Bootsequence (Opstartvolgorde)
Met deze functie kunt u de opstartvolgorde voor apparaten wijzigen.
Opties
•
Bootable Hard Drive (Opstartbare vaste schijf) – De computer wordt opgestart vanaf de primaire vaste
schijf. Als er geen besturingssysteem op de vaste schijf is geïnstalleerd, verschijnt er een foutbericht.
•
Onboard Floppy Drive (Ingebouwd diskettestation) – De computer wordt opgestart vanaf het
diskettestation. Als de diskette in het diskettestation geen opstartdiskette is, het diskettestation
geen diskette bevat of als er geen diskettestation is geïnstalleerd op uw computer, verschijnt er
een foutbericht.
•
Onboard CD-ROM Drive (Ingebouwd cd-romstation) – De computer wordt opgestart vanaf het
cd-romstation. Als er geen cd in het station is geplaatst of als de cd geen besturingssysteem heeft,
verschijnt er een foutbericht.
•
Integrated NIC (Geïntegreerde NIC) – De computer wordt opgestart met behulp van de
geïntegreerde NIC. Als de geïntegreerde NIC niet is verbonden, wordt er foutmelding afgebeeld.
•
USB-Device, USB-Floppy, USB-CDROM – Sluit het apparaat aan op een USB-poort en start de
computer opnieuw op voordat u een optie in het menu Boot (opstarten) selecteert. De computer
wordt opgestart vanaf het betreffende USB-apparaat. Als er geen besturingssysteem op het betreffende
station is geïnstalleerd, verschijnt er een foutbericht.
OPMERKING:
Om op te starten vanaf een USB-apparaat, moet het apparaat opstartbaar zijn. Als u wilt weten
of een apparaat opstartbaar is, raadpleegt u de documentatie bij het apparaat.
De opstartvolgorde voor de huidige opstartprocedure wijzigen
U kunt deze functie gebruiken om bijvoorbeeld uw computer opnieuw op te starten vanaf een USB-
apparaat, zoals een diskettestation, een geheugenstick of een cd-rw-station.
OPMERKING:
Als u opstart vanaf een USB-diskettestation, moet u de optie Diskette Interface (diskette-interface)
in System Setup eerst instellen op Disabled (uitschakelen) (zie "System Setup" op pagina 126).
1 Als u opstart vanaf een USB-apparaat, sluit u het USB-apparaat aan op een USB-connector.
2 Zet de computer aan of start deze opnieuw op.
3 Wanneer in de rechterbovenhoek van het scherm
drukt u op <F12>.
Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem verschijnt, wacht u totdat het bureaublad
van Microsoft Windows wordt weergegeven. Vervolgens sluit u de computer af (zie "Uw computer
uitschakelen" op pagina 71) en probeert u het opnieuw.
F2 = Setup, F12 = Boot Menu
verschijnt,
133
Bijlage