Omdat pariteitsgegevens relatief weinig ruimte innemen in vergelijking met de
werkelijk opgeslagen gegevens, is één vaste schijf voldoende als pariteitsopslag
voor een willekeurig aantal gegevensopslagstations. Niet alle pariteitsgegevens
worden echter naar dezelfde schijf geschreven. Bij elk nieuw gegevensblok dat
naar de RAID-configuratie wordt geschreven, werken de verschillende stations
afwisselend als opslag- of pariteitsschijf.
de helft van gegevensblok 1
de helft van gegevensblok 2
pariteitsgegevens voor blok 3
de helft van gegevensblok 4
de helft van gegevensblok 5
pariteitsgegevens voor blok 6
vaste schijf 1
Doordat de gegevens worden verdeeld over de RAID-configuratie, zoals bij een
RAID 0-configuratie, zijn deze snel toegankelijk. Bovendien kan dit station
opnieuw worden opgebouwd op basis van de pariteitsgegevens op de andere
schijven, wanneer een van de stations niet goed werkt. De beschikbare
gegevensopslagruimte op drie 120-GB RAID-niveau 5 schijven bedraagt 240-GB,
omdat het equivalent van één schijf is gereserveerd voor pariteitsgegevens. Voor
een RAID-niveau 5-configuratie zijn ten minste drie stations vereist.
seriële ATA RAID
geconfigureerd voor
RAID-niveau 5
de helft van gegevensblok 1
pariteitsgegevens voor blok 2
de helft van gegevensblok 3
pariteitsgegevens voor blok 4
de helft van gegevensblok 5
de helft van gegevensblok 6
vaste schijf 2
pariteitsgegevens voor blok 1
de helft van gegevensblok 2
de helft van gegevensblok 3
de helft van gegevensblok 4
pariteitsgegevens voor blok 5
de helft van gegevensblok 6
vaste schijf 3
Geavanceerde functies
45