Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Modulerende Regelingen Algemeen; Modulerende Ruimteregeling; Modulerende Weersafhankelijke Regeling Rematic; Modulerende Cascaderegelaar Rematic® Mc - REMEHA Gas 210 ECO Technische Handleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Gas 210 ECO:
Inhoudsopgave

Advertenties

9.6.2 Modulerende regelingen algemeen

Het modulerende karakter van de ketel wordt optimaal
benut met behulp van een modulerende regelaar op
basis van ruimte- en/of buitentemperatuur.
Vraagt de regelaar een vermogen, dan levert de ketel
dat vermogen (mits aan de doorstromingsvoorwaarden
is voldaan). Levert de regelaar een berekend setpunt
aanvoertemperatuur dan moduleert de ketel naar deze
berekende waarde (mits aan de doorstromingsvoor-
waarden is voldaan).
Hierdoor neemt het aantal bedrijfsuren toe en wordt het
aantal starts drastisch gereduceerd. In combinatie met
de vaste gas- /luchtverhouding betekent dit per saldo
een hoger rendement en lagere onderhoudskosten. Er
kunnen diverse soorten modulerende regelingen worden
aangesloten, waaronder:
- Modulerende ruimteregeling, zie par. 9.6.3
- Modulerende weersafhankelijke regeling zie par. 9.6.4
- Modulerende cascaderegeling zie par. 9.6.5.

9.6.3 Modulerende ruimteregeling

De Remeha Gas 210 ECO is voorbereid voor commu-
nicatie via het OpenTherm protocol. Hiervoor kan een
interface meegeleverd worden, waarna modulerende
regelaars volgens het OpenTherm protocol kunnen wor-
den aangesloten, bijvoorbeeld de Remeha Celcia 20.
De regelaar wordt gemonteerd in een referentieruimte.
Aansluiting vindt plaats met behulp van een twee-aderi-
ge kabel op de klemmen 9 en 10 van de 24V-klemmen-
strook (X29); niet polariteitgevoelig), zie Afb. 15.
9.6.4 Modulerende weersafhankelijke regeling rema-
tic
®
Remeha heeft hiervoor de volgende regelaar als acces-
soire leverbaar. Bij de regelaar wordt een aansluitadap-
ter en een interface geleverd die in de ketel worden
gebouwd. De aansluitingen hiervoor zijn geheel voorbe-
draad.
®
rematic
2945 C3 K
Deze regelaar kan, naast het weersafhankelijk voorrege-
len van de ketel, ook de aansturing van twee gemengde
groepen verzorgen. De regelaar wordt in de ketel gemon-
teerd. Aansluiting vindt plaats met behulp van de meege-
®
leverde rematic
adapter en de meegeleverde interface
die in het bedieningspaneel ingebouwd kunnen worden.
Voor gedetailleerde informatie: zie de documentatie van
de betreffende regelaar.
9.6.5 Modulerende cascaderegelaar rematic
De cascaderegelaar rematic
modulerend aansturen van 2 tot 5 Remeha Gas 210
ECO toestellen in cascade. Deze regelaar wordt aan de
wand gemonteerd en communiceert volgens het Open-
Therm protocol via de (optionele) interface op de ketel.
Voor aansturing van meer dan 5 ketels, kunnen meer-
®
dere rematic
MC regelaars gecombineerd worden.
®
MC
®
MC is geschikt voor het
Voor gedetailleerde informatie: zie de documentatie van
de betreffende regelaar.

9.6.6 Analoge regeling (0-10 Volt)

Bij deze regeling kan worden gekozen voor het rege-
len op temperatuur of op vermogen. Hieronder worden
beide regelingen kort toegelicht.
Om het toestel analoog aan te sturen, dient het signaal
op klemmen 9 (+) en 10 (-) van de 24V-klemmenstrook
(X29) in het bedieningspaneel te worden aangesloten.
De interne ketelregeling dient op analoge regeling te
worden ingesteld (zie par. 7.5.3, parameter A).
Specificaties analoge ingang
Ingangsweerstand R
Het 0-V signaal moet vrij van aarde liggen en er moet
een regelaar toegepast worden met voldoende schei-
ding. De 0 van het analoge signaal mag niet recht-
streeks doorverbonden zijn met de 0 van de voedings-
spanning.
Ingangs-
signaal
0 - 0,5 Volt Ketel uit
0,5 - 1,0 Volt Ketel uit, pomp aan
1,0 - 10 Volt Afgegeven vermogen van 10 tot 100% of
Afgegeven temperatuur van 10 tot 100°
Tabel 22 Analoog ingangssignaal
Analoog regelen op temperatuur
Het 0-10 Volt signaal regelt de ketelaanvoertempera-
tuur tussen 0° en 100°, waarbij het mogelijk is om het
begin- en eindpunt op een andere waarde in te stellen
(zie par. 7.6.6).
Deze regeling is modulerend op aanvoertemperatuur,
waarbij het vermogen varieert tussen de minimale en
maximale waarde op basis van het door de regelaar
berekende setpunt aanvoertemperatuur.
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0
1
2
Afb. 19
Temperatuurregeling via analoog (0-10 Volt)
signaal
37
= 66 k .
in
Omschrijving
3
4
5
6
7
ingangsspanning (V) - DC
8
9
10

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave