De start-oplooptijd wijzigen
E.
Stroom (A)
Start−oplooptijd
1
Drukschakelaar voor stroomsterkte
2
Instelknop
3
Ampèremeter
Ga als volgt te werk om de start−oplooptijd
bij te stellen:
De vooringestelde minimum stroomsterkte wijzigen
F.
Stroom (A)
1
Drukschakelaar voor stroomsterkte
2
Instelknop
3
Ampèremeter
Ga als volgt te werk om de vooringestelde
minimum stroomsterkte bij te stellen:
StS
20
Druk op de stroomsterkteschakelaar.
De LED van de schakelaar gaat branden
evenals de S−LED van de meter.
De huidige
startstroom
de ampèremeter te zien in milliseconden
PA_
5
Vooringestelde minimum stroomsterkte
Druk op de stroomsterkteschakelaar.
De LED van de schakelaar gaat branden
evenals de A−LED van de meter. De voor-
ingestelde minimum stroomsterkte is op de
ampèremeter te zien en kan worden bijge-
steld (zie sectie 4-13) door de instelknop te
verdraaien.
3
en kan worden bijgesteld (zie sectie 4-13)
door de instelknop te verdraaien.
is
op
Ga verder bij sectie F voor het wijzigen van
de vooringestelde minimum stroomsterkte.
3
.
De
vooringestelde minimum stroomster-
kte wordt gekozen word de minimum
stroomsterkte die de machine zal lev-
eren als wissel.
2
1
2
1
stroomsterkte
die
als
OM-2226 Pagina 39