Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding
Originele gebruiksaanwijzing
DFP11
Voorwaarts lopende trilplaat
S/N 101 924 24 1001>
DL8 203 51 NL
© 04/2018

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Dynapac DFP11

  • Pagina 1 Gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding Originele gebruiksaanwijzing DFP11 Voorwaarts lopende trilplaat S/N 101 924 24 1001> DL8 203 51 NL © 04/2018...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    3.7 Werkbedrijf..........................30 3.7.1 Personen in de gevarenzone..................... 30 3.7.2 Bedrijf............................30 3.7.3 Machine parkeren........................30 3.8 Tanken............................31 3.9 Onderhoudswerkzaamheden..................... 32 3.9.1 Inleidende opmerkingen......................32 3.9.2 Werkzaamheden aan de motor....................32 3.9.3 Reinigingswerkzaamheden......................32 3.9.4 Na de onderhoudswerkzaamheden................... 32 DFP11...
  • Pagina 4 8.2 Bedrijfsstoffen..........................75 8.2.1 Motorolie............................ 75 8.2.2 Brandstof............................ 75 8.2.3 Olie voor opwekasbehuizing...................... 76 8.3 Bedrijfsstoffentabel........................77 8.4 Inrijvoorschrift..........................78 8.4.1 Algemeen........................... 78 8.4.2 Na 25 bedrijfsuren........................78 8.5 Onderhoudstabel........................79 8.6 Wekelijks............................80 8.6.1 Luchtfilter controleren, reinigen....................80 DFP11...
  • Pagina 5 8.9.5 Bougie controleren, reinigen...................... 98 8.9.6 Maatregelen bij langere stillegging..................... 99 Hulp bij storingen..........................103 9.1 Inleidende opmerkingen......................104 9.2 Motorstoringen.......................... 105 9.3 Uitkomst bij verzopen motor....................107 Verwerking............................109 10.1 Machine definitief stilleggen....................110 Lijst van speciale gereeschappen....................111 DFP11...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave DFP11...
  • Pagina 7: Inleiding

    Inleiding Inleiding DFP11...
  • Pagina 8: Inleiding - Voorwoord

    In het kader van de technische ontwikkeling behouden wij ons wij- zigingen zonder voorafgaande aankondiging voor. Deze gebruiksaanwijzing en onderhoudshandleiding is ook ver- krijgbaar in andere talen. Bovendien kunt u de catalogus van vervangingsonderdelen onder vermelding van het serienummer van uw machine verkrijgen. DFP11...
  • Pagina 9 Inleiding – Voorwoord Garantie- en aansprakelijkheidsvoorwaarden van de algemene verkoop- en levervoorwaarden van Dynapac GmbH blijven door voornoemde of later gegeven informatie onverminderd van kracht. Wij wensen u veel succes met uw Dynapac machine. DFP11...
  • Pagina 10: Inleiding - Typeplaatje Van De Machine En Van De Motor

    Type Serienummer (2): Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Ammerländer Str. 93 D-26203 Wardenburg Made in Germany B-924-0001 Afb. 1: Typeplaatje van de machine (voorbeeld) Motortype en motornummer Gelieve hier in te vullen: Motortype: Motornummer: Afb. 2 DFP11...
  • Pagina 11: Technische Gegevens

    Technische gegevens Technische gegevens DFP11...
  • Pagina 12 Afb. 3 1084 (25.9) (37.9) (27.6) (42.7) (21.3) (19.7) Maten in millimeter (Maten in inch) Gewichten Operationeel gewicht (CECE) (238) (lbs) Eigen gewicht (236) (lbs) Waterbesproeiing (speciale uitrusting) + 10 (+ 22) (lbs) Transportwielen (speciale uitrusting) (+ 8.8) (lbs) DFP11...
  • Pagina 13 Vermogen SAE J 1349 (4.8) (hp) Toerental 3600 Soort aandrijving mechanisch Opweksysteem Frequentie (5520) (vpm) Centrifugaalkracht (5620) (lbf) Amplitude 1,75 (0.069) (in) Waterbesproeiing (speciale uitrusting) Bevloeiingswijze Zwaartekracht Vulhoeveelheden Brandstof (benzine) (telkens 0.8) (gal us) Waterbesproeiing 13,5 (telkens 3.6) (gal us) DFP11...
  • Pagina 14: Geluids- En Trilgegevens

    Totale trilwaarde a , op steenslag vastgesteld volgens ISO 5349 en EN 500. Geassocieerde onzekerheid K = 0,1 m/s , vastgesteld volgens EN 12096. Rekening houden met dagelijkse trilbelasting (wettelijke maatre- gelen ter bescherming van de werknemer volgens 2002/44/EG). DFP11...
  • Pagina 15: Voor Uw Veiligheid

    Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid DFP11...
  • Pagina 16: Voor Uw Veiligheid - Fundamentele Voorwaarden

    WAARSCHUWING! Levensgevaar of gevaar van zware verwon- dingen bij niet-inachtneming! Zo gekenmerkte plaatsen wijzen op een gevaar- lijke situatie, die tot de dood of zware verwon- dingen kan leiden als de waarschuwing niet in acht wordt genomen. DFP11...
  • Pagina 17: Persoonlijke Beschermende Uitrusting

    Werkschoenen Ter bescherming tegen zware vallende delen en uit- glijden op een gladde ondergrond. Werkhandschoenen Ter bescherming van de handen tegen schaafwonden, steken of diepere verwondingen, tegen irriterende en bij- tende stoffen en tegen verbrandingen. DFP11...
  • Pagina 18: Doelmatig Gebruik

    3.1.5 Niet-doelmatig gebruik Bij niet-doelmatig gebruik kunnen er van de machine gevaren uit- gaan. Elk gevaar door niet-doelmatig gebruik is een situatie die valt onder de verantwoordelijkheid van de exploitant resp. bestuurder/ bediener, en niet onder die van de fabrikant. DFP11...
  • Pagina 19 Het starten en inzetten van de machine in explosieve omgevingen resp. groeves is verboden. Voorgeschreven optil- en sjorpunten moeten conform deze hand- leiding worden gebruikt. Het is verboden om andere optil- en sjor- punten (bijv. geleidebeugel, geleidedissel) te gebruiken. DFP11...
  • Pagina 20: Voor Uw Veiligheid - Begripsdefinitie Van De Verantwoordelijke Personen

    Neem de nationale wetten en voorschriften in acht. Rechten, plichten en gedragsregels voor de bestuurder resp. de bediener: De bestuurder resp. de bediener moet: over zijn rechten en plichten geïnstrueerd zijn, een voor de inzetvoorwaarden adequate beschermende uitrus- ting dragen, de gebruiksaanwijzing gelezen en begrepen hebben, DFP11...
  • Pagina 21 Personen die onder invloed van alcohol, medicamenten of verdo- vende middelen zijn, mogen de machine niet bedienen, onder- houden of repareren. Onderhoud en reparatie vereisen speciale kennis en mogen alleen door opgeleid vakpersoneel worden uitgevoerd. DFP11...
  • Pagina 22: Voor Uw Veiligheid - Grondslagen Voor Het Veilige Bedrijf

    3.3.4 Beschadigingen, gebreken, misbruik van veiligheidsinrichtingen Machines die functioneel en in het verkeer niet veilig zijn, moeten onmiddellijk buiten bedrijf gesteld en mogen tot aan reparatie zoals voorgeschreven niet ingezet worden. Veiligheidsinrichtingen en -schakelaars mogen niet verwijderd of onwerkzaam gemaakt worden. DFP11...
  • Pagina 23: Voor Uw Veiligheid - Omgang Met Bedrijfsstoffen

    Maatregelen bij onopzettelijk vrijkomen Hantering en opslag Begrenzing en bewaking van de blootstelling/Persoonlijke beschermende uitrusting Fysische en chemische eigenschappen Stabiliteit en reactiviteit Toxicologische opgaven Opgaven met betrekking tot het milieu Informatie over de verwerking Opgaven over het transport Wetgeving Overige informatie DFP11...
  • Pagina 24: Veiligheids- En Milieuvoorschriften In De Omgang Met Olie

    MILIEU! Olie is schadelijk voor het milieu! – Olie altijd bewaren in reservoirs die voldoen aan de voorschriften. – Gemorste olie meteen binden met een olie- bindmiddel en volgens de voorschriften ver- werken. – Olie en oliefilters milieuvriendelijk verwerken. DFP11...
  • Pagina 25: Veiligheids- En Milieuvoorschriften In De Omgang Met Benzine

    Benzine is schadelijk voor het milieu! – Benzine altijd bewaren in reservoirs die vol- doen aan de voorschriften. – Gemorste benzine meteen binden met een oliebindmiddel en volgens de voorschriften ver- werken. – Benzine en brandstoffilters volgens de voor- schriften verwerken. DFP11...
  • Pagina 26: Veiligheids- En Milieuvoorschriften In De Omgang Met Brandstofstabilisator

    Brandstofstabilisatordampen niet inademen. – Brandstofstabilisator niet inslikken. – Contact met brandstofstabilisator vermijden. MILIEU! Brandstofstabilisator is schadelijk voor het milieu! – Gemorste brandstofstabilisator meteen binden met een oliebindmiddel en volgens de voor- schriften verwerken. – Brandstofstabilisator volgens de voorschriften verwerken. DFP11...
  • Pagina 27: Voor Uw Veiligheid - Machine Verladen / Transport

    Hefwerktuigen alleen bevestigen aan de voorziene hefpunten. Voor personen bestaat levensgevaar, als ze onder zwevende lasten komen of daaronder staan. Bij het optillen erop letten dat de last niet in ongecontroleerde beweging komt. Indien vereist de last onder controle houden met behulp van leikabels. DFP11...
  • Pagina 28: Voor Uw Veiligheid - Machine In Bedrijf Nemen

    Vóór het starten en voordat de machine wordt bewogen, erop letten dat niemand zich in de gevarenzone bevindt. Machine alleen in bedrijf nemen met gemonteerde een neergelaten geleidebeugel. Altijd toezicht houden op machine met lopende motor en deze vasthouden. DFP11...
  • Pagina 29: Bedrijf In Greppels

    1,5 meter, een maximale diepte van 3 meter of een minimum lengte van minder dan 10 meter voor voldoende be- en ontluchting moet worden gezorgd. DFP11...
  • Pagina 30: Werkbedrijf

    Machine indien mogelijk parkeren op een horizontale, vlakke en stevige ondergrond. Vóór het verlaten van de machine: Motor afzetten, Machine beveiligen tegen kantelen, en de machine beveiligen tegen onbevoegd gebruik. Geparkeerde machines die een hindernis vormen, door opvallende maatregelen afschermen. DFP11...
  • Pagina 31: Voor Uw Veiligheid - Tanken

    Geen brandstof morsen. Uitlopende brandstof opvangen, niet in de grond laten wegsijpelen. Gemorste brandstof wegvegen. Vuil en water ver houden van de brandstof. Ondichte brandstoftanks kunnen explosies veroorzaken. Voor een dichte zitting van het deksel van de brandstoftank zorgen, evt. het deksel onmiddellijk vervangen. DFP11...
  • Pagina 32: Voor Uw Veiligheid - Onderhoudswerkzaamheden

    3.9.3 Reinigingswerkzaamheden Reinigingswerkzaamheden nooit uitvoeren bij lopende motor. Vóór reinigingswerkzaamheden de motor laten afkoelen. Nooit benzine of andere licht ontvlambare stoffen gebruiken voor de reiniging. 3.9.4 Na de onderhoudswerkzaamheden Alle bescherminrichtingen weer aanbrengen. DFP11...
  • Pagina 33: Voor Uw Veiligheid - Reparatie

    Machine pas na reparatie weer in bedrijf nemen. Bij de vervanging van veiligheidsrelevante componenten mogen uitsluiten originele onderdelen worden gebruikt. Reparaties mogen alleen worden uitgevoerd door een deskundige/ bevoegde persoon. Bij laswerkzaamheden aan de machine de brandstoftank afdekken met isolerend materiaal. DFP11...
  • Pagina 34: Voor Uw Veiligheid - Bebording

    Beschadigde en onleesbare stickers of borden onmiddellijk ver- nieuwen. Made by Designation Type Gasoline/Benzin Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Patent Protection Made in Germany Water START OPERATION STOP STOP 1-2 MINUTEN B-924-0018 Afb. 6 DFP11...
  • Pagina 35 Voor uw veiligheid – Bebording Waarschuwingsbord - gebruiksaanwijzing in acht nemen Afb. 7 Gebodsbord - gehoorbescherming dragen Afb. 8 Informatiebord - ophefpunt Afb. 9 Informatiebord - vastsjorpunt Afb. 10 DFP11...
  • Pagina 36 Voor uw veiligheid – Bebording Informatiebord - gegarandeerd geluidsvermogensniveau Afb. 11 Informatiebord - vulopening benzine Gasoline/Benzin B-DEC-0216 Afb. 12 Informatiebord - vulopening water Water B-DEC-0218 Afb. 13 DFP11...
  • Pagina 37 Voor uw veiligheid – Bebording Kort bedieningsbord Afb. 14 DFP11...
  • Pagina 38 Voor uw veiligheid – Bebording Onderhoudsbord Afb. 15 Typeplaatje van de machine (voorbeeld) Made by Designation Type Nominal Power Operating Mass Year of Construction Serial-No. Ammerländer Str. 93 D-26203 Wardenburg Made in Germany B-924-0002 Afb. 16 DFP11...
  • Pagina 39: Display- En Bedieningselementen

    Display- en bedieningselementen Display- en bedieningselementen DFP11...
  • Pagina 40: Display- En Bedieningselementen - Motor

    Display- en bedieningselementen – Motor 4.1 Motor 4.1.1 Overzicht Afb. 17 Startschakelaar Toerentalregelaar Startklephefboom Omkeerstarter Brandstofkraan 4.1.2 Startschakelaar Stand "OFF" Ontsteking uit Stand "ON" Ontsteking aan Afb. 18 DFP11...
  • Pagina 41: Toerentalregelaar

    Display- en bedieningselementen – Motor 4.1.3 Toerentalregelaar Stand "MIN" stationair toerental Stand "MAX" Maximaal toerental Afb. 19 4.1.4 Startklephefboom Stand "Links" Startklep gesloten Stand "Rechts" Startklep open Afb. 20 4.1.5 Omkeerstarter Afb. 21 DFP11...
  • Pagina 42: Brandstofkraan

    Display- en bedieningselementen – Motor 4.1.6 Brandstofkraan Stand "Links" Brandstofkraan gesloten Stand "Rechts" Brandstofkraan open Afb. 22 DFP11...
  • Pagina 43: Display- En Bedieningselementen - Waterbesproeiing

    Display- en bedieningselementen – Waterbesproeiing 4.2 Waterbesproeiing Draaiknop waterbesproeiing Watervoorraadindicatie B-230-0114 Afb. 23 4.2.1 Draaiknop waterbesproeiing Stand "0" Waterbesproeiing uit Tegen de klok in Waterbesproeiing aan draaien Traploze verstelling van de hoeveelheid voor de besproeiing tot stand "MAX" Afb. 24 DFP11...
  • Pagina 44: Display- En Bedieningselementen - Transportwielen

    Display- en bedieningselementen – Transportwielen 4.3 Transportwielen Afb. 25 Vergrendeling geleidebeugel Vergrendeling transportwielen Speciale uitrusting DFP11...
  • Pagina 45: Transportwielen Bij Geleidebeugel Midden

    Display- en bedieningselementen – Transportwielen 4.3.1 Transportwielen bij geleidebeugel midden Afb. 26 Vergrendeling geleidebeugel Vergrendeling transportwielen DFP11...
  • Pagina 46 Display- en bedieningselementen – Transportwielen DFP11...
  • Pagina 47: Controles Vóór Inbedrijfstelling

    Controles vóór inbedrijfstelling Controles vóór inbedrijfstelling DFP11...
  • Pagina 48: Veiligheidsinstructies

    Ä Hoofdstuk 3.4 “Omgang met bedrijfsstoffen” op pagina 23. WAARSCHUWING! Verwondingsgevaar door draaiende compo- nenten! – Bij werkzaamheden aan de machine garan- deren, dat de motor niet kan worden gestart. Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 64. DFP11...
  • Pagina 49: Controles Vóór Inbedrijfstelling - Zicht- En Functiecontroles

    Controles vóór inbedrijfstelling – Zicht- en functiecontroles 5.2 Zicht- en functiecontroles Brandstoftank en -leidingen controleren op toestand en dicht- heid. Schroefverbindingen controleren op vaste zitting. Machine controleren op vervuiling en beschadigingen. Luchtaanzuigbereik controleren op vervuiling. Startkabel controleren op schuurplaatsen. DFP11...
  • Pagina 50: Controles Vóór Inbedrijfstelling - Motoroliepeil Controleren

    ð Het oliepeil moet tussen de "MIN" en "MAX"-markering liggen. AANWIJZING! Gevaar van motorschade! Afb. 27 – Motorolie niet overvullen. Als het oliepeil daaronder staat olie bijvullen tot de "MAX"- markering. Oliemeetstaaf erin schroeven. DFP11...
  • Pagina 51: Controles Vóór Inbedrijfstelling - Brandstofvoorraad Controleren, Tanken

    Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 64. Omgeving van de vulopening reinigen. Deksel eraf nemen en vulstand controleren door zichtcon- trole. Indien vereist brandstof door een trechter met zeeffilter bij- vullen. Deksel sluiten. Afb. 28 DFP11...
  • Pagina 52: Controles Vóór Inbedrijfstelling - Rubberen Buffer Controleren

    Controles vóór inbedrijfstelling – Rubberen buffer controleren 5.5 Rubberen buffer controleren Telkens twee rubber buffers links en rechts controleren op goede bevestiging, scheuren en barsten. ð Beschadigde rubber buffers meteen vernieuwen. Afb. 29 DFP11...
  • Pagina 53: Controles Vóór Inbedrijfstelling - Watervoorraad Controleren, Bijvullen

    Borgclip (1) eruit trekken. Bout (2) eruit trekken en watertank eraf nemen. Bout weer door de geleidingen aan de watertank schuiven en borgen met de borgclip. ð De watertank kan nu aan de bout worden gedragen. B-230-0068 Afb. 31 DFP11...
  • Pagina 54 Controles vóór inbedrijfstelling – Watervoorraad controleren, bijvullen DFP11...
  • Pagina 55: Bediening

    Bediening Bediening DFP11...
  • Pagina 56: Bediening - Geleidebeugel Monteren

    Bediening – Geleidebeugel monteren 6.1 Geleidebeugel monteren Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Geleidebeugel uiteendrukken en op de houders steken. Geleidebeugel aan beide kanten met klapstekker vergren- delen. B-230-0064 Afb. 32 DFP11...
  • Pagina 57: Bediening - Motor Starten

    Machine alleen in bedrijf nemen met gemonteerde een neergelaten geleidebeugel. Veiligheidsuitrusting: Gehoorbescherming Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Werkschoenen De motor slaat bij te laag motoroliepeil niet aan. Geleidebeugel omklappen in werkstand. Garanderen dat er zich geen personen bevinden in de geva- renzone. DFP11...
  • Pagina 58 Startklep alleen sluiten bij koude motor. Bij warme motor of warme buitentempera- turen moet de startklep open blijven, opdat de motor niet verzuipt. Starterklep sluiten. Afb. 34 Toerentalregelaar op "MIN" zetten. Afb. 35 Startschakelaar in stand "ON" zetten. Afb. 36 DFP11...
  • Pagina 59 – Motor vóór het begin van het werk korte tijd warm laten lopen. Motor niet direct onder vollast laten draaien. Als de motor na ca. 3 tot 5 seconden weer afslaat: Afb. 39 Starterklep nog eens sluiten. Startproces herhalen. DFP11...
  • Pagina 60 Bediening – Motor starten Als de omkeerstarter bij gesloten starterklep vaak wordt geactiveerd, dan zuigt de motor te veel brandstof aan en kan hij niet aanslaan Ä Hoofd- stuk 9.3 “Uitkomst bij verzopen motor” op pagina 107. DFP11...
  • Pagina 61: Bediening - Werkbedrijf

    Componenten kunnen tijdens het bedrijf of vlak daarna zeer heet zijn. WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door hete onderdelen! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (werkhandschoenen, beschermende werkkle- ding). – Aanraking met hete componenten vermijden. WAARSCHUWING! Gehoorverlies door hoge lawaaibelasting! – Persoonlijke beschermende uitrusting dragen (gehoorbescherming). DFP11...
  • Pagina 62 "MAX". Toerentalregelaar in stand "MAX" zetten. ð De machine trilt vooruit. Afb. 40 Machine leiden aan de geleidebeugel. Afb. 41 Bij korte werkonderbrekingen altijd de toerentalregelaar in stand "MIN" (stationair) zetten. ð Trillen is uit. Afb. 42 DFP11...
  • Pagina 63: Bediening - Waterbesproeiing In-/Uitschakelen

    Bediening – Waterbesproeiing in-/uitschakelen 6.4 Waterbesproeiing in-/uitschakelen De waterbesproeiing met de draaiknop in- resp. uitschakelen: Stand "0" Waterbesproeiing uit Tegen de klok in Waterbesproeiing aan draaien Traploze verstelling van de hoeveel- heid voor de besproeiing tot stand "MAX" Afb. 43 DFP11...
  • Pagina 64: Bediening - Machine Beveiligd Neerzetten

    Toerentalregelaar in stand "MIN" (stationair) zetten. Afb. 44 AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Motor niet uit het vollastbedrijf plotseling afzetten, maar nog ca. twee minuten sta- tionair laten nalopen. Startschakelaar in stand "OFF" zetten. ð De motor wordt afgezet. Afb. 45 DFP11...
  • Pagina 65 Bediening – Machine beveiligd neerzetten Brandstofkraan helemaal sluiten. en de machine beveiligen tegen onbevoegd gebruik. Afb. 46 DFP11...
  • Pagina 66 Bediening – Machine beveiligd neerzetten DFP11...
  • Pagina 67: Machine Verladen / Transport

    Machine verladen / Transport Machine verladen / Transport DFP11...
  • Pagina 68: Machine Verladen

    Motor laten afkoelen. Geleidebeugel omleggen naar voor. Hefwerktuig inhangen in de voorziene hefogen. GEVAAR! Levensgevaar door zwevende lasten! – Niet onder zwevende lasten komen of daaronder staan. Machine voorzichtig optillen en neerzetten op de beoogde plaats. B-230-0069 Afb. 47 DFP11...
  • Pagina 69 Machine verladen / Transport – Machine verladen Machine evt. aan de grepen of beugels (1) op een vlakke ondergrond trekken. B-230-0070 Afb. 48 DFP11...
  • Pagina 70: Machine Verladen / Transport - Machine Vastsjorren Op Het Transportvoertuig

    Aanslagmiddelen mogen niet door machinedelen beschadigd worden. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Aanslagmiddel aanslaan aan het gekenmerkte vastsjorpunt. B-230-0071 Afb. 49 Machine zoals voorgesteld veilig vastsjorren op het transport- voertuig. Geleidebeugel met geschikte middelen beveiligen tegen onopzettelijk omslaan. B-230-0092 Afb. 50 DFP11...
  • Pagina 71: Machine Verladen / Transport - Transportwielen

    Met de aanslagbout (1) de geleidebeugel vergrendelen. B-230-0075 Afb. 51 Aanslagbout (2) ontgrendelen en transportwielen omlaag- klappen. B-230-0076 Afb. 52 Machine met de geleidebeugel omhoogduwen en de trans- portwielen onder de grondplaat klappen. ð Nu kan met de machine worden gereden. B-230-0119 Afb. 53 DFP11...
  • Pagina 72: Transportwielen Bij Geleidebeugel Midden

    Met de haak (1) de geleidebeugel vergrendelen. B-230-0042 Afb. 54 Aanslagbout (2) ontgrendelen en transportwielen omlaag- klappen. B-230-0043 Afb. 55 Machine met de geleidebeugel omhoogduwen en de trans- portwielen onder de grondplaat klappen. ð Nu kan met de machine worden gereden. B-230-0120 Afb. 56 DFP11...
  • Pagina 73: Onderhoud

    Onderhoud Onderhoud DFP11...
  • Pagina 74: Inleidende Opmerkingen En Veiligheidsinstructies

    Geen gereedschappen of andere voorwerpen die schade zouden kunnen veroorzaken, in of op de machine laten liggen. Bedrijfsstoffen, filters, afdichtelementen en poetsdoeken na uitvoe- ring van de onderhoudswerkzaamheden milieuvriendelijk ver- werken. Alle veiligheidsinrichtingen na uitvoering van de onderhoudswerk- zaamheden weer aanbrengen. DFP11...
  • Pagina 75: Onderhoud - Bedrijfsstoffen

    (E10) of maximaal 5 volumeprocent methanol gebruiken. Methanol moet ook cosolventen en corrosiewerende stoffen bevatten. Geen brandstof met een hoger ethanol- of methanolgehalte inzetten. De inzet van brandstof met een hoger ethanol- of methanolgehalte leidt tot start- en/of vermogensproblemen resp. tot beschadigingen van het brandstofsysteem. DFP11...
  • Pagina 76: Olie Voor Opwekasbehuizing

    Oude brandstof wordt door het bijmengen van brandstofstabilisator niet geregenereerd. 8.2.3 Olie voor opwekasbehuizing Alleen motorolies volgens de volgende specificaties gebruiken: API CI-4 of hoogwaardiger Mengingen van motorolies vermijden. AANWIJZING! Componenten kunnen beschadigd worden! – Geen asarme motorolies gebruiken voor de opwekasbehuizing. DFP11...
  • Pagina 77: Onderhoud - Bedrijfsstoffentabel

    SAE 10W-40 0,3 l Ä Hoofdstuk 8.2.3 “Olie voor Specificatie: (0.08 gal us) opwekasbehuizing” op pagina 76 Componenten kunnen beschadigd worden! Geen asarme motorolies gebruiken voor de opwekasbehuizing. SAE 15W-40 SAE 10W-30 Watertank Water Antivriesmengsel 13,5 l (3.6 gal us) DFP11...
  • Pagina 78: Onderhoud - Inrijvoorschrift

    Ä Hoofdstuk 8.7.1 “Motorolie verversen” Motorolie verversen op pagina 83. Motor en machine controleren op dichtheid. Bevestigingsschroeven van luchtfilter, uitlaatdemper en andere aanbouwdelen aandraaien. Schroefverbindingen aan de machine aandraaien. Ä Hoofdstuk 8.9.4 “V-riem onderhouden” V-riem controleren op pagina 97. Opwekasbehuizing oliestand controleren. DFP11...
  • Pagina 79: Onderhoud - Onderhoudstabel

    V-riem vernieuwen 8.8.5 Startkabel vernieuwen 8.8.6 Huis van de opwekas, olie verversen 8.8.7 Luchtfilter vernieuwen Indien nodig 8.9.1 Koelribben en koelluchtopeningen reinigen 8.9.2 Machine reinigen 8.9.3 Waterbesproeiing reinigen 8.9.4 V-riem onderhouden 8.9.5 Bougie controleren, reinigen 8.9.6 Maatregelen bij langere stillegging DFP11...
  • Pagina 80: Onderhoud - Wekelijks

    Luchtfilter demonteren Vleugelmoer (1) eraf schroeven en deksel (2) eraf nemen. Deksel reinigen. Vleugelmoer (3) eraf schroeven en filterelement (4) eraf nemen. Rubber afdichting (5) controleren, evt. vernieuwen. Rubber afdichting kleeft vaak vast aan het fil- terelement. Afb. 58 DFP11...
  • Pagina 81 Schuimstog inzetstuk (5) in warm zeepwater wassen, afspoelen en grondig laten drogen. Schuimstof inzetstuk doordrenken met schone motorolie en overtollige olie eruit drukken. Beide inzetstukken zorgvuldig controleren op gaten en scheuren. Bij beschadiging de inzetstukken vernieuwen. Schuimstof inzetstuk over het papieren inzetstuk trekken. DFP11...
  • Pagina 82 AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Filterelement juist erin zetten. Rubber afdichting (5) erin zetten. Filterelement (4) juist erin zetten en vastdraaien met de vleu- gelmoer (3). Deksel (2) met vleugelmoer (1) vastdraaien. Filterelement (indien vernieuwd) milieuvriendelijk verwerken. Afb. 61 DFP11...
  • Pagina 83: Onderhoud - Halfjaarlijks

    Aftapplug reinigen en met een nieuwe afdichtring (2) erin schroeven. Olie tot aan de onderkant van de vulopening erin gieten. Oliemeetstaaf (1) inbouwen. Na kort proefdraaien dichtheid controleren. Oliepeil aan de meetstaaf controleren, evt. corrigeren. Olie milieuvriendelijk verwerken. Afb. 63 DFP11...
  • Pagina 84: Onderhoud - Jaarlijks

    Onderhoudswerkzaamheden ten laatste na 250 bedrijfsuren uitvoeren. AANWIJZING! Gevaar van motorschade! Wij raden aan om deze handeling alleen door geschoold personeel resp. onze klantendienst te laten uitvoeren. – Laat de motor voor de controle van de klepspe- ling afkoelen. DFP11...
  • Pagina 85 (1). Afb. 66 Klepspeling controleren Klepspeling: Aanzuigklep (IN) 0,08 mm (0.003 in) Uitstroomklep (EX) 0,10 mm (0.004 in) Klepspeling met een voelermaat tussen klephefboom (2) en klepsteel (1) aan beide kleppen controleren, evt. instellen. Afb. 67 DFP11...
  • Pagina 86: Slikfilter En Brandstofzeef Reinigen

    Roken en open vuur zijn verboden. – Warmtebronnen, vonken en andere ontste- kingsbronnen uit de buurt houden. – Benzine niet morsen. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 64. Motor laten afkoelen. DFP11...
  • Pagina 87 Filterbeker (3), O-ring (2) en filter (1) demonteren. Filterbeker en filter reinigen in niet-ontbrandbaar oplos- middel, dan grondig drogen. Afb. 71 A Aanzicht van beneden: uitrichting van het filter bij de inbouw Brandstofkraan openen en uitlopende brandstof opvangen. Brandstofkraan sluiten. Afb. 72 DFP11...
  • Pagina 88 Brandstofzeef reinigen, toestand van het zeefrooster contro- leren, evt. vernieuwen. Brandstofzeef met nieuwe afdichting stevig erin schroeven. Brandstofslang met slangklem monteren. Afb. 75 Brandstoftank met zeskantmoeren (2) en zeskantschroef (1) monteren. Dichtheid van het brandstofsysteem controleren. Brandstof en vernieuwde componenten milieuvriendelijk ver- werken. Afb. 76 DFP11...
  • Pagina 89: V-Riem Vernieuwen

    Afb. 77 Bevestigingsschroeven (1) aan beide kanten iets losdraaien. Motordrager naar voor trekken, V-riem eraf nemen en ver- nieuwen. B-230-0029 Afb. 78 Nieuwe V-riem erop leggen en motordrager naar achter trekken. Bevestigingsschroeven (1) aan beide kanten vastdraaien. B-230-0030 Afb. 79 DFP11...
  • Pagina 90 Machine een minuut laten lopen bij maximaal toerental. Frequentie van de grondplaat controleren met een daarvoor geschikt meetinstrument (bijv. sirometer). Ä Hoofdstuk 2 “Technische gege- ð Gewenste waarde: vens” op pagina 11 Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 64. DFP11...
  • Pagina 91: Startkabel Vernieuwen

    Startkabel met startergreep helemaal uittrekken. Afb. 83 Indien de startkabel gescheurd of de spoel teruggedraaid is: Spoel (2) voor de kabelmontage 5 omdraaiingen tegen de klok in draaien en de kabelopeningen aan spoel en behuizing (5) uitrichten (A). Afb. 84 DFP11...
  • Pagina 92: Huis Van De Opwekas, Olie Verversen

    Componenten kunnen beschadigd worden! – Alleen olie met toegelaten specificatie Ä Hoofdstuk 8.3 “Bedrijfsstoffen- gebruiken tabel” op pagina 77. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Machine neerzetten op een vlakke ondergrond. Machine beveiligd neerzetten Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine beveiligd neerzetten” op pagina 64. DFP11...
  • Pagina 93: Luchtfilter Vernieuwen

    Olie milieuvriendelijk verwerken. 8.8.7 Luchtfilter vernieuwen AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – De motor nooit starten bij gedemonteerd lucht- filter. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 64. Motor laten afkoelen. DFP11...
  • Pagina 94 AANWIJZING! Gevaar van motorschade! – Filterelement juist erin zetten. Afb. 91 Rubber afdichting (5) erin zetten. Filterelement (4) juist erin zetten en vastdraaien met de vleu- gelmoer (3). Deksel (2) met vleugelmoer (1) vastdraaien. Filterelement milieuvriendelijk verwerken. Afb. 92 DFP11...
  • Pagina 95: Onderhoud - Indien Nodig

    Droog vuil met een passende borstel aan alle koelribben en koelluchtaanzuigopeningen loswerken. VOORZICHTIG! Gevaar van oogletsel door rondvliegende deeltjes! – Draag een persoonlijke beschermende uitrusting (werkhandschoenen, bescher- mende werkkleding, veiligheidsbril). Afb. 93 Koelribben en koelluchtaanzuigopeningen uitblazen met perslucht. Reinigen met koudreiniger Bij met olie vervuilde motor koudreiniger gebruiken. DFP11...
  • Pagina 96: Machine Reinigen

    AANWIJZING! Constructiedelen kunnen door het binnen- dringen van water beschadigd raken! – Waterstraal niet direct in luchtfilter, carburateur, omkeerstarter, luchtaanzuiging of startschake- laar houden. Machine reinigen met een waterstraal. Motor korte tijd laten warmlopen om roestvorming te voor- komen. DFP11...
  • Pagina 97: Waterbesproeiing Reinigen

    Watertank vullen met schoon water en deksel sluiten. Afb. 94 8.9.4 V-riem onderhouden Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 64. Motor laten afkoelen. Bevestigingsschroeven (2) losdraaien en V-riembescherming (1) demonteren. B-230-0072 Afb. 95 DFP11...
  • Pagina 98: Bougie Controleren, Reinigen

    Gevaar van motorschade! – Nooit een bougie met verkeerde warmte- waarde gebruiken. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Speciaal gereedschap: 13/16 inch bougiesleutel Ä Hoofdstuk 6.5 “Machine Machine beveiligd neerzetten beveiligd neerzetten” op pagina 64. Motor minstens 15 minuten laten afkoelen. DFP11...
  • Pagina 99: Maatregelen Bij Langere Stillegging

    Roken en open vuur zijn verboden. – Warmtebronnen, vonken en andere ontste- kingsbronnen uit de buurt houden. – Benzine niet morsen. Als de machine voor langere tijd uit bedrijf wordt genomen, bijv. in de winterperiode, dan moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd. DFP11...
  • Pagina 100 Aftapplug (3) en afdichting (4) aan de carburateur demon- teren en uitlopende brandstof opvangen. Filterbeker (2) en O-ring (1) demonteren. Brandstofkraan openen en uitlopende brandstof opvangen. Brandstofkraan sluiten. Aftapplug met afdichting aan de carburateur monteren. Filterbeker met O-ring monteren. Brandstof milieuvriendelijk verwerken. Afb. 101 DFP11...
  • Pagina 101 Roken en open vuur zijn verboden. – Warmtebronnen, vonken en andere ontste- kingsbronnen uit de buurt houden. – Benzine niet morsen. Oliepeilen controleren. Indien de brandstof vóór de stillegging werd afgelaten, de brandstoftank vullen. Slangen en leidingen controleren op scheuren en dichtheid. DFP11...
  • Pagina 102 Onderhoud – Indien nodig Machine grondig reinigen. Motor na het starten 15 tot 30 minuten met stationair toe- rental laten lopen. DFP11...
  • Pagina 103: Hulp Bij Storingen

    Hulp bij storingen Hulp bij storingen DFP11...
  • Pagina 104: Hulp Bij Storingen - Inleidende Opmerkingen

    Als u de oorzaak van een storing niet herkent of een storing aan de hand van de storingstabel niet zelf kunt verhelpen, gelieve u dan te wenden tot onze klantendienst. DFP11...
  • Pagina 105: Hulp Bij Storingen - Motorstoringen

    Motor wordt erg Gebrek aan koellucht Luchtfilter reinigen, evt. vernieuwen heet Koelribben en koelluchtopeningen rei- nigen Motor slaat af Brandstofinstallatie verstopt Brandstofzeef reinigen Brandstofzeef in de carburateur contro- leren Door gekwalificeerd personeel laten con- troleren Brandstoftank leeg Controleren, evt. bijvullen DFP11...
  • Pagina 106 Storing Mogelijke oorzaak Uitkomst Slechte brandstofkwaliteit Brandstofkwaliteit controleren, indien nodig brandstof vervangen Motoroliepeil te laag Motoroliepeil controleren, evt. bijvullen Motor loopt met Centrifugaalkoppeling defect Door gekwalificeerd personeel laten con- hoog toerental, troleren maar geen trillen V-riem gescheurd V-riem vernieuwen DFP11...
  • Pagina 107: Hulp Bij Storingen - Uitkomst Bij Verzopen Motor

    Benzine niet morsen. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkhandschoenen Veiligheidsbril Speciaal gereedschap: 13/16 inch bougiesleutel Motor laten afkoelen. Brandstofkraan sluiten. Afb. 104 Bougiestekker eraf trekken. Bougie met een 13/16 inch bougiesleutel eruit schroeven. Doek klaarleggen om de brandstof op te nemen. Afb. 105 DFP11...
  • Pagina 108 Nieuwe bougie nadat het afdichtvlak erop rust met de bou- giesleutel nog een 1/2 omdraaiing vastdraaien. AANWIJZING! Gevaar van motorschade door losse bougie! – Bougie altijd goed erin schroeven. Bougiestekker erop steken. Ä Hoofdstuk 6.2 “Motor starten” op pagina 57. Motor starten Doek met uitgelopen brandstof milieuvriendelijk verwerken. DFP11...
  • Pagina 109: Verwerking

    Verwerking Verwerking DFP11...
  • Pagina 110: Verwerking - Machine Definitief Stilleggen

    WAARSCHUWING! Gezondheidsgevaar door bedrijfsstoffen! – Veiligheids- en milieuvoorschriften in de omgang met bedrijfsstoffen in acht nemen Ä Hoofdstuk 3.4 “Omgang met bedrijfsstoffen” op pagina 23. Veiligheidsuitrusting: Beschermende werkkleding Werkschoenen Werkhandschoenen Veiligheidsbril Brandstoftank leegmaken. Motorolie van motor en opwekasbehuizing aflaten. DFP11...
  • Pagina 111: Lijst Van Speciale Gereeschappen

    Lijst van speciale gereeschappen Lijst van speciale gereeschappen DFP11...
  • Pagina 112 Lijst van speciale gereeschappen 13/16 inch bougiesleutel Afb. Sirometer Meetinstrument voor toerental en frequentie Afb. DFP11...

Inhoudsopgave