B
e
d
e i
n
n i
g
s
n i
t s
u r
t c
e i
s
DIAGNOSTIEK/AUTOMATISCHE UITSCHAKELING (MODELLEN
MET SLEUTEL)
De bedieningsinstrumenten en -indicatoren zoals op het afgebeelde controlepaneel. Een
beschrijving van elk onderdeel van het paneel:
1. Motor te warm - Duidt op de uitschakeling van de motor omdat de koelvloeistof
te warm is geworden of omdat er onvoldoende koelvloeistof aanwezig is.
2. Oliedruk in motor te laag - Duidt op de uitschakeling van de motor omdat de
oliedruk in de motor te laag is.
3. Standen startknop motor - OFF, RUN, PREHEAT (voorverwarmen), START.
4. Noodstopschakelaar - Schakelt de motor uit, onderbreekt startpogingen en
activeert de hoofdonderbreker.
5. Uurmeter - Registreert de bedrijfstijd.
6. Controller - (Niet afgebeeld)
Boek: 23184138 (1-8-2010) Herz. E
B
e
d
e i
n
n i
g
s
, -
o
n
d
e
h r
o
u
d
- s
e
n
e r
s
e
v r
e
o
n
d
e
d r
e
e l
n
h
a
n
d
e l
d i
n i
g
31