1.2
Onderhoudspunten
Motor-brandstoftank (1)
- Het vulpeil controleren op de indicatie
op het bedieningspaneel.
Altijd de brandstoftank vullen voordat
A
men begint met het werk; zo voorkomt u
"drooglopen" en daardoor een tijdro-
vende ontluchting.
m
Neem de aanwijzingen m.b.t. brandsto-
fadviezen en specificatie in het hoofdstuk "Smeermiddelen en bedrijfsstoffen" in acht!
GEVAAR
Gevaar door ultra-zwavelarme diesel
Ultra-zwavelarme diesel (ULSD) brengt een groter gevaar
van ontvlamming door statische oplading met zich mee
dan bij de vroegere dieselsoorten met een hoger zwavel-
gehalte het geval was. Een explosie of ontvlamming kan
ernstig letsel en zelfs de dood tot gevolg hebben!
- Bij het tanken van voertuigen dient men er beslist voor te
zorgen dat de tankinstallatie geaard is en er potentiaal-
vereffening t.o.v. het voertuig bestaat.
- Bij een tankinstallatie met een correcte potentiaalveref-
fening bestaat er een elektrisch geleidende verbinding
tussen alle componenten van de tankinstallatie en het
voertuig.
- Neem contact op met uw brandstofleverancier of met de
leverancier van uw tankinstallatie om ervoor te zorgen
dat de tankinstallatie voldoet aan de geldende tankvoor-
schriften en de aarding en potentiaalvereffening
in orde zijn.
F 54 7