Pagina 1
Geldig voor: Gebruiksaanwijzing Koudfrees PL 350 S 02-08.02 900 98 05 61...
Pagina 3
Voorwoord Voor een veilig gebruik van de machine is informatie nodig die in deze gebruiksaanwijzing wordt gegeven. De informatie is kort en overzichtelijk weergegeven. De hoofdstukken zijn op letter gerangschikt. Elk hoofstuk begint met pagina 1. De pagina-aanduiding bestaat uit een letter die het hoofdstuk aangeeft en een paginanummer.
Pagina 4
De gebruiksaanwijzing moet altijd beschikbaar zijn op de plaats waar de machine wordt gebruikt. De gebruiksaanwijzing is geldig in combinatie met het Dynapac veiligheidshandboek, de aanwijzingen voor gebruik volgens het bestemde doel en de vereiste aanvullende aanwijzingen van de exploitant op grond van bestaande nationale of regionale voorschriften m.b.t.
Pagina 7
Inzetmogelijkheden van de kleine frezen ..........42 Verwijdering van lengte- en dwarsgroeven .......... 42 Verwijderen van scheuren ..............42 Verwijderen van gaten, vorstscheuren ..........42 Verwijdering van randvervormingen en krommingen ......43 Maken van aansluitranden ..............43 Maken van sleuven, voegen en kabelsleuven ........43 Verwijdering van ingelegde markeringen ..........
Pagina 8
Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor het onderhoud ..........1 De garantie vervalt bij gebruik van niet-originele vervangings- of slijtageonderdelen en onjuiste bedrijfsstoffen. 2 Onderhoudsintervallen ................2 Aandrijfaggregaat motor ................8 Brandstoftank ..................8 Dieselmotor .................... 9 Olieverversing ..................10 Oliefilter ....................10 Brandstoffilter ..................
Pagina 9
Controles ....................37 Algemene visuele controle ..............37 Controle door een deskundige ............. 37 Elektrische zekeringen ................38 Hoofdzekeringen (1) (onder de linker klep van de motorruimte) ..... 38 Zekeringen op het bedieningspaneel ............39 Smeermiddelen en bedrijfsstoffen ............40 Hydraulische olie ..................
A Gebruik volgens het bestemde doel De Dynapac “Richtlijn voor het gebruik van koudfrezen volgens het bestemde doel en volgens de voorschriften” wordt meegeleverd bij deze machine. De richtlijn is onder- deel van deze gebruiksaanwijzing en dient beslist opgevolgd te worden. Nationale voorschriften zijn onbeperkt van toepassing.
Pagina 12
Technische wijzigingen, aan- en ombouwingen: De koudfrees mag uitsluitend worden gebruikt met de door de fabrikant goedgekeurde aanbouwdelen, speciale voorzieningen en toebehoren, veiligheidsvoorzieningen en beveiligingen en volgens de vastgelegde instelwaarden. Eigenmachtige wijzigingen aan modules, verwijdering ervan of vervanging door andere, niet voorziene onderdelen, hun volledige of gedeel- telijke buitenwerkingstelling, sluiten aansprakelijkheid van de fabrikant voor daaruit resulterende schade uit.De aanbouw of montage van aanvullende voorzieningen die de werking van de koudfrees beïnvloeden of die de functionaliteit ervan uitbreiden, is...
De uiterst kleine draaicirkel maakt het vrijfrezen van putdeksels mogelijk. Afneembare ballastgewichten verhogen de flexibiliteit bij het gebruik in gebouwen. De PL 350 S voldoet aan de Europese veiligheidsstandaards en aan de hoogste ei- sen wat betreft betrouwbaarheid, rendabiliteit en onschadelijkheid voor het milieu.
Machine Constructie Frame en constructie: Robuuste, torsiebestendige constructie van gelast staal met doelmatige houders voor opname van de modules, aggregaten, opbouwsels en tanks. Alle onderdelen zijn goed toegankelijk voor onderhoud en reparatie. Bestuurderspositie: De doorlopende, opklapbare bestuurderspositie bevindt zich aan de achterzijde van de machine en kan worden uitgerust met een optionele be- stuurdersstoel.
Pagina 16
Instellen van de freesdiepte: De freesdiepte wordt hydraulisch ingesteld, afzonder- lijk via beide achterwielen. Links en rechts van de bestuurderspositie bevinden zich twee goed afleesbare freesdiepte-indicaties. Beide achterwielen beschikken over aanslagen voor het in- stellen van de freesdiepte. Loopwerk, besturing, rijaandrijving, rem: Het voorwiel is draaibaar gelagerd, de achterwielen zijn geconstrueerd als afzonderlijk opgehangen steunwielen voor de freesinstelling.
Veiligheidsvoorzieningen Veilig werken is alleen mogelijk wanneer de bedienings- en veiligheidsvoorzieningen foutloos werken en de beveiligingen volgens de voorschriften zijn aangebracht. De werking van deze voorzieningen moet regelmatig worden gecontroleerd (zie hoofdstuk D, paragraaf „Checklist voor de machinebestuurder“). Noodstopknop - op het bedieningspaneel Door indrukken van de noodstopknop worden de motor, aandrijvingen en besturing uitgeschakeld.
Schijnwerpers, knipperlichten, rondomverlichting Op diverse punten op de machine bevin- den zich lampen ter verlichting van de verschillende werkgebieden en om op gevaarlijke zones/situaties te wijzen. De machine heeft twee contacten waar- in de schijnwerpers en rondomverlich- ting kunnen worden gestoken. De schijnwerpers of rondomverlichting worden ingeschakeld met de desbetref- fende schakelaars op het bedieningspa-...
Veiligheidsuitschakeling motor Wanneer de freeswalsklep achteraan de machine wordt opengeklapt, wordt er een schakelaar geactiveerd die de aan- drijfmotor uitschakelt en voorkomt dat deze opnieuw wordt ingeschakeld. Deze schakelaar bevindt zich direct achter de walsklep. Abschalt2.tif...
Waterinstallatie 2 stuks 1,4 mm Watersproeiers Watertank - inhoud ca. 480 Waterhuishouding (minstens) 2,75 Elektrische installatie Spanning 24 V Accu’s 2 x 12 V, 88 Ah Generator 24 V / 36 A B 11...
Aanduidingsplaatjes en typeplaatjes Typeplaatje en voertuigidentificatienummer Iso350left.tif Pos. Omschrijving Positie Voertuigframe, ruimte voor zwenkbaar Typeplaatje steunwiel. Voertuigframe, achter de klep van de Voertuigidentificatienummer motorruimte. B 12...
Typeplaatje machine Fertiger3.tif Pos. Omschrijving Freestype Bouwjaar Serienummer van de machineserie Maximaal toegelaten bedrijfsgewicht incl. alle aanbouwdelen in kg Maximaal toegelaten asbelasting van de vooras in kg (CE) Maximaal toegelaten asbelasting van de achteras in kg (CE) Nominaal vermogen in kW Productidentificatienummer (PIN) Het ingestanste voertuigidentificatienummer op de machine moet overeenkomen met het productidentificatienummer (11).
EN-normen Continu geluidsniveau Bij deze machine is het dragen van gehoorbeschermingsmiddelen verplicht. Het geluidsniveau bij het oor van de bestuurder kan sterk variëren afhankelijk van het inbouwmateriaal en kan hoger worden dan 85 dB(A). Zonder gehoorbescherming kan er gehoorbeschadiging optreden. De metingen van de geluidsemissie van de straatfrees zijn uitgevoerd volgens ENV 500-6 van maart 1997 en ISO 4872 onder open-veldomstandigheden.
Op het hele lichaam inwerkende vibraties Bij gebruik volgens het bestemde doel worden de gewogen effectieve waarden van de versnelling op de bestuurdersplaats van a = 0,5 m/s zoals bedoeld in het ont- werp vanr prEN 1032-1995 niet overschreden. Op hand en arm inwerkende vibraties Bij gebruik volgens het bestemde doel worden de gewogen effectieve waarden van de versnelling op de bestuurdersplaats van a = 2,5 m/s...
C Transport Veiligheidsvoorschriften voor het transport Bij ondeskundige voorbereiding van de machine en bij ondeskundig transport bestaat er ongevalgevaar! Bereid de machine zodanig voor dat alle onderdelen vastgezet zijn en niet los kunnen raken. Alle uitstekende en verwijderbare onderdelen demonteren of zodanig aan- brengen dat ze geen gevaar vormen! De machine laten zakken tot de beitelpunten van de freeswals zich ca.
Aanslagpunten PL350.tif Op het machineframe bevinden zich op elke zijde, vooraan en achteraan, twee aan- slagpunten (1) waaraan de machine moet zijn vastgemaakt tijdens het transport op een transportvoertuig. De machine moet met voldoende sterke aanslagmiddelen (kettingspanning) worden bevestigd aan het transportmiddel en moet worden beveiligd tegen kantelen, wegglij- den en vallen.
Transport met dieplader Voor het transport van de machine op een dieplader moeten in overeenstemming met de laadafmetingen en –gewichten geschikte trekvoertuigen en transportmiddelen worden gekozen en gebruikt die geschikt zijn voor het vervoer over de openbare weg. Oprit en rijplanken van de dieplader moeten zijn voorzien van een slipvast materiaal. De dieplader moet beschikken over voldoende aanslagmogelijkheden.
Deelname aan het verkeer op de openbare weg De machine is niet bedoeld en niet geschikt voor deelname aan het verkeer op de openbare weg. De machine wordt gebruikt op afgesloten bouwplaatsen. Als de laad- en losruimte van de machine buiten een afgesloten bouwplaats ligt of als de machine op de eigen as moet worden verplaatst naar een ander bouwgedeelte, dan moet de machine voor de veiligheid worden overgebracht onder toezicht van een tweede persoon.
Verladen met een kraan Als de machine wegens schade niet kan worden weggesleept of als deze niet op een andere manier kan worden verladen, bestaat de mogelijkheid om de machine met een kraan op te hijsen. Uitsluitend hijsgereedschap met voldoende draagvermogen gebruiken. (Gewichten en afmetingen zie hoofdstuk B).
Wegslepen Alle voorschriften naleven en alle benodigde voorzorgsmaatregelen treffen die gel- den voor het wegslepen van bouwmachines. De trekker moet de machine ook op hellingen veilig kunnen trekken. Uitsluitend goedgekeurde sleepstangen gebruiken! De rijaandrijving uitsluitend vrijschakelen en de rem uitsluitend lossen wanneer de machine voldoende is beveiligd tegen onbedoeld wegrollen of goed is bevestigd aan het sleepvoertuig.
Pagina 37
In de motorruimte van de machine be- vindt zich een handpomp die bediend moet worden om de machine te kunnen wegslepen. - Eerst moet de contramoer (3) van de handpomp worden losgedraaid en moet de schroefdraadpen (4) zo ver mogelijk in de pomp worden ge- schroefd.
Veilig stallen Wanneer de machine wordt gestald op voor publiek toegankelijk terrein, moet de machine zodanig worden beveiligd dat onbevoegden of spelende kinderen geen schade kunnen aanrichten. De machine dient op een vlak terrein te worden gestald. - De machine gelijkmatig omlaag bewe- gen tot de freeswals bijna de grond raakt.
D Bediening Veiligheidsvoorschriften Door inwerkingstelling van motor, rijaandrijving, freeswals, transport- of hefvoorzie- ningen kunnen personen (levens)gevaar lopen. Houd u bij het bedienen van de machine daarom strikt aan de gedragsvoorschriften van deze bedieningshandleiding en aan de veiligheidsvoorschriften. Voor het starten nagaan of er niemand werkzaamheden uitvoert aan, in of onder de machine, of zich ophoudt in de gevarenzone van de machine! - De motor niet starten en geen bedieningselementen gebruiken indien deze zijn voorzien van een uitdrukkelijke waarschuwing dat ze niet gebruikt mogen worden!
Pagina 41
Pos. Omschrijving Korte beschrijving Voor de verlichting van het bedieningspaneel bij Verlichting ingeschakeld parkeerlicht. Indrukken bij noodgevallen (personen in gevaar, dreigende botsing enz.)! Door indrukken van de NOODSTOP-knop worden NOODSTOP- de motor, aandrijvingen en besturing knop uitgeschakeld. Om de motor opnieuw te kunnen starten, moet de NOODSTOP-knop uitgetrokken zijn.
Pagina 43
Pos. Omschrijving Korte beschrijving Moet na het starten uitgaan zodra het toerental wordt verhoogd. Als het lampje niet uitgaat of tijdens het gebruik Acculaad- gaat branden: kortstondig het toerental verho- controle (rood) gen. Als het lampje blijft branden: de motor uitzetten en de fout opsporen.
Pagina 45
Pos. Omschrijving Korte beschrijving Inschakeling van de rijaandrijving en traploze instelling van de rijsnelheid - vooruit of achteruit. Middelste stand: starten mogelijk; motor in vrijlooptoerental; geen rijaandrijving; machine op de Rijhendel (rijden) De maximumsnelheid kan worden ingesteld met de rijsnelheidknop. De motor kan niet worden gestart wanneer de rijhendel niet op de middelste stand staat! Rijsnelheidknop...
Pagina 47
Pos. Omschrijving Korte beschrijving Hiermee wordt de freeswalsaandrijving in- of uitgeschakeld. Schakelaar omhoog: freeswalsaandrijving ingeschakeld Schakelaar omlaag: freeswalsaandrijving uitgeschakeld Freeswalsaan- Voordat de freeswalsaandrijving wordt inge- drijving schakeld, moet worden gecontroleerd of de ma- AAN / UIT chine niet zo laag is gezet dat de freeswals de ondergrond raakt.
Pagina 49
Pos. Omschrijving Korte beschrijving Hiermee wordt de sperdifferentieel in- en uitgeschakeld; dit wordt gebruikt bij tractieproblemen van de machine. Schakelaar omhoog: sperdifferentieel ingeschakeld Elektrische Schakelaar omlaag: sperdifferentieel sperdifferentieel uitgeschakeld De sperdifferentieel uitsluitend in- of uitschake- len bij stilstaande machine. Inschakeling is alleen mogelijk op de werksnel- heid! Met deze schakelaar wordt de rem in- of uitgeschakeld.
Overige bedieningselementen Bedieningselementen bestuurderspositie Bestuurdersstoel Op de bestuurderspositie bevindt zich een bestuurdersstoel die op de bestuur- der moet worden ingesteld voordat men begint met werken. - Om de stoel in te stellen op het ge- wicht van de bestuurder, draait u de greep (1) aan de bovenkant van de leuninghouder tot het gewicht van de bestuurder zichtbaar is op de schaal-...
Achterste walsklep Via de achterste walsklep (1) heeft men toegang tot de freeswals. De klep is aan de rechterzijde vastgezet met een bout (2) en kan voor onderhoud naar links worden opengezwenkt. Hier- toe moet de bout worden verwijderd en moeten twee andere...
Accuhoofdschakelaar De accuhoofdschakelaar (1) bevindt zich achter de linker klep van de motor- ruimte. Deze onderbreekt de stroom- kringloop via de massa. De hoofdzekeringen (2) bevinden zich onder de hoofdschakelaar. - Uitschakelen: hoofdschakelaar naar links draaien en uittrekken. De verwijderde hoofdschakelaar niet verliezen, anders kan de machine niet meer worden gestart.
Externe aansluiting accu’s Onder de motorkap aan de linkerzijde van de machine bevindt zich de externe aansluiting van de accu’s. Nadat de afschermkap (1) is gedemon- teerd, kan men van hieruit een externe start uitvoeren of lege accu’s opladen met een geschikte accukabel. Externe start uitsluitend volgens de in- structies (zie paragraaf “Machine star- ten, Externe start (starthulp)“.
Freesdiepte-indicatie Links en rechts bij de steunwielen be- vindt zich een verstelbare freesdiepte- indicatie (1). Het rechter steunwiel heeft twee schaal- aanduidingen voor indicatie van de freesdiepte in de posities: - steunwiel uitgeklapt - steunwiel ingeklapt - Om de wijzer op de gewenste waarde te zetten, moet de stelschroef (2) wor- den losgedraaid, waarna de wijzer in de hoogte kan worden verschoven.
Freesdiepteaanslag Links en rechts bij de steunwielen be- vindt zich een verstelbare freesdiepte- aanslag. Zodra de gewenste freesdiepte is inge- steld, kan deze waarde worden „vastge- legd“ behulp twee aanslagen. - De spil met behulp van het handwiel (1) indraaien tot aan de aanslag. - De spil in de gewenste stand vastzet- ten door de contrahendel (2) vast te trekken.
Waterpas / hellingindicatie Een hellingindicatie op vloeistofbasis voor weergave van de zijdelingse nei- ging van de machine bevindt zich aan de bovenzijde van de machine, recht boven het bedieningspaneel. - Als de luchtbel tussen de markeringen (1) in het midden van het buisje staat, staat de machine horizontaal.
Smoorkleppen nivellering De in- en uitschuifsnelheid van de hy- draulische cilinders van de steunwielen kan worden ingesteld met behulp van twee smoorkleppen. Rechter steunwiel: de kleppen bevinden zich buiten op het machineframe. - Linker smoorklep (1): uitschuifsnel- heid instellen. Instelknop met de klok mee draaien = lagere uitschuifsnelheid.
Afsluiter hydraulische freeskringloop De hydraulische kringloop van de frees- walsaandrijving beschikt over een afslui- ter die kan worden geopend om bij het verwisselen van de beitels de freeswals gemakkelijker te kunnen draaien. De afsluiter bevindt zich onder de rech- ter klep van de motorruimte. - Schakelstand horizontaal: freeskring- loop - Schakelstand recht naar boven: on-...
Ballastgewichten Aan de voorzijde van de machine en on- der de klep aan de achterzijde van de machine bevinden zich bevestigings- punten voor extra gewichten. Afhankelijk van de werkzaamheden kan de machine worden voorzien van meer of minder extra gewichten. - Bij het voorste bevestigingspunt moet eerst de moer (1) worden gedemon- teerd en de schroefdraadstang (2)
Hoogte-instelling schijnwerpers rondomverlichting Aan de linkerzijde van het bedieningspa- neel bevindt zich een in de hoogte ver- stelbaar contact voor rondomverlichting en voor een extra schijnwerper. - De vleugelschroef (1) losdraaien en de mast op de gewenste hoogte in- stellen. - Vleugelschroef weer vastdraaien.
Afsluitkleppen waterbesproeiing / af- tapschroef watertank Achter de rechter zijklep bevinden zich de afsluitklep en de aftapschroef van de waterinstallatie. - Om watertoevoer naar sproeiers van de freeswalsbe-sproei- ing te sluiten, zet u de klephendel (1) in de afsluitrichting. - Als de watertank geledigd moet wor- den, zet u de klephendel (2) in de doorstroomrichting.
Onderlegblok Als de machine op een oneffen terrein wordt geparkeerd, moet hij met dit blok worden beveiligd tegen onbedoeld weg- rollen. Een blok bevindt zich vooraan in een houder op de onderzijde van de machi- Zeiger.tif Beveiliging tegen vandalisme Op de binnenzijde van de onder- houdsklep achteraan de machine be- vindt zich een afdekkap voor het bedieningspaneel dat dient als beveili-...
Bedrijf Bedrijf voorbereiden Apparaten en hulpmiddelen Om vertragingen te voorkomen en storingsvrij te kunnen werken, moet voor begin van het werk worden gecontroleerd of alle apparaten en hulpmiddelen die nodig zijn voor een soepel werkverloop aanwezig zijn. Smeermiddelen en bedrijfsstoffen, gereedschap, reservebeitels en andere benodig- de vervangingsonderdelen, onderdelen van de persoonlijke beschermingsuitrusting (beschermende kleding, reflecterende jassen, handschoenen, gehoorbescherming) moeten in voldoende mate voorhanden zijn.
Checklist voor de machinebestuurder Nadat de onderhouds- en controlewerkzaamheden zijn uitgevoerd volgens de inter- vallen van de onderhoudshandleiding, moeten bovendien de tests en controles wor- den uitgevoerd die op de lijst zijn vermeld. Deze dienen om de machinetoestand te beoordelen, om een storingsvrij gebruik te waarborgen en voor de persoonlijke veiligheid.
Pagina 65
Controleren! Hoe? Controleren bij lopende motor: de machine mag alleen verplaatst - Bestuurderspositie kunnen worden wanneer de bestuurder zich op de bestuurspositie bevindt. Overige voorzieningen: Ommantelingen en kleppen controleren - motorommantelingen op stevige bevestiging. - zijkleppen Behalve de checklist moet ook een visuele controle van alle componenten, voorzie- ningen en functies worden uitgevoerd.
Machine starten Voordat de dieselmotor wordt gestart en de machine in gebruik kan worden geno- men, dient men het volgende te doen: - Dagelijks onderhoud van de machine. Controleer aan de hand van de bedrijfsurenteller of er verdere onderhoudswerk- zaamheden uitgevoerd moeten worden. - Controle van de veiligheidsvoorzieningen en beveiligingen.
Pagina 67
- Contactsleutel (2) in de stand “P” in het contact steken. Bij het starten dient er geen licht ingeschakeld te zijn, om de accu te ontzien. - Ontsteking inschakelen (pos. 1). - Contactsleutel op pos. 2 draaien om de dieselmotor te starten. Voor het starten een claxonsignaal ge- ven door kort op de claxonknop (3) te drukken.
Externe start (elektrische starthulp) Als de accu’s leeg zijn en de startmotor niet draait, kan de motor worden gestart met behulp van een externe stroombron. Geschikt als stroombron: - voertuig met 24-V-installatie; - 24-V-reserveaccu; - startapparaat, 20V/100A. Normale acculaders of snelladers zijn niet geschikt als starthulp.
De machine laten warmlopen Om overmatige slijtage en verhoogde belasting van de modules zo klein mogelijk te houden, dient u de motor altijd – en vooral bij lage temperaturen (<10°C), ca. 5 minu- ten te laten warmlopen op stationair toerental en zonder belasting. De freeswals dient ingeschakeld te zijn.
Machine verplaatsen 16 15 PL350Sneu.jpg/Gashebl.jpg - De machine gelijkmatig omhoog zetten met behulp van schakelaars (17) en (18) tot de benodige afstand tot de bodem is bereikt. - Ervoor zorgen dat de machine zo horizontaal mogelijk staat (hellingindicatie in acht nemen) De machine nooit helemaal omhoog zetten voor het rijden! Kantelgevaar! Afstand tot de bodem in acht nemen!
Nul-instelling - Freeswals laten lopen op een lager toerental - Frees omlaag bewegen tot de beitel- punten over de volledige freeswals- breedte de rijbaan raken. - Freesdiepteschaal op nul instellen. De nul-instelling moet zowel bij uitge- klapt als bij ingeklapt steunwiel worden uitgevoerd! De nul-instelling altijd uitvoe- ren op een vlakke, niet hellende onder- grond.
Frezen langs de wegrand of op verho- gingen Draagvermogen van het rechter rijspoor in acht nemen. De frees voldoende omhoog zetten! De afstand tussen de freeswals en de bodem moet groter zijn dan de hoogte van de verhoging. Frees altijd horizontaal houden bij het plaatsen in de freespositie! De machine gelijkmatig tot de gewenste freesdiepte laten zakken.
Frezen langs de trottoirband (met ingeklapt steunwiel) Voordelen: - maximale freesdiepte wordt bereikt - frezen direct langs de trottoirband mo- gelijk Nadelen: - geringe freesnauwkeurigheid - minder exact freesvlak Back7.tif D 36...
Pagina 75
Frezen (voorbereiding): 16 15 PL350Sneu.jpg/Gashebl.jpg - De machine naar het te frezen gedeelte bewegen en met de hand zo ver mogelijk laten zakken (de freeswals raakt de bodem nog niet). De volgende functies inschakelen op het hoofdbedieningspaneel Pos. Toets Stand Transport-/werksnelheid Werksnelheid (schildpad) Rijsnelheidknop van de rijaandrijving Ca.
Frezen PL350S.tif/Back1.tif Nadat alle voorbereidingen voor het frezen zijn uitgevoerd en de frees klaar is voor gebruik, wordt de stationaire machine omlaag gezet tot de gewenste diepte. - De stationaire machine voorzichtig omlaag bewegen met schakelaars (17) en (18) tot de freeswals het te bewerken oppervlak lichtjes raakt. - Beide freesdiepte-indicaties (a) op nul zetten.
Frezen beëindigen 16 15 PL350Sneu.jpg/Gashebl.jpg De machine stoppen en omhoog zetten aan het einde van het freesspoor: - De rijhendel (15) staat op de middelste stand. - De machine gelijkmatig omhoog zetten met behulp van schakelaars (17) en (18) tot de benodige afstand tot de bodem is bereikt.
Machine stallen Voordat de machine wordt uitgezet de bedrijfsurenteller aflezen en nagaan of er on- derhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Wanneer de machine wordt gestald op voor publiek toegankelijk terrein, moet de ma- chine zodanig worden beveiligd dat onbevoegden of spelende kinderen geen schade kunnen aanrichten.
Langdurig stallen Bij seizoensgebonden stalling moet de machine zodanig worden geplaatst dat deze wordt beschermd tegen binnenvallende zonnestralen, wind, vocht en vorst. Als de machine niet in een afgesloten hal kan worden gestald, moet hij onder een af- dak worden gezet of volledig worden afgedekt met een geschikt dekzeil. De bedieningspanelen extra beveiligen met de bijgevoegde afsluitkap en afsluiten.
Inzetmogelijkheden van de kleine frezen Verwijdering van lengte- en dwarsgroeven ervoor erna Vlakfrezen Selectief uitfrezen Plan1.tif Verwijderen van scheuren ervoor erna Selectief uitfrezen Plan2.tif Verwijderen van gaten, vorstscheuren ervoor erna Gedeeltelijk uitfrezen Plan3.tif D 42...
Verwijdering van randvervormingen en krommingen ervoor erna Wigvormig uitfrezen Plan4.tif Maken van aansluitranden erna ervoor Wigvormig uitfrezen Plan5.tif Maken van sleuven, voegen en kabelsleuven Uitfrezen met speciaal voegfreesgereedschap Plan6.tif D 43...
Verwijdering van ingelegde markeringen ervoor erna Uitfrezen met speciaal voegfreesgereedschap Plan7.tif Demarkeringswerkzaamheden ervoor erna Wegfrezen van opgebrachte markeringen met fijnfreeswalsen of demarkeringswalsen Plan8.tif Stroefheid herstellen ervoor erna Ruw maken met fijnfreeswalsen Plan9.tif D 44...
F Onderhoud Veiligheidsvoorschriften voor het onderhoud Bij alle onderhoudswerkzaamheden moeten de vereisten van de gezondheids-, ar- beids- en brandbeveiliging worden nageleefd. De vereiste arbeidsveiligheidsuitrus- ting moet altijd worden gedragen. De onderhoudswerkzaamheden altijd uitvoeren bij uitgeschakelde motor, tenzij an- ders is aangegeven! Onderhoudswerk altijd uitvoeren op een vlakke, stabiele ondergrond.
Vermijd elektrische laswerkzaamheden aan de machine, omdat deze kunnen leiden tot beschadiging van elektronische en hydraulische modules! Als er uitzonderingsgewijs toch elektrische laswerkzaamheden nodig zijn, moet men voor het begin van het laswerk aan het volgende denken: - De ontsteking is uitgeschakeld - De stroomkring is onderbroken - De massapool van het lasapparaat bevindt zich zo dicht mogelijk bij de lasplek.
Pagina 85
Bedrijfsuren Onderhoudspunt Taak (3.1) Aandrijfaggregaat motor Vulpeil controleren. Brandstoftank Brandstof bijvullen Tank en installatie reinigen Motor Oliepeil controleren Olie bijvullen Olie verversen Oliefilter vervangen Brandstoffilter vervangen Brandstofinstallatie ontluchten Luchtfilter controleren Stofreservoir leegmaken Luchtfilterinzetstuk schoonmaken / vervangen Koelribben controleren Koelribben schoonmaken Ventilator controleren op beschadiging Koelmiddelpeil controleren...
Pagina 88
Bedrijfsuren Onderhoudspunt Taak (3.5) Waterinstallatie Watertank Vulpeil controleren. Water bijvullen Water verversen Tank reinigen Tank demonteren Waterfilter Waterfilter controleren Filter vervangen Water aftappen Waterpomp Water aftappen Watersproeiers Werking controleren Water aftappen (3.6) Stroomvoorziening Vulpeil van het accuzuur controleren Accu’s Gedestilleerd water bijvullen Accupolen invetten (3.7) Overige Werking controleren...
Pagina 89
Bedrijfsuren Onderhoudspunt Taak (4.0) Smeerpunten Besturing smeren Besturing (smeernippels) Steunen Steunen smeren (smeernippel) Spillen Spillen invetten freesdiepteaanslag (5.0) Controles Algemene visuele controle Controle door een deskundige Onderhoud Onderhoud tijdens de inrijdperiode...
Aandrijfaggregaat motor Brandstoftank Altijd de brandstoftank vullen voordat u begint met het werk; zo voorkomt u „drooglopen“ van het brandstofsysteem en daardoor een tijdrovende ontluchting. Brandstofpeil meermaals per dag con- troleren op de indicatie (1) aan de linker- zijde van de machine. De tankdop (2) bevindt zich achter de linker klep van de motorruimte.
Dieselmotor Voordat er met het werk wordt begon- nen altijd het oliepeil van de motor con- troleren met de peilstok (1). Oliecontrole altijd bij horizontaal staande machine! De peilstok bevindt zich achter de linker klep van de motorruimte. De klep wordt geopend met een vierkantsleutel.
Olieverversing Het olieaftappunt bevindt zich aan de rechterzijde van de machine in de vrije ruimte voor het zwenkbare steunwiel. Gevaar van brandwonden door hete olie! Oude olie opvangen in een geschikte houder en afvoeren Voor de olieverversing de motor even la- ten warmdraaien.
Brandstoffilter Het brandstoffilter om de 500 bedrijfsu- ren vervangen. Het brandstoffilter bevindt zich onder de linker klep van de motorruimte. De klep wordt geopend met een vierkantsleutel. Schroefverbinding aan de onderzijde van het filter demonteren, filter losma- ken en het bevestigingsvlak reinigen. Het nieuwe filter met de nieuwe afdich- ting vullen met brandstof en met de hand vastdraaien.
Brandstofinstallatie ontluchten Om de brandstofinstallatie te ontluchten, bijv. na het vervangen van een filter, zijn een ontluchtingsschroef en een hand- pomp aanwezig. De ontluchtingsschroef (1) bevindt zich in de buurt van de toerentalhendel, de handpomp zit op de behuizing van het brandstoffilter.
Luchtfilter Het luchtfilter bevindt zich onder de rechter klep van de motorruimte. De klep wordt geopend met een vierkantsleutel. Het stofreservoir (1) om de 50 bedrijfsu- ren leegmaken. Om bij het filterelement te kunnen, moe- ten de sluitingen (2) op het filterhuis wor- losgemaakt moet afsluitdeksel van het filterhuis worden...
Pagina 96
Koeler De koelribben van de koeler dagelijks controleren op vuil en lekkage. De waterkoeler bevindt zich voorin de motorruimte. Bij sterke vervuiling dient de koeler eerst met een geschikt vuiloplosmiddel te wor- den besproeid en vervolgens met een waterstraal te worden afgespoten. Kühl.bmp F 14...
Aandrijfriem De aandrijfriem dagelijks visueel contro- leren op beschadiging. Onderhoud van de aandrijfriem: zie de gebruiksaanwijzing van de motor. Kraftstofffilter.tif Klepspeling De klepspeling van de motor moet wor- den gecontroleerd en zo nodig bijgesteld na 250 uur inlooptijd en daarna om de 2000 bedrijfsuren.
Hydraulica Hydraulische olietank Het oliepeil dagelijks controleren op de indicatie (1) aan de rechterzijde van de machine. De hydraulische olie om de 1000 be- drijfsuren, maar minstens eenmaal per jaar vervangen. De hydraulische olietank bevindt zich onder de rechter klep van de motorruim- te.
Hydraulische olie verversen De olieaftapschroef (3) voor de hydrauli- sche olie bevindt zich rechts aan de on- derzijde van de machine. Bij het aftappen van de hydraulische olie moet er een geschikte opvangbak onder het aftappunt worden gezet voordat de schroef wordt gedemonteerd.
Hydraulisch aanzuig-/retourfilter Het filterelement vervangen wanneer de akoestische vervuilingsindicatie dit aan- geeft, maar maar minstens eenmaal per jaar. Let op de akoestische signaalgever van het hydraulische systeem! Als er een signaal hoorbaar is, moet het frezen worden onderbroken of niet worden ge- start;...
Hydraulische slangen De toestand van de hydraulische slan- gen om de 500 bedrijfsuren gericht con- troleren. Beschadigde slangen direct vervangen. Oude slangen worden poreus en kun- nen barsten! Ongevalgevaar! Een ingestanst nummer op het schroef- aansluitstuk geeft informatie over de productiedatum (1) en de maximaal toe- gestane druk voor de slang (2).
Aandrijfwiel, steunwielen Planeetdrijfwerk Oliepeilcontrole Het oliepeil om de 50 bedrijfsuren con- troleren. Bij het controleren en bijvullen van de olie moet de afsluitschroef van de olie- peilcontrole (1) in de 9-uur stand staan. Het oliepeil moet tot aan de onderkant van het boorgat van de afsluitschroef reiken.
Pagina 103
Olieverversing van het planeetdrijfwerk Eerste olieverversing na 250 uur inloop- tijd, daarna om de 1000 uur, maar min- stens eenmaal per jaar. Bij het aftappen van olie moet de aftap- schroef (2) in de 6-uur stand staan en de vulschroef (1) in de 9-uur stand. Olie alleen verversen in bedrijfswarme toestand, direct nadat het drijfwerk stil- staat.
Freesgedeelte Freeswals De freeswals is vastgeschroefd op de behuizing van de freeswalsmotor. De freeswals is aan de rechterzijde niet gelagerd. Freeswals demonteren De freeswals kan eenvoudig worden ge- demonteerd voor herstelwerk of voor het vervangen van het gereedschap, bijv. door een sleuffrees. - De rechter steun in de voorste stand zwenken.
Freesbeitel, beiteldozen, De toestand van de freesbeitel en beiteldozen moet meermaals per dag worden ge- controleerd. Versleten of beschadigde beitels en dozen moeten direct worden vervangen. Het machinevermogen kan alleen met foutloze freesgereedschappen optimaal wor- den benut. Slijtagekenmerken van rondschachtbeitels Nieuwe beitel Afgesleten beitel –...
Pagina 106
Slijtagekenmerken van beiteldozen Nieuwe beiteldoos Sterke slijtage van het draagvlak van de beitel – zo snel mogelijk vervangen Sterke slijtage van het boorgat van de beitelopname – zo snel mogelijk vervangen Sterke slijtage van de flank - direct vervangen Voor de controle en het vervangen van de beitel en beiteldozen moeten de volgende veiligheidsmaatregelen worden getroffen: - Ervoor zorgen dat de aandrijfmotor niet kan worden gestart.
Demontage van de beitel - De beiteluitdrijver in het boorgat aan de achterzijde van de beiteldoos plaatsen en de versleten of bescha- digde beitel met hamerslagen uitdrij- ven. Meißeldemon.cdr/Meisselh1.tif Montage van de beitel - Nieuwe beitel in de beiteldoos slaan met behulp van een hamer van koper, messing of harde kunststof.
Beiteldoos vervangen zelfde zitting De op de wals aangebrachte beiteldo- zen zijn zo vast en betrouwbaar op de freeswals gelast, dat het slechts zeer zelden en in extreme omstandigheden (bijv. vergeten stalen rails in het frees- vlak) tot breuken komt. Op de freeswals heeft elke beitel op de ene zijde een beitel met dezelfde zitting op de andere zijde, die echter een paar...
Zijplaten De over de grond glijdende zijplaten (1) moeten om de 50 uur worden gecontro- leerd op goede bevestiging. Links en rechts van de freeskast bevindt zich een zijplaat. Om bij de linker zijplaat te komen, moet de klep worden geopend waarop de tre- de van de bestuurder zich bevindt.
Rubber afdichtingen De rubber afdichtingen (1) aan de voor- en achterzijde van de freeskast moeten worden vervangen wanneer ze niet lan- ger voor een goede afdichting zorgen. - De bevestigingsschroeven (2) demon- teren en het versleten rubber verwij- deren. - Nieuwe rubbers monteren met behulp van de schroeven.
Waterinstallatie Watertank Voordat men begint met werken altijd het peil van de watertank controleren op de niveaumeter (1) op de rechterkant van de watertank. Eventueel de tank bij- vullen. - Vulopening (2) openschroeven, water bijvullen tot aan de bovenrand en de opening weer correct sluiten.
Watertank demonteren Voor diverse werkzaamheden, bijvoor- beeld om bij te accu’s te komen, moet de watertank worden gedemonteerd. - De machine op een geschikte plaats neerzetten, de aftapschroef (1) ope- nen en de watertank geheel leeg ma- ken. - De slangaansluiting van de tank (2) (achter de rechter klep van de motor- ruimte) door losdraaien van de slang- klem demonteren.
Waterfilter Het filterelement (1) moet worden ver- vangen wanneer het een sterke bruine verkleuring vertoont! Het waterfilter bevindt zich onder de rechter klep van de motorruimte. De klep wordt geopend met een vier- kantsleutel. - Ervoor zorgen dat de waterpomp niet in bedrijf is.
Waterpomp Bij vorstgevaar moet de waterpomp vol- ledig worden leeggemaakt om deze te beschermen tegen beschadiging. - De schroeven losdraaien om het rest- water te laten weglopen. - Voordat de machine weer in gebruik wordt genomen, moeten alle schroe- ven weer correct worden aange- bracht.
Stroomvoorziening Accu’s De laadtoestand van de accu’s om de 250 uur, maar minstens om de 3 maan- den, controleren. De twee accu’s bevinden zich onder de watertank. De tank moet van het frame worden ver- wijderd om bij te accu’s te kunnen. BeleuchtungV.tif De accu's zijn in de fabriek gevuld met de juiste hoeveelheid accuzuur.
Overig Noodstopknop Voor uw eigen veiligheid en die van andere personen en de machine, dient de werking van de noodstopknop dagelijks te worden gecontroleerd. Een defecte noodstopknop moet onmiddellijk worden vervangen. De noodstopknop bevindt zich op het bedieningsbordes. Door indrukken van de noodstopknop worden de motor, aandrijvingen en besturing uitgeschakeld.
Geleiderails De geleiderails (1) waarlangs de steun- wielen glijden bij de hoogtewijziging, moeten om de 250 bedrijfsuren worden gecontroleerd op slijtage. Op de twee mogelijke posities van het zwenkbare steunwiel bevinden zich elk twee geleidingsrails. Wanneer de rails tot aan de schroefkop zijn versleten, moeten ze worden ver- vangen.
Smeerpunten Besturing Aan de rechterzijde van de tandkrans bevindt zich een smeernippel. Vet toevoegen met een smeerpistool (5 slagen). Zahnkranz.tif Steunen Beide steunen hebben een smeernippel. De buismantel moet altijd zijn voorzien van een vetlaag. 5 slagen vet toevoegen met een smeer- pistool.
Controles Algemene visuele controle Bij de dagelijkse routine dient men rond de machine te lopen en de volgende contro- les uit te voeren: - Onderdelen of bedieningselementen beschadigd? - Lekkages in motor, hydraulisch systeem, drijfwerken enz.? - Alle bevestigingspunten in orde? Geconstateerde fouten direct verhelpen om schade, ongevalgevaar en milieuvervui- ling te voorkomen! Controle door een deskundige...
Elektrische zekeringen Hoofdzekeringen (1) (onder de linker klep van de motorruimte) Motorhebel.PL350.tif 50 A - F1.1 hoofdzekering - F1.2 generator 50 A F 38...
Zekeringen op het bedieningspaneel PL350.tif Smeltveiligheidsbord (2) Fuse1.Tif F 2.1 - F 2.8 Bedrijfsurenteller Elektr. toerenteller Claxon Rijaandrijving Nivellering Niet in gebruik Instrumentenverlichting, koplampen Schijnwerpers, rondomverlichting F 39...
Smeermiddelen en bedrijfsstoffen Gebruik uitsluitend de vermelde smeermiddelen of een bekend merk van dezelfde kwaliteit. Gebruik voor het bijvullen van olie of brandstof uitsluitend reservoirs die van binnen en van buiten schoon zijn. Vulhoeveelheden in acht nemen! Een verkeerd olie- of smeermiddelpeil bevordert de slijtage en machineuitval. ESSO FINA Mobilux 2...
Hydraulische olie Geprefereerde hydraulische olie: a) Synthetische hydraulische vloeistof op basis van esters, HEES Fabrikant ISO viscositeitsklasse VG 46 Shell Naturelle HF-E46 Panolin HLP SYNTH 46 Esso HE 46 b) Minerale olie-persvloeistoffen Fabrikant ISO viscositeitsklasse VG 46 Shell Tellus Oil 46 Als u in plaats van persvloeistoffen op minerale basis biologisch afbreekbare pers- vloeistoffen wilt gebruiken, dient u contact op te nemen met ons bedrijfsadviesbu- reau!
Vulhoeveelheden Hoeveelheid ca. 114 liter (tot de max. Brandstoftank aanduiding) Motorolie ca. 7,5 liter ca. 75 - 85 liter (tot de max. Hydraulische olietank aanduiding) ca. 465 liter (tot de max. Watertank aanduiding) Planeetdrijfwerk aandrijfwiel tot de max. aanduiding Koelwater motor tot de max.
Onderhoudsbewijs Ter bewijs van de uitgevoerde onderhouds-, herstel- en reparatiewerkzaamheden dienen de voorgedrukte formuleren op de volgende pagina’s te worden gebruikt. Aanwijzingen voor het correct invullen van de onderhoudsbewijzen: bijv. : 9.1 Module motor, motorinstallaties Opmerkingen over de omvang van het Resultaat, naam, Datum Aanleiding...