Smering & onderhoud/dagelijks
Dagelijkse controles vóór het starten
Doe het volgende elke dag VOORDAT U DE
MOTOR voor het eerst start:
Controleer het motoroliepeil met de peilstok.
BELANGRIJK: Voeg GEEN olie toe voordat
het oliepeil zich ONDER de kruisjes op de
peilstok bevindt.
BELANGRIJK: Vul NIET hoger dan de
bovenste markering op de peilstok. Het
oliepeil mag op elke hoogte tussen de
kruisjes staan.
Verversen van de motorolie en vervangen
van het oliefilter:
Controleer de brandstoffilters op water en vuil.
Als het filter is uitgerust met een kijkglas, leeg
het dan zo nodig dagelijks op basis van een
visuele inspectie.
BELANGRIJK: Tap het water af in een
geschikte container en voer het op correcte
wijze af.
a) Draai de aftappluggen (A) onder aan de
brandstoffilters of eventuele glazen twee of
drie slagen los.
b) Draai de ontluchtingsplug (B) op de
brandstoffilterhouder twee volle slagen los en
laat het water er onderuit weglopen tot er
brandstof uit begint te komen.
c) Als er brandstof uit begint te komen, draait u
de aftappluggen stevig aan.
Na het aftappen van water uit de brandstoffilters
moeten de filters worden voorgevuld door het
brandstofsysteem volledig te ontluchten.
Motorolie verversen en het filter vervangen
Uw motor is uitgerust met een speciaal oliefilter.
N.B.: Ververs de olie en vervang het filter
tijdens het inlopen van de motor voor het eerst
na hoogstens 100 uur gebruik.
Na het inlopen is het interval voor verversen
van de olie en vervangen van het filter 500 uur
of om de 12 maanden, afhankelijk van wat zich
het eerst voordoet.
N.B.: Als u diesel met een zwavelgehalte van
meer dan 0,05% (500 ppm) gebruikt, wordt het
vervangingsinterval voor olie en filter bekort.
Verversen van de motorolie en vervangen
van het oliefilter:
1. Laat de motor ongeveer 5 minuten draaien
om de olie op te warmen. Zet de motor af.
2. Verwijder de aftapplug uit het oliecarter.
3. Tap de carterolie af terwijl de motor warm is.
7/120 (P425WIR), 9/110 (XP375WIR), 10/105 (HP375WIR), 14/85 (VHP300WIR),
7/170 (P600WIR), 10/125 (HP450WIR), 14/115 (VHP400WIR)
4. Draai het filterelement met een geschikte
filtersleutel los om het te verwijderen. Werp
het oliefilterelement weg.
Belangrijk: De filtratie van de olie is van het
grootste belang voor een goede smering.
Vervang het filter altijd regelmatig.
5. Breng schone motorolie aan op de binnen−
en buitenpakking en op de filterschroefdraad
van het nieuwe filter.
6. Veeg beide afdichtingsoppervlakken van de
filterkop af met een schone doek. Controleer
of de stofafdichting op zijn plaats zit en
vervang hem als hij beschadigd is.
BELANGRIJK: Een filterelement bij het
installeren uitsluitend MET DE HAND
AANDRAAIEN. Een filtersleutel mag
UITSLUITEND worden gebruikt voor
VERWIJDERING.
7. Installeer het oliefilter en draai het met de
hand aan tot het stevig tegen de
stofafdichting aan zit. GEEF GEEN extra 3/4
tot 1−1/4 slag nadat de pakking contact
maakt, zoals bij standaardfilters gewoon is.
8. Haal de aftapplug aan tot het gespecificeerde
moment.
Specificatie
Oliecarter−aftapplug met koperen ring—
Aanhaalmoment 70 N•m (52 lb ft)
Oliecarter−aftapplug met O−ring—
Aanhaalmoment 50 N•m (37 lb ft)
9. Vul het motorcarter met PRO−TEC Engine
Fluid.
Zie voor het vaststellen van de juiste
hoeveelheid olie voor uw motor
OLIEVULVOLUME MOTORCARTER in het
hoofdstuk Specificaties in deze handleiding.
BELANGRIJK: Gebruik direct na het
verversen van de olie 30 seconden de
startmotor zonder de motor te laten starten.
Zo worden alle motoronderdelen goed
gesmeerd voordat de motor start.
N.B.: De oliecapaciteit van het carter kan
enigszins afwijken. Vul het carter ALTIJD tot
tussen de kruisjes op de peilstok. NIET te ver
vullen.
10. Start de motor en laat hem draaien om op
eventuele lekkage te controleren.
11. Zet de motor af en controleer na 10 minuten
het oliepeil. Het oliepeil moet tussen de
kruisjes op de peilstok staan.
30