licentie in- of uitschakelen. De optie is standaard uitgeschakeld. Dell Controlled Turbo Met dit veld kunt u de Dell Controlled Turbo-instellingen beheren. Aantal cores per processor De vervolgkeuzelijst Alles is standaard geselecteerd.
Pagina 88
Tabel 5. Opties voor systeeminstallatie: menu Processorinstellingen (vervolg) Processorinstellingen Aantal cores Toont het aantal cores van het systeem. Microcode Toont de microcode van het systeem. Processor 2 Family-Model-Stepping Toont de processor Family-Model-Stepping van het systeem. Merk Toont het processormerk van het systeem. Cacheniveau 2 Toont cacheniveau 2 van het systeem.
Pagina 89
Tabel 8. Opties voor systeeminstallatie - menu Opstartinstellingen (vervolg) Opstartinstellingen De optie Uitgeschakeld is standaard geselecteerd. Plaatshouder van harde schijf Hiermee kunt u de plaatshouder van de harde schijf in- of uitschakelen. De optie Uitgeschakeld is standaard geselecteerd. Alle SysPrep-variabelen en volgorde Toont de Alle SysPrep-variabelen en volgorde opschonen van het systeem.
Tabel 9. Opties voor systeeminstallatie - menu Netwerkinstellingen (vervolg) Netwerkinstellingen ISCSI-initiatornaam Dit is standaard leeg. ISCSI-apparaat 1 Hiermee kunt u het ISCSI-apparaat 1 in- of uitschakelen. De optie Uitgeschakeld is standaard geselecteerd. Instellingen ISCSI-apparaat 1 Dit veld regelt de configuratie voor ISCSI-apparaat 1. Instellingen UEFI NVMe-oF NVMe-oF Hiermee kunt u NVMe-oF in- of uitschakelen.
Pagina 91
Tabel 11. Opties van systeeminstallatie - menu Seriële communicatie Instellingen voor seriële communicatie Seriële communicatie De vervolgkeuzelijst Uitgeschakeld is standaard geselecteerd. Adres seriële poort Hiermee kunt u het adres van de seriële poort selecteren. De optie COM1 is standaard geselecteerd. Externe seriële connector De vervolgkeuzelijst Serieel apparaat 1 is standaard geselecteerd.
Pagina 92
Tabel 13. Opties van systeeminstallatie - menu Systeembeveiliging (vervolg) Instellingen voor systeembeveiliging Bootmanager-wachtwoord Selecteer het Bootmanager-wachtwoord. De optie Altijd is standaard geselecteerd. TPM-beveiliging Selectie toestaan voor TPM-beveiliging. De optie Ingeschakeld is standaard geselecteerd. - TPM-informatie De optie is standaard Type: 2.0 NTC. - TPM-firmware De optie is standaard 7.2.2.0.
Hiermee kunt u de Load Legacy Video Option ROM in- of uitschakelen. De optie Uitgeschakeld is standaard geselecteerd. Dell Wyse P25/P45 BIOS-toegang Hiermee kunt u de Dell Wyse P25/P45 BIOS-toegang in- of uitschakelen. Standaard is de optie Ingeschakeld geselecteerd. Aanvraag voor stroomcyclus Hiermee kunt u de aanvraag voor stroomcyclus selecteren.
Windows' om het nieuwste bestand met het BIOS- installatieprogramma te downloaden. 2. Maak een opstartbaar USB-station. U kunt meer informatie vinden in het Knowledge Base-artikel op www.dell.com/support. 3. Kopieer het bestand met het BIOS-installatieprogramma naar het opstartbare USB-station. 4. Sluit het opstartbare USB-station aan op de computer waarop de BIOS-update moet worden geïnstalleerd.
F12-opstartmenu op de computer. De meeste Dell computers die na 2012 zijn gemaakt, hebben deze mogelijkheid en u kunt dit bevestigen door uw computer op te starten via het eenmalige F12-opstartmenu en te controleren of BIOS FLASH UPDATE als opstartoptie is aangegeven op uw computer. Het BIOS ondersteunt deze BIOS-update-optie als de optie in de lijst staat.
Het wissen van BIOS (System Setup)- en systeemwachtwoorden Om de systeem- of BIOS-wachtwoorden te wissen, neemt u contact op met Dell voor technische ondersteuning, zoals omschreven op www.dell.com/contactdell. OPMERKING: Voor informatie over het resetten van wachtwoorden voor Windows of toepassingen, raadpleegt u de documentatie bij...
Met de ingebouwde zelftest (BIST) kunt u bepalen of de voedingseenheid werkt. Voor het uitvoeren van een zelftestdiagnose op de voedingseenheid van een desktop of alles-in-één computer, zoekt u in de Knowledge Base Resource op www.dell.com/support. Diagnostische lampjes systeem In dit gedeelte worden de diagnostische lampjes van het systeem van uw Precision 7960 Rack vermeld. Problemen oplossen...
Pagina 98
Tabel 17. Diagnostische lampjes systeem Knipperend patroon Omschrijvin Mogelijke g van het oplossing LED6 LED5 LED4 LED3 LED2 LED1 LED0 probleem Blauw idrac- Meer dan initialisatie twintig minuten in deze status. 1. PSU wijzigen 2. Plaats de systeemk aart terug Blauw Systeem in 1.
Pagina 99
Tabel 17. Diagnostische lampjes systeem (vervolg) Knipperend patroon Omschrijvin Mogelijke g van het oplossing LED6 LED5 LED4 LED3 LED2 LED1 LED0 probleem Blauw Blauw Blauw Blauw Stroomuitval Plaats de CPU1 systeemkaart terug. Blauw Blauw Blauw Blauw Blauw Stroomuitval Plaats de CPU1 systeemkaart terug.
Pagina 100
Tabel 17. Diagnostische lampjes systeem (vervolg) Knipperend patroon Omschrijvin Mogelijke g van het oplossing LED6 LED5 LED4 LED3 LED2 LED1 LED0 probleem backplan e wijzigen 3. Backplan e wijzigen Blauw Blauw Blauw Blauw Blauw Blauw Stroomuitval 1. Plaats de backplane systeemk aart terug 2.
Fout GPU- 1. Plaats de voedingskab systeemk aart terug 2. GPU- voedings kabel wijzigen Het besturingssysteem herstellen Wanneer uw computer zelfs na herhaalde pogingen niet meer kan opstarten naar het besturingssysteem, wordt Dell SupportAssist OS Recovery automatisch gestart. Problemen oplossen...
U kunt het hulpprogramma ook downloaden van de Dell Support-website om uw computer te herstellen en de problemen op te lossen als het niet lukt om op te starten naar het primaire besturingssysteem als gevolg van software- of hardwarefouten.
Hulp verkrijgen en contact opnemen met Dell Bronnen voor zelfhulp U kunt informatie en hulp voor producten en services van Dell krijgen door middel van deze bronnen voor zelfhulp. Tabel 18. Bronnen voor zelfhulp Bronnen voor zelfhulp Bronlocatie Informatie over producten en services van Dell www.dell.com...