3
1 voedingskabelconnectoren (4)
3 borgklemmen (2)
7 Pak de opstaande geheugenkaart 3 bij de hoeken vast en til deze samen
met de daaraan bevestigde kaart 4 uit de geheugenmoduleconnectoren
DIMM_3 en DIMM_4 op de systeemkaart.
Als de kaart moeilijk te verwijderen is, beweegt u deze voorzichtig heen en
weer om deze uit de connector te verwijderen.
WAARSCHUWING:
worden bij normaal gebruik. Zorg dat de geheugenmodules voldoende zijn
afgekoeld voordat u deze aanraakt.
8 Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de moduleconnector op de
opstaande geheugenkaart waarvan u geheugen wilt verwijderen naar buiten.
9 Pak de module beet en trek deze omhoog om de geheugenmodule van de
opstaande geheugenkaart af te tillen.
Als de module moeilijk te verwijderen is, beweegt u deze voorzichtig heen
en weer om deze van de connector te verwijderen.
206
Onderdelen toevoegen en vervangen
1
Volledig gebufferde geheugenmodules kunnen erg heet
2 geheugenmoduleconnectoren (4)
2