1 kaartvasthouder
KENNISGEVING:
aan op het netwerkapparaat en vervolgens op de computer.
14 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op
pagina 159) en steek de stekkers van de computer en de apparaten in het
stopcontact en zet ze aan.
15 Deïnstalleer het stuurprogramma van de verwijderde kaart. Raadpleeg de
documentatie die bij de kaart werd geleverd.
16 Indien u een geluidskaart hebt verwijderd:
Open System Setup, selecteer Integrated Audio (geïntegreerde audio)
a
en wijzig de instelling in On (aan).
Sluit externe audioapparaten aan op de audioconnectoren op het
b
achterpaneel van de computer.
17 Als u een netwerkadapterkaart hebt verwijderd:
Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst
Onderdelen toevoegen en vervangen
2 lipje
1
2
223