13-7. Omstandigheden die van invloed zijn op de vorm van de las
Hoek te klein
ELEKTRODEHOEK
BOOGLENGTE
Te kort
VOORLOOPSNELHEID
Langzaam
13-8. De elektrodebeweging tijdens het lassen
1
Juiste hoek
° -
°
10
30
Trekken
Normaal
Normaal
2
3
.
De vorm van de las wordt
beïnvloed door de elektrode-
hoek, de booglengte, voorloop
snelheid en de dikte van het te
lassen basismetaal.
Hoek te groot
Spatten
Te lang
Snel
.
Normaal gesproken is één ge-
trokken las voldoende voor de
meeste lassen met een smalle
groef; bij lassen met een brede
groef of bij het overbruggen van
spleten werken zwaailassen of
meerdere getrokken lassen echt-
er beter.
1
Getrokken las − regelmatige
beweging langs de naad
2
Zwaailas − beweging van de
ene naar de ander kant langs de
las
3
Zwaaipatronen
Gebruik zwaaipatronen om een breed
gebied te bedekken met één elektro-
debeweging. De zwaaibreedte mag
niet groter zijn dan 2-1/2 maal de dia-
meter van de elektrode.
S-0061
S-0054-A
OM-2226 Pagina 65