Samenvatting van Inhoud voor REMEHA 210-80 ECO PRO
Pagina 1
Nederlands GAS 210 ECO PRO Hoog rendement Low NO gasketel Uitvoeringen: 210-80 210-120 210-160 210-200 Installatie- en service- handleiding 114492-03...
- Gas 210 ECO PRO 200 (6 leden; 200 kW) Als u nog vragen heeft of verder overleg wenst aangaande speci- fieke onderwerpen die op de Remeha Gas 210 ECO PRO betrek- king hebben, neem dan gerust contact met ons op:...
Adres : Kanaal Zuid 110 Stad, Land : Postbus 32, NL-7300 AA Apeldoorn, Nederland - verklaart hiermede dat de toestel(len) : Remeha Gas 210 ECO PRO voldoet/voldoen aan de bepalingen van de onderstaande EEG-richtlijnen: EEG-Richtlijn: 90/396/EEG toegepaste normen: EN 656 A1...
Wijzigingen in de ketel Wijzigingen in de ketel mogen alleen uitgevoerd worden na schrif- telijke toestemming van Remeha. Bewaar dit document in de buurt van de installatie. 114492-03...
GAS 210 ECO PRO 3 Veiligheid 3. Veiligheid Volg de aangegeven veiligheidsinstructies stipt op. Ruikt u gaslucht? Handel als volgt: • rook niet en maak geen vuur of vonken; • bedien geen elektrische schakelaars; • sluit de gaskraan; • open ramen en deuren; • spoor mogelijke lekkages op en dicht deze af; • zit het lek vóór de gasmeter, waarschuw dan het gasbedrijf! Ruikt u rook- of verbrandingsgassen? Handel als volgt: • schakel de elektrische voeding van de ketel uit;...
4. Installeren GAS 210 ECO PRO 4. Installeren 4.1 Leveringsomvang en opstelling De ketel wordt compleet gemonteerd en beschermd geleverd. De ketel is geplaatst op een pallet (70 x 130 cm, hoogte 145 cm) die met een palletwagen, steekwagen, een heftruck of 4-wielige ver- huisplanken vervoerd kan worden.
4. Installeren GAS 210 ECO PRO 4.3 Opstelling en plaatsingsmogelijkheden Vóór de ketel is een vrije technische ruimte van minimaal 60 cm vereist, wij adviseren echter een vrije ruimte van 1 m. Boven de ketel adviseren wij een vrije ruimte van minimaal 40 cm, aan de linkerzijde minimaal 5 cm en aan de rechterzijde minimaal 25 cm i.v.m.
De installatie dient te worden gevuld met genormaliseerd drinkwater. De pH-waarde van het installatiewater dient te liggen tussen 7 en 9. Voor overige eisen, zie onze publica- tie “Remeha waterkwaliteitsvoorschrift”. 5.1.3 Overstortventiel Monteer, overeenkomstig NEN 3028, een overstortventiel tussen eventuele afsluiters en de ketel, in de aanvoerleiding binnen 0,5 m vanaf de ketel.
* Gebruik op propaan is alleen op aanvraag. 6.2 Gasdruk De ketel is door Remeha ingesteld op L-gas (G25) - 25 mbar. 3+4 L 5+6 L De ketel is geschikt voor een gasvoordruk van 20 - 30 mbar.
GAS 210 ECO PRO 7. Rookgasafvoer en luchttoevoer aansluiten 7. Rookgasafvoer en luchttoevoer aansluiten 7.1 Aansluitmogelijkheden De ketel kan zowel open als gesloten worden uitgevoerd. Indien de ketel gesloten wordt uitgevoerd, dient dit bij bestelling te wor- den opgegeven. Bij de ketel wordt dan een luchttoevoer-aansluit- set als accessoire meegeleverd.
7. Rookgasafvoer en luchttoevoer aansluiten GAS 210 ECO PRO 7.3.1 Mogelijke lengtes rookgasafvoerleiding Enkelvoudig open, type B23 volgens CE. Maximaal toegestane rookgasafvoerleidinglengtes (L) in m Uitmonding zonder Trega-kap Keteltype D (mm) (vrije uitmonding) 210- 80 210-120 210-160 210-200 tabel 01 Rookgasafvoertabel open uitvoering + = Lengtes tot 50 m mogelijk.
GAS 210 ECO PRO 7. Rookgasafvoer en luchttoevoer aansluiten 7.4.1 Uitmondingen Zie voor uitmondingen de NEN 2757 en de NPR 3378 en maak gebruik van standaard Remeha dakdoorvoersets. 7.4.2 Mogelijke lengtes luchttoevoer en rookgasafvoer Enkelvoudig gesloten, type C33 volgens CE.
Pagina 18
7. Rookgasafvoer en luchttoevoer aansluiten GAS 210 ECO PRO T.b.v. een gesloten uitvoering zijn gecombineerde verticale dak- doorvoeren leverbaar, evenals plakplaten t.b.v. doorvoeren bij platte daken, overeenkomstig onderstaande tekeningen. afb. 07 Verticale dakdoorvoer t.b.v. gesloten uitvoering 114492-03...
GAS 210 ECO PRO 7. Rookgasafvoer en luchttoevoer aansluiten 7.4.3 Uitmonding in verschillende drukgebieden Verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer in verschillende druk- gebieden (zgn. vereenvoudigde CLV- systemen, zie afbeelding) is mogelijk, m.u.v. het ‘kustgebied’. Het maximaal toegestane hoogteverschil tussen verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer bedraagt 36 meter en de maximaal toegestane lengte van lucht- toevoer en rookgasafvoer samen wordt weergegeven in tabel 05.
7. Rookgasafvoer en luchttoevoer aansluiten GAS 210 ECO PRO 7.4.5 Aansluiten luchttoevoer en materiaalkeuze Aansluiten luchttoevoer: • verwijder luchttoevoerrooster van de luchttoevoeropening Ð; • monteer de luchttoevoer-aansluitset (= accessoire); • monteer de luchttoevoerleidingen naadloos op elkaar. • Naden en verbindingen moeten lucht- en waterdicht zijn of naadloos. • Horizontale delen moeten op afschot richting uitmonding liggen (min. 5 cm per meter). • Sluit de leidingen spanningsvrij aan. Materiaal luchttoevoer: Enkelwandig, star of flexibel: aluminium, roestvaststaal of kunst- stof.
NEN 1010. 8.1.1 Regeling Het vermogen van de Remeha Gas 210 ECO PRO kan op de vol- gende manieren worden geregeld: - Modulerend, waarbij het vermogen tussen de minimale en de maximale waarde moduleert op basis van de door de modulerende regelaar bepaalde aanvoertemperatuur (zie par.
De cascaderegelaar rematic MC is geschikt voor het modulerend ® aansturen van 2 tot 5 Remeha Gas 210 ECO PRO toestellen in cascade. Deze regelaar wordt aan de wand gemonteerd en communiceert volgens het OpenTherm protocol. Voor aansturing van meer dan 5 ketels, kunnen meerdere rematic MC regelaars ®...
GAS 210 ECO PRO 8. Regeling en elektrische aansluitingen 8.3 Elektrische aansluitmogelijkheden De ketel heeft meerdere besturings-, beveiligings- en regelings- aansluitmogelijkheden. De standaard besturingsprint (PCU-01) kan onder meer worden uitgebreid met: • de optionele 0 - 10 V besturingsprint (= accessoire IF-01); 1 4x • en/of de optionele uitgebreide besturings-/beveiligingsprint (= accessoire SCU-S01). Om deze prints te plaatsen of te bereiken dient de kap van het bedieningspaneel verwijderd te worden.
8. Regeling en elektrische aansluitingen GAS 210 ECO PRO 8.3.4 Blokkerende ingang (BL) De ketel heeft een blokkerende ingang, waarmee de ketel blok- kerend uitgeschakeld kan worden. Deze ingang kan bijvoorbeeld gebruikt worden in combinatie met een rookgasthermostaat (= accessoire). Deze ingang is uitgevoerd op de BL klemmen van de klemmenstrook X6.
GAS 210 ECO PRO 8. Regeling en elektrische aansluitingen 8.4 Aansluitmogelijkheden van de optionele 0 - 10 V besturingsprint (IF-01) 8.4.1 Aansluiting Status (Nc) Als de ketel vergrendelt, dan valt een relais af en kan de alar- mering via een potentiaalvrij contact (maximaal 230 V, 1A) op de klemmen Nc en C van de klemmenstrook X4 doorgemeld worden.
8. Regeling en elektrische aansluitingen GAS 210 ECO PRO 8.4.4 Analoge uitgang (0 - 10 V) Bij deze terugmelding kan worden gekozen voor temperatuur of vermogen. Hieronder worden beide kort toegelicht. Door middel van een jumper (1) op de interface wordt gekozen voor temperatuur () of vermogen (%).
+ = Voedingsspanning 8.5.6 Buitentemperatuursensor (Tout) Om gedurende het gehele stookseizoen gebruik te maken van het modulerend bedrijf van het toestel kan een Remeha buitentempe- ratuursensor (als accessoire leverbaar) worden toegepast in com- binatie met een aan/uit-regelaar of een doorverbinding. Sluit de...
8. Regeling en elektrische aansluitingen GAS 210 ECO PRO 8.5.7 Minimum gasdrukschakelaar (Gps) De minimum gasdrukschakelaar (als accessoire leverbaar) zorgt ervoor dat de ketel op blokkering gaat bij het bereiken van een te lage gasvoordruk. Sluit de minimum gasdrukschakelaar aan op de klemmen Gps van de klemmenstrook X5.
9. Inbedrijfstelling GAS 210 ECO PRO 9. Inbedrijfstelling 9.1 Het bedieningspaneel Het bedieningspaneel van de ketel bevat 4 functietoetsen, een menutoets, een schoorsteenvegertoets, een Aan-/uit schakelaar en een display. 114492LTAL21H008a afb. 16 Bedieningspaneel 1 = Display 5 = [CV temperatuur] of [-]-toets 2 = [Menu]-toets 6 = [+]-toets 3 = [Schoorsteenveger]-toets...
GAS 210 ECO PRO 9. Inbedrijfstelling Bij warmtevraag; 1 ketel start, 2 brander start, 3 Cv-bedrijf; kort in deellast dan in vollast. Bij wegvallen warmtevraag: 5 brander stop, 6 ketel stop 0 Stand-by stand. tabel 10 Normaal bedrijfsverloop 9.1.2 Fout tijdens opstartprocedure Wanneer er niets op het display verschijnt, controleer dan: - de aansluiting van het netsnoer.
Pagina 32
9. Inbedrijfstelling GAS 210 ECO PRO De actuele waarden kunnen als volgt worden uitgelezen: • druk de - toets, het -symbool knippert nu, bevestig met de - toets; • nu verschijnt afwisselend 5t, en bijvoorbeeld 3, de actuele status; • druk weer op de [+]- toets zodat afwisselend 5u verschijnt en bijvoorbeeld 0, de actuele sub-status;...
GAS 210 ECO PRO 9. Inbedrijfstelling 9.1.3.1 Status en Sub-Status In het ‘informatiemenu’ worden de volgende Status en Sub-sta- tus nummers weergegeven: Status Sub-status Nummer Status Nummer Sub-Status Rust Rust Anti pendel Open hydraulische klep Ketel start (warmtevraag) Start pomp Wacht op juiste temperaturen voor branderstart Open externe gasklep Ventilator aan...
9. Inbedrijfstelling GAS 210 ECO PRO 9.1.4 De ketel afstemmen op de installatie De bedieningsautomaat van de ketel is ingesteld op de meest voorkomende cv-installaties. Met deze instellingen zal praktisch elke cv-installatie goed werken. De gebruiker of de installateur kan de parameters naar eigen wens optimaliseren.
Pagina 35
GAS 210 ECO PRO 9. Inbedrijfstelling Fabrieksinstelling Codes in display Omschrijving Instelbereik en eventuele toelichting 210- 210- 210- 210- aanvoer cv 20 - 90°C 0 - 98 min. Pomp nadraaitijd 99 min. = continu 0 = cv Ketelregeling 1 = cv 0 = display eenvoudig Displayweergave 1 = display uitgebreid...
Pagina 36
9. Inbedrijfstelling GAS 210 ECO PRO De parameters op serviceniveau mogen alleen worden gewijzigd door een erkend installateur. • Het wijzigen van de fabrieksinstellingen kan resulteren in onjuis te werking van de Gas 210 ECO PRO. De parameters kunnen op service-niveau als volgt worden gewijzigd: 1. Druk meermaals op de -toets totdat - symbool in de menu- balk knippert;...
GAS 210 ECO PRO 9. Inbedrijfstelling 9.1.7 De fabrieksinstellingen terugzetten • Druk meermaals op de -toets totdat - symbool in de menu- balk knippert; • Selecteer het installateurs menu met de - toets, verschijnt in het display; • Stel met de [-]-toets of [+]-toets de installateurscode 0012 in; • Bevestig met de - toets, verschijnt; • Druk meermaals op de [+]- toets, de aanduiding df...
9. Inbedrijfstelling GAS 210 ECO PRO 9.1.8 Handbedrijf instellen (-symbool) In sommige gevallen kan het nodig zijn om de ketel op handbedrijf te zetten, bijvoorbeeld als de regelaar nog niet is aangesloten. Onder het -symbool, kan de ketel op ‘automatisch’ of ‘handbe- drijf’...
Pagina 39
GAS 210 ECO PRO 9. Inbedrijfstelling Het bedrijfsverloop is nu via het code-venster zichtbaar: Bij warmtevraag; 1 ketel start, 2 brander start, 3 Cv-bedrijf; kort in deellast dan in vollast. Bij wegvallen warmtevraag: 5 brander stop, 6 ketel stop 0 Stand-by stand.
Pagina 40
9. Inbedrijfstelling GAS 210 ECO PRO 15.c Stel laaglast in: druk de [-]-toets in en als l 3 in het display verschijnt is laaglast is ingesteld. 15.d Controleer, na het bereiken van het minimale vermogen, het -percentage en vergelijk deze met de waarde in tabel 14 of tabel 15.
GAS 210 ECO PRO 9. Inbedrijfstelling Gas / Gaz / Gáz Als het CO % bij de 210-80 en 210-120 op vollast afwijkt: L (G25) H (G20) - stel laaglast af (zie punt 15.c en 15.d) ø 9,2 mm ø...
10. Inspectie en onderhoud GAS 210 ECO PRO 10. Inspectie en onderhoud 10.1 Algemeen De ketel is nagenoeg onderhoudsvrij, slechts éénmaal per jaar dient de ketel gecontroleerd en zonodig gereinigd te worden. De jaarlijkse inspectie van de ketel omvat: - verbrandingstechnische controle van de ketel (de ventilator zuigt de verbrandingslucht aan door de venturi.
GAS 210 ECO PRO 10. Inspectie en onderhoud 10.2.2 Reinigen ventilator Voor de 210-80 en 210-120 uitvoering: 1. Verwijder de elektrische aansluitingen van de ventilator. 230 V 2. Draai de wartelmoer onder het gasmultiblok los (let op de pakking). 3. Neem de moeren aan de uitblaaszijde van de ventilator los. 4.
Pagina 44
10. Inspectie en onderhoud GAS 210 ECO PRO Voor de 210-160 en 210-200 uitvoering: 1. Verwijder de elektrische aansluitingen van de ventilator. 2. Verwijder de bouten waarmee de venturi aan de ventilator is verbonden. 3. Neem de bouten en moeren aan de uitblaaszijde van de ventilator los.
GAS 210 ECO PRO 10. Inspectie en onderhoud 5/6 leden 10.2.3 Reinigen warmtewisselaar (rookgaszijdig) Attentie: De pakking tussen het inspectieluik en de warmtewisse- laar kan kleven, evenals de pakking tussen brander en warmtewis- selaar. Zorg ervoor dat de pakking niet scheurt. Een beschadigde of uitgeharde pakking moet altijd vervangen 5/6 leden worden door een nieuwe pakking.
10. Inspectie en onderhoud GAS 210 ECO PRO 10.2.4 Reinigen brander 1. Demonteer de brander. 2. Brander visueel controleren en eventueel voorzichtig met lucht reinigen (bv. met persluchtdruk tussen 2 en 5 bar, afstand spuitmond - branderdek circa 1 cm). 3.
GAS 210 ECO PRO 10. Inspectie en onderhoud 10.3 Reiniging van de sifon Verwijder de sifon uit de ketel en reinig deze. Vul de sifon met schoon water en monteer de sifon. 10.4 Controle op ontstekingselektrode Controleer de afstelling van de ontstekingselektrode (tussen 3 en 4 mm) en vernieuw de elektrode zonodig (inclusief pakking).
11. Blokkeringen en Storingen GAS 210 ECO PRO 11. Blokkeringen en Storingen 11.1 Algemeen De ketel is uitgerust met een geavanceerde besturingsautomaat. Het hart van de besturing is een microprocessor, de Comfort Master , die de ketel zowel beveiligt als bestuurt. ®...
Pagina 49
GAS 210 ECO PRO 11. Blokkeringen en Storingen Code Omschrijving Mogelijke oorzaak Controle/oplossing • dF en dU opnieuw instellen Parameterfout • Herstellen met RECOM PC Controleer: Maximale aanvoertemperatuur • Geen of te weinig doorstroming • doorstroming en of reden overschreden van warmtevraag Controleer: • doorstroming (richting, pomp, kleppen) Maximale warmtewiselaar • Geen of te weinig doorstroming • of installatie goed ontlucht is temperatuur overschreden tijdens warmtevraag • temperatuursensoren op afwijkingen • waterdruk in de installatie • of warmtewisselaar is vervuild...
De storingscode is belangrijk voor het correct en snel opsporen van de aard van de storing en bij eventuele ondersteuning door Remeha (afdeling Service en Diensten). • druk 2 sec. op de ‘RESET’-toets. Wanneer de storingscode blijft verschijnen, zoek de oorzaak op in onderstaande storingstabel en los de storing op.
Pagina 51
GAS 210 ECO PRO 11. Storingen Storings- Omschrijving Mogelijke oorzaak Controle / oplossing code Parameter storage unit niet • Slechte verbinding • Controleer de kabelboom E:00 gevonden Veiligheids parameters niet • Slechte verbinding • Controleer de kabelboom E:01 in orde • Slechte verbinding • Controleer de kabelboom Warmtewisselaar tempera- • Defecte sensor • Vervang indien nodig de sensor E:02...
Pagina 52
11. Storingen GAS 210 ECO PRO Storings- Omschrijving Mogelijke oorzaak Controle / oplossing code Controleer: - aansluiting ontstekingskabel trafo - ektrodeafstand deze moet 3 à 4 mm zijn - doorslag naar massa / aarde • Geen ontstekingsvonk - de conditie van het branderdek (sluiting branderdek / elektrode) - aarding / massa - defecte aansturing SU print...
GAS 210 ECO PRO 11. Storingen Storings- Omschrijving Mogelijke oorzaak Controle / oplossing code • G asvoordruk voldoende? Voordrukregelaar in orde? • Correcte werking en afstelling gasblok 5 keer vlamverlies • Ionisatiestroom valt weg • Verstopping luchttoevoer of rookgasafvoer E:36 • R ookgascirculatie, controleer rookgasafvoer- systeem op montagefouten en de warmtewis- selaar op eventuele lekkages Communicatiefout met de • C ontroleer of de SU print juist in de connector...
11. Storingen GAS 210 ECO PRO 11.5.1 Storingen uitlezen • d ruk meermaals op de -toets totdat het storing symbool in de menubalk knippert; • d ruk op de - toets; het display toont knipperend B xx met het aantal opgeslagen blokkeringen; • druk op de [+]- of [-]-toets om te kiezen tussen het blokkeringen B...
Pagina 55
GAS 210 ECO PRO 11. Storingen 114492LTAL21H015a afb. 31 Blokkeringen of storingen uitlezen 114492-03...
11. Storingen GAS 210 ECO PRO 11.5.2 Blokkeringen of storingen wissen Als laatste melding in de lijst, verschijnt in het display; (of b bij blokkeringen) • d ruk op de - toets; in het display verschijnt: 0 ; • d ruk op de [+] toets om de instelling op 1 te zetten; • d ruk op de - toets;...
Remeha aanbevolen onderdelen en materialen. Stuur het te vervangen onderdeel op naar de afdeling Retourgoe- deren van Remeha als het betreffende onderdeel onder de garan- tieregeling van Remeha valt (zie de ’Algemene Verkoop- en leve- ringsvoorwaarden’ van Remeha). Stuur altijd een volledig ingevuld retourformulier mee, zie bijgaand voorbeeld.
13. Voorschriften 13. Voorschriften 13.1 Algemeen De Remeha Gas 210 ECO PRO is een Hoog Rendement cv-ketel voor staande montage, welke geschikt is voor het stoken van alle kwaliteiten aardgas en zowel voelbare als latente warmte uit de rookgassen terugwint. De toestellen zijn gekeurd op de essentiële...
13. Voorschriften GAS 210 ECO PRO 13.3 Remeha fabriekstest Iedere Remeha ketel wordt voor het verlaten van de fabriek optimaal ingesteld en getest op: - elektrische veiligheid; - CO - afstelling; - waterdichtheid; - gasdichtheid; - automaatparameters 13.4 Aanvullende richtlijnen Naast de voorschriften en richtlijnen zoals genoemd in par.
15. Rendementsgegevens en gaskeurlabels GAS 210 ECO PRO 15. Rendementsgegevens en gaskeurlabels 15.1 Toestelgebruiksrendement (HR-rendement) Tot 108,6% ten opzichte van Hi bij T = 30°C. De ketel voldoet ruimschoots aan het Gaskeur label HR 107. 15.2 Waterzijdig rendement a. Tot 98,4% ten opzichte van Hi in vollast bij een gemiddelde watertemperatuur van 70°C (80/60°C).
* Slechts 1 SCU-S01 print is nodig om 1 of al deze opties aan te sturen. 15.6 Diensten Onderstaande diensten kunnen door Remeha worden uitgevoerd: - Eerste of bijzondere inspectie (EBI voor 210-160 en 210-200); - Periodieke inspectie (PI voor 210-160 en 210-200);...
15.9 Toestelbesturing 15.9.1 Temperatuurregeling De Remeha Gas 210 ECO PRO is voorzien van een elektronische temperatuurregeling op basis van aanvoer-, retour-, en ketelblok- temperatuursensoren. De aanvoertemperatuur is instelbaar tussen 20 en 90ºC (fabrieksinstelling 80ºC).
15. Rendementsgegevens en gaskeurlabels GAS 210 ECO PRO 15.9.2 Watergebrekbeveiliging De Remeha Gas 210 ECO PRO is voorzien van een waterge- brekbeveiliging op basis van temperatuur verschilmetingen, en stijgingsmetingen. 15.9.3 Maximaalbeveiliging De maximaalbeveiliging schakelt bij een te hoge watertemperatuur (110°C) het toestel uit en vergrendelt deze op de beveiligingsauto- maat.
GAS 210 ECO PRO 16. Toepassingsgegevens 16. Toepassingsgegevens 16. Algemeen De ketel is zeer breed inzetbaar. Zowel rookgaszijdig, hydraulisch, gaszijdig als regeltechnisch heeft de ketel grote toepassingsmo- gelijkheden zonder uitgebreide installatietechnische eisen. Dit, gekoppeld aan de geringe afmetingen, het lage geluidsniveau en de mogelijkheden voor cascade, zorgt ervoor dat de ketel prak- tisch overal kan worden geïnstalleerd (zie voor de algemene wet- telijke voorschriften par.
Pagina 68
16. Toepassingsgegevens GAS 210 ECO PRO afb. 35 Voorbeeld hydraulisch schema cascadeopstelling rematic modulerende cascaderegelaar automatische ontluchter pomp drukloze verdeler (wordt niet door Remeha geleverd, veiligheidsventiel voor maatvoering zie tabel 20) buitentemperatuursensor 10. aftapkraan terugslagklep 11. installatiepomp expansievat 12. installatie expansievat handafsluiter 13.
Pagina 69
GAS 210 ECO PRO 16. Toepassingsgegevens afb. 36 Afbeelding open verdeler B = ketelzijde I = installatiezijde Onderstaande tabel geeft de minimale afmetingen van de diverse leidingen en van de open verdeler gebaseerd op een ontwerp dT van 20°. De ketel heeft geen ingebouwde pomp. Vermogen Debiet Q d inw.
16. Toepassingsgegevens GAS 210 ECO PRO 16.5 Regeltechnische toepassingsmogelijkheden De ketel kan op de volgende manieren worden aangestuurd: - als enkele ketel of in cascadeopstelling d.m.v. regelaars die moduleren op basis van ruimte- en/of buitentemperatuur - aan/uit-regelaars, eventueel gebruik makend van de interne stooklijn van de ketel (in combinatie met buitentemperatuursensor) - analoge signalen (0-10 Volt) voor aansturing op vermogen of op...
GAS 210 ECO PRO 17. Checklisten (protocollen) 17. Checklisten (protocollen) 17.1 Checklist voor inbedrijfstelling (Inbedrijfstellingsprotocol) Inbedrijfstellings werkzaamheden, zie par. 9.2 Meetwaarde of bevestiging 1. Cv installatie met water vullen. Controle waterdruk in de cv-installatie. 2. Sifon met water vullen. 3. Cv installatie ontluchten 4.
17. Checklisten (protocollen) GAS 210 ECO PRO 17.3 Checklist voor onderhoud (onderhoudsprotocol) Bevestiging en datum Onderhoudswerkzaamheden (zie Hoofdstuk 10) 1. Controle van de ontstekingselektrode 2. Warmtewisselaar (cv) reinigen 3. Controle van de verbranding 4. Controle van de waterdruk 5. Controle van luchttoevoer- en rookgasafvoeraansluitingen 6.
Pagina 73
GAS 210 ECO PRO 17. Checklisten (protocollen) 114492-03...