Onderhoud
Slangen
Het wordt aanbevolen de aanzuigslangen van de luchtzuivering en alle flexibele slangen voor
water en brandstof te controleren op het volgende:
1. Alle rubberdichtingen van slangen en de bevestigingsklemmen met schroeven
moeten goed vastzitten en de slangen mogen geen tekens vertonen van
slijtage, schuring of schade.
2. Alle flexibele slangen moeten vrij zijn van slijtage, schade en schuurplekken als
gevolg van trillingen. Bevestigingsklemmen moeten goed vastzitten en correct
gemonteerd zijn.
Isolatiemateriaal van de bedrading
Controleer dagelijks of het isolatiemateriaal of ander beschermingsmateriaal van de
bedrading niet los zit of beschadigd is.
Brandstof-waterscheiding
Controleer dagelijks of er water in de scheidingseenheid voor brandstof en water zit. Sommige
motoren hebben een doorzichtig vat zodat u dat kunt zien; andere motoren hebben een
aflaatklep onder het primaire element.
Vervang de vatelement(en) om de zes maanden of na 500 bedrijfsuren, of nog sneller indien
de brandstof van slechte kwaliteit of niet zuiver is.
Luchtgaten
Maak de luchtgaten dagelijks schoon en verwijder afval of hindernissen.
Luchtfilter
Een correct onderhoud van de luchtfilter zorgt voor een maximale bescherming tegen stof in
de lucht. Knijp de rubberen klep samen (reinig geregeld het afvalrecipiënt om verstopping te
voorkomen).
Voor he tonderhoud van de luchtfilters gaat u als volgt te werk:
1. Verwijder het filterelement.
2. Controleer de behuizing van de luchtfilter op alles wat lekkage kan veroorzaken
en doe het nodige.
3. Gebruik in de behuizing van de luchtfilter een schone, vochtige doek om
opgehoopt vuil te verwijderen. De pakking sluit dan beter aan op het
filterelement.
4. Monteer het element.
De luchtfilter (behuizing) moet om de 3 maand of na 500 bedrijfsuren gecontroleerd worden
op mogelijke lekkageoorzaken.
Opmerking: zorg ervoor dat de luchtinlaat steeds helemaal vrij is.
Boek: 23184138 (1-8-2010) Herz. E
Bedienings-, onderhouds- en reserveonderdelenhandleiding
51