4 Ga verder om een tweede RAID-volume te maken van RAID-niveau 0 of
RAID-niveau 1.
De RAID-volume-eigenschappen weergeven
Volg deze stappen om de eigenschappen weer te geven van de RAID-niveau 1-
en RAID-niveau 0-configuraties:
1 Selecteer een controller in de lijst met adapters in het configuratieprogramma.
2 Selecteer de optie RAID Properties (RAID-eigenschappen) om het huidige
RAID-volume weer te geven.
3 Druk op <Alt><N> om het volgende RAID-volume weer te geven als er
meerdere RAID-volumes zijn geconfigureerd.
4 Druk op <Enter> wanneer de optie Manage Virtual Disk (virtuele schijf
beheren) is geselecteerd om het huidige RAID-volume te beheren.
Een RAID-volume synchroniseren (virtuele schijf)
Wanneer een RAID-volume is gesynchroniseerd, worden de gegevens op de
tweede vaste schijf met de gegevens op de primaire vaste schijf van het RAID-
niveau 1-volume door de firmware gesynchroniseerd. Volg deze stappen om
de synchronisatie voor een RAID-niveau 1-volume te starten:
1 Selecteer Synchronize Virtual Disk (virtuele schijf synchroniseren).
2 Druk op Y om de synchronisatie te starten of op N om deze te annuleren.
Een RAID-volume activeren
Een RAID-volume kan inactief worden als deze bijvoorbeeld wordt verwijderd van
een SAS 6/iR-controller of computer en naar een andere wordt verplaatst. Met de
optie Activate Virtual Disk (virtuele schijf activeren) kunt u een inactief RAID-
volume dat aan een systeem is toegevoegd, opnieuw activeren. Deze optie is alleen
beschikbaar wanneer het geselecteerde RAID-volume momenteel inactief is.
1 Selecteer Activate Virtual Disk (virtuele schijf activeren).
2 Druk op Y om met de activering verder te gaan of druk op N om deze te
annuleren. Na een onderbreking wordt het RAID-volume actief.
OPMERKING:
ondersteund wanneer dit volume in een optimale staat is en alle geïnstalleerde
vaste schijven bevat.
De activering van een gemigreerd RAID-volume wordt alleen
Geavanceerde functies
51