1.1
Machine starten
Voor het starten van de machine
Voordat de dieselmotor wordt gestart en de machine in gebruik kan worden geno-
men, dient men het volgende te doen:
- Dagelijks onderhoud van de machine (zie hoofdstuk F).
Controleer aan de hand van de bedrijfsurenteller of er verdere onderhoudswerk-
m
zaamheden uitgevoerd moeten worden.
- Controle van de veiligheidsvoorzieningen en beveiligingen.
"Normaal" starten
- Rijhendel (13) op de middelste stand zetten, rijsnelheidknop (15) op minimum zetten.
- Contactsleutel (11) in de stand "0" in het contact steken.
Starten is niet mogelijk wanneer een noodstopknop (10) / (120) is ingedrukt.
A
(foutmelding op de display)
OPMERKING
- Startknop (12) indrukken om de motor te starten. Maximaal 30 seconden ononder-
broken starten, daarna 2 minuten pauzeren!
D 41 6
Voorzichtig! Mogelijke gevolgschade!
- Bij het starten mogen er geen andere verbruikers
(licht, verwarming enz.) ingeschakeld zijn.
- Verbruikers pas inschakelen wanneer de motor
een toerental van >1000 toeren/min heeft bereikt.