Bestuurdersstoel, type II
f
Om gezondheidsschade te voorkomen
dient men voor de ingebruikneming van
de machine de individuele stoelinstellin-
gen te controleren en in te stellen.
f
Na vergrendeling van de afzonderlijke
elementen mogen deze niet meer ver-
schoven kunnen worden.
- Horizontale instelling (1).
- Hoogte- en hellinginstelling,
vooraan (2).
- Hoogte- en hellinginstelling,
achteraan (3).
- Gewichtsinstelling (4).
- Instelling van de rugleuning (5).
- Armleuningen met hellinginstelling (6).
- Instelling van de lendensteun (7).
- Stoelverwarming aan/uit (8).
6
8
2
3
4
7
6
5
1
D 30 13