SMEEROLIE VOOR DE COMPRESSOR
Op de ONDERHOUDSKAART in dit handboek kunt u zien
wanneer de smeerolie dient te worden ververst.
N.B.: Indien de compressor onder ongunstige omstandigheden
werkt of als de compressor lang heeft stilgestaan, is vaker
onderhoud vereist.
WAARSCHUWING!
Onder geen beding mag u de
afvoerstoppen of de oliefilterstop van het smeer− en
koelsysteem verwijderen zonder er eerst zeker van te zijn
dat de compressor is uitgeschakeld en niet meer onder
druk staat (zie STOPPEN onder BEDIENINGSINSTRUKTIES
van dit handboek).
Laat het afscheidersysteem, inklusief leidingen en
oliekoeler, geheel leeglopen door de afvoerstoppen te
verwijderen en de afgelopen olie in een geschikte kontainer op
te vangen.
Plaats de stoppen weer in de juiste afvoer en zorg ervoor dat
ze goed vastzitten.
7/120 (P425WIR), 9/110 (XP375WIR), 10/105 (HP375WIR), 14/85 (VHP300WIR),
7/170 (P600WIR), 10/125 (HP450WIR), 14/115 (VHP400WIR)
N.B.: Indien u de olie direkt aftapt nadat de compressor in
bedrijf is geweest, is het meeste bezinksel nog niet
neergeslagen en daardoor beter te verwijderen.
VOORZICHTIG! Bepaalde oliemengsels zijn totaal ongeschikt
voor deze compressor. Gebruik ervan resulteert in de vorming
van aanslag of (schel)lak, die onoplosbaar kunnen zijn.
OPM: Voor alle omgevingstemperaturen boven –23_C altijd
PRO−TEC olie specificeren.
OLIEFILTERELEMENT VAN DE COMPRESSOR
Zie de SERVICE/ONDERHOUDSKAART in dit handboek
voor de tijdstippen waarop onderhoud dient te worden verricht.
WIELLAGERS VAN HET ONDERSTEL
Wiellagers dienen elke 6 maanden te worden ingevet. Het te
gebruiken vet dient daarbij te voldoen aan specifikatie
MIL−G−10924.
52