Een primair wachtwoord (of systeemwachtwoord) gebruiken
KENNISGEVING:
systeemwachtwoord hebt toegekend, of als u de computer niet-afgesloten achterlaat
zodat iemand het wachtwoord kan wijzigen door een schakelaar om te zetten, kan
iedereen zich toegang verschaffen tot de gegevens die op uw vaste schijf zijn
opgeslagen.
Instellingsopties
U kunt geen nieuw systeemwachtwoord invoeren of het bestaande wijzigen,
wanneer een van de twee volgende opties wordt weergegeven:
•
Set (ingesteld) — Er is een systeemwachtwoord toegewezen.
•
Disabled (uitgeschakeld) — Het systeemwachtwoord wordt uitgeschakeld
door een jumperinstelling op de systeemkaart.
U kunt alleen een systeemwachtwoord toekennen als de volgende optie wordt
weergegeven:
•
Not Set (niet ingesteld) — Er is geen systeemwachtwoord toegekend en de
wachtwoordjumper op de systeemkaart is ingeschakeld (standaard).
Een systeemwachtwoord toekennen
Wanneer u het veld wilt verlaten zonder een systeemwachtwoord toe te kennen,
drukt u op een willekeurig tijdstip op <Esc> voordat u stap 5 voltooit.
1 Voer System Setup uit (zie "System Setup" op pagina 81) en controleer of er
een veld Instellingen ontgrendelen aanwezig is onder Security (beveiliging).
2 Als het veld Instellingen ontgrendelen aanwezig is:
Gebruik de pijlen om naar het veld Instellingen ontgrendelen te bladeren.
a
Druk op <Enter> om het veld beschikbaar te maken.
b
Typ het beheerderswachtwoord in en druk op <Enter>.
c
3 Ga met de pijlen naar het veld Systeemwachtwoord en druk op <Enter>.
72
De computer beveiligen
Wanneer u de computer zonder toezicht aan laat staan en geen