STORING
De compressor raakt
oververhit.
Er bevindt zich teveel olie in
de uitlaatlucht.
De veiligheids klep treedt in
werking.
De olie wordt in het
luchtfilter terugge−
stuwd.
Machine loopt bij starten op
tot volle druk.
Machine weigert op te laden
bij indrukken van knop van
bij indrukken van knop van
inlaatklep.
inlaatklep.
7/120 (P425WIR), 9/110 (XP375WIR), 10/105 (HP375WIR), 14/85 (VHP300WIR),
7/170 (P600WIR), 10/125 (HP450WIR), 14/115 (VHP400WIR)
OPSPOREN VAN STORINGEN
OORZAAK
Laag oliepeil.
De oliekoeler is vuil of zit verstopt.
Slechte oliekwaliteit.
De afblaasklep is defekt.
De ventilatielucht wordt opnieuw
gecirculeerd.
Minder koellucht uit ventilator.
De terugvoer− leiding zit verstopt.
De afscheider− korf is lek.
De druk in het systeem is te laag.
De bedrijfsdruk is te hoog.
Foutieve aanstelling van de regulateur.
Defekte regelklep.
Inlaatklep omjuist afgesteld.
Losse leiding/slang aansluitingen.
Veiligheidsklep defect.
Onjuiste stopprocedure gebruikt.
Inlaatklep defect.
Defecte belastingklep
Defecte belastingklep
Schakelaar defect
Losse leiding/slang aansluitingen.
66
OPLOSSING
Vul het oliereservoir bij en kontroleer deze op lekkage.
Reinig de koelribben van de oliekoeler.
Gebruik door Doosan aanbevolen olie.
Kontroleer de werking van het element en vervang dit
indien nodig.
Verplaats de compressor om te voorkomen dat de
ventilatielucht opnieuw cirkuleert.
Ventilator en snaren controleren. Controleren op
eventuele belemmeringen binnen ventilatortunnel.
Kontroleer de terugvoerleiding, de afzuigleiding en de
vernauwing op het compressorgedeelte.
Maak ze schoon of vervang ze.
Vervang de afscheiderkorf.
Kontroleer de minimumdrukklep of de geluidsdemper .
Zie SNELHEIDS− EN DRUKREGELING onder ON-
DERHOUD in dit handboek.
Stel de regelklep bij.
Kontroleer de regelklep en vervang deze indien nodig.
Zie SNELHEIDS− EN DRUKREGELING onder
ONDERHOUD in dit handboek.
Alle leiding/slang aansluitingen controleren.
Ontlastdruk controleren. Eventueel defecte
veiligheidsklep vervangen. NOOIT PROBEREN
DEZE TE REPAREREN!
Altijd juiste stopprocedure toepassen. Uitlaatklep
sluiten en machine stationair laten draaien alvorens te
stoppen.
Juiste werking van inlaatklep(pen) controleren.
Klep vervangen
Klep vervangen
Controleer de schakelaar
Alle leiding/slang aansluitingen controleren.