Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie en onderhoud van de alternator
Elektrische problemen
Defect
Geen spanning bij
opstarten of nullast
Te lage spanning
Te hoge spanning
Spanningsschommelinge
n
Boek: 23184138 (1-8-2010) Herz. E
Actie
Sluit gedurende 2 à 3
seconden een accu aan
van 4 tot 12V op de E- en
E+ (polariteit respecteren)
van de
spanningsregelaar.
Controleer de
aandrijfsnelheid.
Pas spanning
potentiometer aan.
Pas de
stabiliteitspotentiometer
op de regelaar aan.
Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding
Symptomen
- Er wordt spanning
opgewekt en de spanning
is correct wanneer de
accu wordt verwijderd.
Er wordt spanning
opgewekt, maar ze
bereikt niet de nominale
waarde wanneer de accu
wordt verwijderd.
Er wordt spanning
opgewekt, maar ze valt
weg wanneer de accu
wordt verwijderd.
Snelheid is goed.
Te lage snelheid
Regeling werkt niet; meet
spanning tussen E+ en E-
op regelaar.
Indien geen effect:
probeer de werking
normaal/snel (ST2).
Enkel R438 of R448.
Oorzaak
- Tekort aan remanentie.
- Controleer de aansluitingen
van de draden naar de
spanningsregelaar.
- Fout van de roterende diode.
- Kortsluiting in wikkelingen van
rotor.
- Fout van de
spanningsregelaar
- Opwekkerstator onderbroken
of in kortsluiting (controleer
wikkelingen).
- Wikkeling poolrad
onderbroken (controleer
weerstand).
- Controleer de aansluitingen
van de regelaar (mogelijk fout
van de regelaar).
- Kortstluiting in
bekrachtigingsveld.
- Roterende diode(s)
doorgebrand.
- Poolrad in kortsluiting.
- Controleer de weerstand.
Drijf de aandrijfsnelheid op.
(Niet aan de potentiometer (P2)
van de regelaar raken voordat
de correcte snelheid is
verkregen).
Spanning tussen E+ en E- >
12V of spanningsregelaar
defect.
Controleer de snelheid op
mogelijke cyclische
onregelmatigheid.
Losse contacten
Fout van de spanningsregelaar
Snelheid onder nominale
waarde bij belasting (of LAM te
hoog ingesteld).
73
Advertenties
Inhoudsopgave
