4-1. Bedieningsfuncties
8
.
Voor alle bedieningsfuncties van het
toetsenbord op het voorpaneel geldt:
druk op de drukschakelaar om het lampje
te laten branden en de functie in te
schakelen.
.
Groen op een naamplaatje duidt op een
TIG-functie, grijs op een beklede elek-
trode functie.
1
Instelknop
Gebruik de instelknop samen met de
desbetreffende functieschakelaar op het
voorpaneel om de waarden voor die
specifieke functie te wijzigen. Zie sectie 4-2.
OM-2226 Pagina 24
HOOFDSTUK 4 − WERKING
3
4
5
9
2
Ampèremeter en parameter display
Zie sectie 4-4.
3
Voltmeter
Zie sectie 4-5.
4
Process Controls
Zie sectie 4-6.
5
Procesregelknoppen
Zie sectie 4-8.
6
Stroomsterkteregeling en puntlas timer
regeling
Zie sectie 4-3 voor de stroomsterkterege-
ling.
2
7
10
Zie sectie 4-12 voor de puntlas timer
regeling.
7
Instel-regelknoppen
Zie sectie 4-11.
8
Aan/uit schakelaar
Gebruik deze schakelaar om het apparaat
aan en uit te zetten.
9
Puls regelknoppen (DX- en
LX-modellen)
Zie sectie 4-9.
10 Up/Downslope regeling (DX-, LX- en
alle CE modellen)
Zie sectie 4-10.
1
6
ST-207 690-A / ST-802 452