Advertenties
Sensors monteren en afstellen
- Sensoropname (13) in de houder (14) steken en vastzetten met de vleugel-
schroef (15).
- De hoek sensor-referentiepunt bepalen en vastzetten met de bijbehorende klem-
schroef (16).
De sensor het referentiepunt moeten in een rechte hoek ten opzichte van
A
elkaar staan!
- Door losdraaien van de bevestigingsschroef (17) kan de hoogte van de aftasting
worden ingesteld.
De referentie dient midden langs de sensor te lopen.
A
- De afstand tussen de sensor het referentiepunt kan worden ingesteld door de be-
vestigingsschroef (18) los te draaien.
De afstand tussen de sensor en het referentiepunt (de kabel) dient 350 mm te bedragen!
A
Voor een betrouwbare en nauwkeurige werking van de automatische besturing moe-
A
ten alle montagedelen goed zijn gemonteerd en vastgedraaid!
Sensor aansluiten
Zowel aan de linker- als aan de rechtermachinezijde bevindt zich aan de binnenkant
A
van de stootstang een stopcontact voor aansluiting van de sensoren op de machine-
besturing.
- De bijbehorende aansluitkabel (19) aansluiten op het stopcontact (20) en op de
sensor (21).
Op beide zijden van de machine bevindt zich een aansluitdoos voor de automatische
A
besturing.
m
De aansluitkabel zodanig aanleggen dat hij niet beschadigd kan worden tijdens
het werk.
m
Stopcontacten die niet worden gebruikt afschermen met een afschermkap.
E 10 43
Advertenties
