De spanveerspanning controleren
Een riemspanningsmeter geeft de riemspanning
niet correct aan bij gebruik van een
automatische riemspanner. Meet de
spanveerspanning met behulp van een
momentsleutel. Volg de onderstaande
procedure:
1. Laat de spanning van de riem af door een
breekijzer en mof op de spanarm te zetten.
Neem de riem van de poelies af.
2. Laat de spanning op de spanarm los en
verwijder het breekijzer.
3. Merk de zwenkarm van de spanner zoals te
zien in de afbeelding.
4. Meet 21 mm (0.83 in.) af en breng een
markering aan op de montagevoet van de
spanner.
5. Breng een momentsleutel aan, zodanig dat
hij is uitgelijnd met de spillen van de poelie en
de spanner. Draai de zwenkarm met behulp
van de momentsleutel totdat de markeringen
zijn uitgelijnd.
6. Noteer de aflezing van de momentsleutel en
vergelijk die met de onderstaande
specificatie. Vervang zo nodig de
spannerconstructie.
Specificatie
Veerspanning—Moment 18−22 N•m (13−16 lb ft)
N.B.: De kolombout van de riemspannerrol
heeft een LINKSE schroefdraad.
Controleren elektrische aardverbindingen
motor
Houd alle aardverbindingen van de motor
schoon en goed aangedraaid om elektrische
vonkontladingen te voorkomen die tot schade
aan elektrische componenten kunnen leiden.
De aanvullende koelvloeistof−additieven
bijvullen tussen twee verversingen van de
koelvloeistof
N.B.: Als het koelsysteem wordt gevuld met
koelvloeistof zonder aanvullende
koelvloeistof−additieven, moet de koelvloeistof
eerst behandeld worden.
Het gehalte aan koelvloeistof−additieven neemt
in de loop der tijd geleidelijk af tijdens het
gebruik van de motor. De inhibitors moeten
regelmatig worden bijgevuld. Het koelsysteem
moet worden bijgevuld met extra aanvullende
koelvloeistof−additieven die verkrijgbaar zijn in
de vorm van vloeibare koelvloeistof−conditioner.
7/120 (P425WIR), 9/110 (XP375WIR), 10/105 (HP375WIR), 14/85 (VHP300WIR),
7/170 (P600WIR), 10/125 (HP450WIR), 14/115 (VHP400WIR)
Het is van groot belang om het gehalte aan
koelvloeistof−conditioner en het vriespunt op het
juiste niveau te houden, ter bescherming tegen
roest, puntroestvorming in de cilindervoering en
bevriezing als gevolg van een verkeerd
koelvloeistofmengsel.
Meng NOOIT verschillende merken
koelvloeistof−additief met elkaar.
Vul het systeem bij volgens de aanwijzingen op
het etiket van de koelvloeistof−conditioner.
BELANGRIJK: Houd de koelvloeistof altijd
op het juiste peil en in de juiste
concentratie. Laat de motor NOOIT draaien
zonder koelvloeistof, zelfs niet voor een
paar minuten.
Als de koelvloeistof vaak moet worden
bijgevuld, moet de glycolconcentratie
worden gecontroleerd om er zeker van te
zijn dat het juiste vriespunt wordt
gehandhaafd. Volg de aanwijzingen van de
fabrikant van de koelvloeistof/accutester.
Voeg de door de fabrikant aanbevolen
concentratie aanvullend koelvloeistof−additief
toe. Voeg NIET meer toe dan de aanbevolen
hoeveelheid.
Gebruik van niet−aanbevolen aanvullende
koelvloeistof−additieven kan tot neerslaan van
additief en geleivorming in de koelvloeistof
leiden.
Raadpleeg bij het gebruik van andere
koelvloeistoffen de leverancier van de
koelvloeistof en volg de aanbevelingen van de
fabrikant voor het gebruik van aanvullende
koelvloeistof−additieven.
Ventilator− en alternatorriemen vervangen
Raadpleeg DE VEERSPANNING VAN DE
RIEMSPANNER EN DE RIEMSLIJTAGE
CONTROLEREN in het gedeelte 500 uur/12
maanden van 'Smering en onderhoud' voor
verdere informatie over de riemspanner.
1. Controleer de riemen op barsten, rafels en
uitgerekte gedeelten. Vervang zo nodig.
2. Laat voor het vervangen van de riem met
automatische spanner de spanning van de
riem af door een breekijzer en een mof op de
spanarm zetten.
Laat voor het vervangen van de riem met de
handmatige spanner de spanning af bij de
riemspanner.
3. Neem de poly−V−riem van de poelies af en
werp hem weg.
4. Leg de nieuwe riem om. Zorg ervoor dat de
riem goed in alle poeliegroeven valt.
Raadpleeg de illustratie rechts om te zien
hoe u de riem op uw machine omlegt.
32