Pagina 4
RAID-niveau 0 ..... . RAID niveau 1 ..... . RAID-niveau 5 .
Pagina 5
Voedingsbeschermingsapparaten ... Piekbeveiligers ....Spanningsstabilisatoren ....Continue stroomvoorzieningen .
Pagina 6
System Setup ..... . System Setup openen ....System Setup-schermen .
Pagina 7
Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) ..Wanneer u Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) moet gebruiken ..Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) starten vanaf de vaste schijf ... .
Pagina 8
... . Microsoft Windows Systeemherstel gebruiken Dell PC Restore en Dell Factory Image Restore gebruiken ..... .
Pagina 9
13 Onderdelen toevoegen en vervangen ..Voordat u begint ..... Benodigd gereedschap ....De computer uitschakelen .
Pagina 10
Vaste schijf ..... . . Een vaste schijf verwijderen (tower- of desktopcomputer) ... . Een vaste schijf installeren of Een tweede optionele vaste schijf toevoegen (tower- of desktopcomputer)
Pagina 11
Diskettestation of mediakaartlezer ... Een diskettestation of mediakaartlezer verwijderen (towercomputer) ... Een diskettestation of mediakaartlezer installeren (towercomputer) ... . Een diskettestation of mediakaartlezer verwijderen (desktopcomputer) .
Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) gebruiken om stuurprogramma's opnieuw te installeren (zie "Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren" op pagina 136) om Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 112). Mogelijk bevat de schijf leesmij-bestanden...
Pagina 14
Help en ondersteuning • Systeeminstellingen configureren → → Klik op Start Help en ondersteuning • Problemen vaststellen en oplossen Dell User and System Guides (gebruiks- → en systeemhandleidingen) System Guides (systeemhandleidingen). Klik op de Gebruikshandleiding van uw computer. Informatie zoeken...
Pagina 15
Deze labels bevinden zich op de computer. • Gebruik het serviceplaatje om de computer te identificeren als u gebruikmaakt van support.dell.com of contact opneemt met de technische ondersteuning. • Voer de code voor de express-service in zodat uw telefonische verzoek naar de juiste medewerker van de ondersteuningsdienst wordt doorgeleid.
Pagina 16
• Service en ondersteuning — De status van reparatieverzoeken, ondersteuningshistorie, het servicecontract, on line discussies met medewerkers van de ondersteuningsdienst • De technische updateservice van Dell — Proactieve meldingen per e-mail van software- en hardware-updates voor uw computer • Referentiemateriaal — Computerdocumentatie, details over...
Pagina 17
Ga als volgt te werk om Desktop System u het besturingsysteem van de computer Software te downloaden: opnieuw installeert, moet u het NSS- Ga naar support.dell.com, selecteer uw hulpprogramma ook opnieuw land/regio en klik op Drivers & Downloads installeren. DSS detecteert automatisch (stuurprogramma's en downloads).
Pagina 18
• Met Linus werken Door Dell ondersteunde Linux-sites • E-maildiscussies met gebruikers van • linux.dell.com Dell Precision-producten en het Linux- • lists.us.dell.com/mailman/listinfo/linux- besturingssysteem precision • Extra informatie over Linux en mijn Dell Precision-computer...
Over de computer Vooraanzicht (towerstand) bovenste 5,25-inch Ondersteunt een optisch station. stationscompartiment onderste 5,25-inch Ondersteunt een optisch station of een extra vaste stationscompartiment schijf (alleen SATA). bovenste 3,5-inch Ondersteunt een diskettestation, een mediakaartlezer stationscompartiment of een extra vaste schijf (SATA of SAS). Over de computer...
Pagina 20
Dell-badge Gebruik de plastic handgreep aan de achterkant van de (kantelbaar) Dell badge om deze te kantelen om deze van een tower in een desktop of van een desktop in een tower te veranderen. aan/uit-knop Druk hierop om de computer in te schakelen.
Pagina 21
10 aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje licht op en knippert of brandt ononderbroken om verschillende toestanden aan te geven: • Geen lampje — De computer staat uit (S4, S5, of mechanisch UIT). • Ononderbroken groen — De computer werkt normaal. • Knipperend groen — de computer staat in een energiebesparende modus (S1 of S3).
Achteraanzicht (towerstand) stroomkabelaanslu Sluit de stroomkabel aan. iting stroomselectiesch Zie de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids akelaar voor meer informatie. OPMERKING: De stroomselectieschakelaar is alleen aanwezig op de 375-W PSU. connectoren op Steek seriële, USB- en andere apparaten in de juiste het achterpaneel connectoren.
kaartsleuven Toegang tot connectoren voor geïnstalleerde PCI- of PCI Express-kaarten. OPMERKING: De bovenste vijf connectorsleuven ondersteunen volle-lengte kaarten; de onderste connectorsleuven ondersteunen kaarten van halve-lengte kaarten. OPMERKING: Raadpleeg de documenatie bij de kaarten om te controleren of ze in uw configuratie passen. Doordat sommige kaarten meer fysieke ruimte in beslag nemen en meer stroom verbruiken (zoals PCI Express-kaarten) kan het gebruik van andere kaarten hierdoor beperkt worden.
Pagina 24
activiteitenlampje Het activiteitenlampje van de vaste schijf brandt vaste schijf wanner de computers gegevens van de vaste schijf leest of ernaar schrijft. Het lampje kan ook branden wanneer een apparaat zoals een optisch station actief is. IEEE 1394-connector Gebruik de optionele IEEE 1394-connector voor (optioneel) apparaten met hoge gegevenssnelheden zoals digitale videocamera's en externe opslagapparaten.
Pagina 25
aan/uit-lampje Het aan/uit-lampje licht op en knippert of brandt ononderbroken om verschillende toestanden aan te geven: • Geen lampje — De computer staat uit (S4, S5, of mechanisch UIT). • Ononderbroken groen — De computer werkt normaal. • Knipperend groen — de computer staat in een energiebesparende modus (S1 of S3).
Achteraanzicht (desktopstand) kaartsleuven Toegang tot connectoren voor geïnstalleerde PCI- of PCI Express-kaarten. OPMERKING: Raadpleeg de documenatie bij de kaarten om te controleren of ze in uw configuratie passen. Doordat sommige kaarten meer fysieke ruimte in beslag nemen en meer stroom verbruiken (zoals PCI Express-kaarten) kan het gebruik van andere kaarten hierdoor beperkt worden.
Connectoren op het achterpaneel muisconnector U kunt een PS/2-muis op de groene muisconnector aansluiten. Schakel de computer en de aangesloten apparaten uit voordat u een muis op de computer aansluit. Als u een USB-muis hebt, sluit u deze aan op een USB-connector. parallelle U kunt een parallel apparaat, zoals een printer, op de parallele connector...
Pagina 28
connector voor U sluit de computer aan op een netwerk- of breedbandapparaat netwerkadapter door het ene uiteinde van een netwerkkabel aan te sluiten op een netwerkaansluiting of op uw netwerk- of breedbandapparaat. Sluit het andere uiteinde van de netwerkkabel aan op de connector voor de netwerkadapter op de computer.
Achterste Quad Gebruik de achterste USB-connectoren voor apparaten die USB 2.0- normaal gesproken aangesloten blijven, zoals printers en connectoren (4) toetsenborden. OPMERKING: Gebruik de voorste USB-connectoren voor apparaten die u af en toe aansluit, zoals sleutels met flashgeheugen of camera's, of voor opstartbare USB-apparaten. 10 seriële connector U kunt een serieel apparaat, zoals een handheld-apparaat, op de seriële poort aansluiten.
Pagina 30
Systeeminformatie BIOS-chip (NVRAM) 8 Mb Geheugensnelheid 667/800 MHz Geïntegreerde netwerkinterface met ASF 2.0-ondersteuning zoals gedefinieerd door DMTF In staat tot 10/100/1000-Mbps communicatie: • Groen — Er is een goede verbinding tussen een 10-Mbps netwerk en de computer. • Oranje — Er is een goede verbinding tussen een 100-Mbps netwerk en de computer.
Pagina 31
Geheugen Type 667-MHz ECC en niet-ECC en 800-MHz ECC DDR2 SDRAM OPMERKING: Gebruik ECC en niet-ECC geheugen niet door elkaar. OPMERKING: Geregistreerd of gebufferd geheugen wordt niet ondersteund op deze computer. Geheugenconnectoren vier Geheugencapaciteiten 512 MB, 1 GB of 2 GB Minimaal geheugen 1 GB Maximaal geheugen...
Pagina 32
Connectoren Systeemkaartconnectoren: Serieel ATA zes 7-pins connectoren seriële connector 12-pins connector Diskettestation 34-pins connector Ventilator drie 5-pins connectoren drie 120-pins connectoren PCI Express x8 98-pins connector PCI Express x16 twee 164-pins connectoren FlexBay 2-poorts USB-header uDOC 1-poorts USB-header luidspreker 4-pins connector SAS-activiteits-LED 4-pins connector chassisintrusieschakelaar...
Pagina 33
Audio Type intern stereo: geïntegreerde HD audio- of PCI-optiekaarten Stereoconversie 24-bits analoog naar digitaal; 24-bits digitaal naar analoog Schakelaars en lampjes Aan/uit-schakelaar drukknop Aan/uit-lampje groen lampje — groen knipperen geeft de slaapstand aan; ononderbroken groen geeft aan dat de computer ingeschakeld is oranje lampje —...
Pagina 34
Voeding Gelijkstroom: Wattage 375/525 W Warmteafgifte 375-W PSU: 1279 BTU/uur 525-W PSU: 1790 BTU/uur OPMERKING: De warmteafgifte is berekend op basis van het wattage van de voeding. Spanning handmatige selectie voedingsspanning — 90 tot 135 V bij 50/60 Hz; 180 to 265 V bij 50/60 Hz Reservebatterij 3-V CR2032 lithium knoopcel Fysieke specificaties...
Pagina 35
Omgeving Maximumimpact: Tijdens gebruik onderste helft van sinuspuls met een snelheidswijzigingvan 50,8 cm/sec (20 inches/sec) Tijdens opslag 27-G aaneengesloten blokgolf met een snelheidswijziging van 508 cm/sec (200 inches/sec) Hoogte: Tijdens gebruik –15,2 t/m 3048 m Tijdens opslag –15,2 t/m 10,668 m Over de computer...
SNMP-, DMI- en CIM-industrienormen. Dell OpenManage Client Instrumentation, dat is gebaseerd op DMI en CIM, is beschikbaar voor deze computer. Raadpleeg voor meer informatie over IT Assistant de Dell OpenManage IT Assistant User’s Guide, die beschikbaar is op de Dell Support-website op support.dell.com.
De status van de computer wijzigen, zoals het bijwerken van de BIOS of het extern uitschakelen van de computer. Een beheerd systeem is een systeem waarbij Dell OpenManage Client Instrumentation is ingesteld op een netwerk dat IT Assistant gebruikt. Raadpleeg voor meer informatie over Dell OpenManage Client Instrumentation de Dell OpenManage Client Instrumentation User’s Guide, die beschikbaar is op...
Pagina 39
• Sluimerstand: Het stroomverbruik wordt tot een minimum gereduceerd door alle gegevens in het systeemgeheugen naar een vaste schijf te schrijven en daarna de stroom naar de meeste onderdelen uit te schakelen. Wanneer de computer uit de sluimerstand worden gehaald, wordt de computer opnieuw opgestart en worden de in het systeemgeheugen opgeslagen gegevens teruggezet.
Pagina 40
In de volgende tabellen vindt u de slaapmodi en de bijhorende methoden waarop u de computer hieruit kunt halen. Slaaptoestand Methode om de computer eruit te halen Stand-bymodus • Op de aan/uit-knop drukken • Auto Power On (automatisch opstarten) • De muis bewegen of ermee klikken •...
Er zijn in de computerindustrie diverse RAID-configuraties beschikbaar voor verschillende doeleinden. Uw Dell Precicion-computer ondersteunt RAID-niveau 0, RAID-niveau 1, RAID- niveau 5 of RAID-niveau 10, ook bekend als RAID-niveau 1+0. Een RAID...
RAID-niveau 0 KENNISGEVING: Een RAID niveau 0-configuratie biedt geen gegevensredundantie. Als één schijf defect raakt, gaan alle gegevens verloren. Maak regelmatig reservekopieën wanneer u een RAID niveau 0-configuratie gebruikt, om de gegevens te beveiligen. RAID-niveau 0 gebruikt een opslagtechniek, die ook bekend staat als data striping om snel toegang te krijgen tot de gegevens.
RAID niveau 1 RAID niveau 1 gebruikt een opslagtechniek met gegevensredundantie, ook bekend als mirroring (spiegelen), om gegevensintegriteit te verbeteren. Wanneer er gegevens naar de primaire schijf worden geschreven, worden deze naar de tweede schijf in de configuratie gekopieerd, of gespiegeld. Een RAID niveau 1-configuratie offert een snelle toegang tot gegevens op voor de gegevensredundatievoordelen.
RAID-niveau 5 RAID-niveau 5 gebruikt een tijdelijke-opslagtechniek, ookwel gegevenspariteit genoemd. Wanneer er gegevens naar de primaire schijf worden geschreven, worden de gegevens ook naar ten minste drie andere schijven gekopieerd. Anders dan een RAID niveau 1-configuratie die naar één andere schijf schrijft die als een gegevensspiegel functioneert, schrijft een RAID niveau 5-configuratie gegevens naar elke schijf in stappen, waarbij de gegevens van elk segment op meerdere schijven worden geplaatst.
RAID-niveau 10 (1+0) RAID-niveau 10, ook bekend als RAID-niveau 1+0, gebruikt een tijdelijke- opslagtechniek, ook wel gegevenspariteit genoemd. Nadat er gegevens naar de primaire schijf zijn geschreven, worden de gegevens naar vier andere schijven gekopieerd. Anders dan een RAID niveau 1-configuratie die naar één andere schijf schrijft die als een gegevensspiegel functioneert, schrijft een RAID niveau 10-configuratie gegevens naar elke schijf in stappen, waarbij de gegevens van elk segment op meerdere schijven worden geplaatst.
De computer configureren voor RAID Het kan gebeuren dat u de computer wilt configureren voor RAID, omdat u bij de aanschaf van uw computer geen RAID-configuratie hebt geselecteerd. Er moeten ten minste twee vaste schijven op de computer zijn geïnstalleerd om een RAID-configuratie in te stellen.
De computer configureren voor RAID met het Intel-hulpprogramma ® Intel RAID Option ROM OPMERKING: Alhoewel u elke schijfgrootte kunt gebruiken om een RAID- configuratie te maken met het Intel-hulpprogramma RAID Option ROM, is het het best als de schijven dezelfde grootte hebben. Bij een RAID niveau 0-configuratie is de configuratie even groot als de kleinste schijf vermenigvuldigd met het aantal schijven (twee) in de configuratie.
Pagina 48
8 Selecteer de gewenste capaciteit voor de schijf en druk op <Enter>. De standaardwaarde is de maximaal beschikbare grootte. 9 Druk op <Enter> om de schijf te maken. 10 Druk op <y> om te bevestigen dat u de RAID-schijf wilt maken. 11 Bevestig dat de juiste schijfconfiguratie is weergegeven op het hoofdscherm van het Intel-hulpprogramma RAID Option ROM.
Pagina 49
Een RAID niveau 5-configuratie maken 1 Stel de computer in op de modus RAID-enabled (zie "De computer instellen op de modus RAID-enabled (RAID ingeschakeld)" op pagina 46). 2 Druk op <Ctrl><i> wanneer u gevraagd wordt om het Intel-hulpprogramma Intel RAID Option ROM te openen. 3 Gebruik de pijlen omhoog en omlaag om Create RAID Volume (RAID- volume maken) te markeren en druk op <Enter>.
Pagina 50
4 Voer een RAID-schijfnaam in of accepteer de standaardwaarde en druk op <Enter>. 5 Gebruik de pijlen omhoog en omlaag om RAID10(Mirror) te markeren en druk op <Enter>. 6 Gebruik de pijlen omhoog en omlaag en de spatiebalk om de vier schijven te selecteren die u wilt gebruiken om de schijf te maken en druk op <Enter>.
De computer configureren voor RAID met de Intel Matrix Storage Manager Als u al een vaste schijf hebt waarop het besturingssysteem is geïnstalleerd, en u wilt een tweede vaste schijf toevoegen en beide schijven tot een RAID-schijf wilt configureren zonder het bestaande besturingssysteem en eventuele gegevens kwijt te raken, moet u de migratieoptie gebruiken voor een RAID niveau 0-configuratie (zie "RAID-niveau 0"...
Pagina 52
6 Klik in het venster Specify Volume Size (schijfgrootte opgeven) op de gewenste optie van Volume Size (schijfgrootte) en daarna op Volgende. 7 Klik op Voltooien om de schijf te maken of klik op Terug om de wijzigingen aan te brengen. Een RAID1-configuratie maken OPMERKING: Wanneer u deze bewerking uitvoert, gaan alle gegevens op de...
Pagina 53
Een RAID niveau 5-configuratie maken OPMERKING: Wanneer u deze bewerking uitvoert, gaan alle gegevens op de RAID-schijven verloren. 1 Stel de computer in op de modus RAID-enabled (zie "De computer instellen op de modus RAID-enabled (RAID ingeschakeld)" op pagina 46). 2 Klik op Start en wijs naar Programma's→...
Pagina 54
OPMERKING: Als u geen optie in het menu Actions (acties) ziet, is de computer nog niet ingesteld op de modus RAID-enabled. 3 Selecteer in het menu Actions de optie Create RAID Volume (RAID-volume maken) om de wizard Create RAID Volume te starten. 4 Klik in het eerste scherm op Volgende.
Migreren naar een RAID niveau 0-configuratie 1 Stel de computer in op de modus RAID-enabled (zie "De computer instellen op de modus RAID-enabled (RAID ingeschakeld)" op pagina 46). 2 Klik op Start en wijs naar Alle programma's→ Intel(R) Matrix Storage Manager→...
Migreren naar een RAID niveau 1-configuratie 1 Stel de computer in op de modus RAID-enabled (zie "De computer instellen op de modus RAID-enabled (RAID ingeschakeld)" op pagina 46). 2 Klik op Start en wijs naar Alle programma's→ Intel(R) Matrix Storage Manager→...
Migreren naar een RAID niveau 5-configuratie 1 Stel de computer in op de modus RAID-enabled (zie "De computer instellen op de modus RAID-enabled (RAID ingeschakeld)" op pagina 46). 2 Klik op Start en wijs naar Alle programma's→ Intel(R) Matrix Storage Manager→...
Migreren naar een RAID niveau 10-configuratie 1 Stel de computer in op de modus RAID-enabled (zie "De computer instellen op de modus RAID-enabled (RAID ingeschakeld)" op pagina 46). 2 Klik op Start en wijs naar Alle programma's→ Intel(R) Matrix Storage Manager→...
Een reserveschijf maken Met een RAID niveau 1-configuratie kunt u een reserveschijf maken De reserveschijf wordt niet door het besturingssysteem herkend, maar u kunt de schijf wel weergeven in Schijfbeheer of in het Intel-hulpprogramma Intel RAID Option ROM. Wanneer een lid van de RAID niveau 1-configuratie verbroken is, maakt de computer automatisch de spiegelconfiguratie met de reserveschijf als vervanging van het verbroken lid.
OPMERKING: Wanneer u de computer in de tower- of desktopstand wilt zetten, moet u een optionele kit gebruiken die beschikbaar is bij Dell. Zie "Productinformatie" op pagina 270 voor meer gegevens over het bestellen bij Dell. OPMERKING: De towercomputer heeft één 3,5-inch station aan de voorkant meer...
Overschakelen van desktop- naar towerstand 1 Verwijder het diskettestation of de mediakaartlezer (indien geïnstalleerd) door de volgende stappen te volgen in "Een diskettestation of mediakaartlezer verwijderen (desktopcomputer)" op pagina 232 en installeer het diskettestation of de mediakaartlezer door de volgende stappen te volgen in "Een diskettestation of mediakaartlezer installeren (towercomputer)"...
Pagina 63
• Houd 10,2 cm ruimte vrij aan alle geventileerde kanten van de computer om te zorgen dat er genoeg lucht kan worden aangezogen voor ventilatie. • Als de computer in een hoek wordt geplaatst of onder een bureau, moet u ervoor zorgen dat er minstens 5,1 cm tussen de achterkant van de computer en de muur vrij is om te zorgen dat er genoeg lucht kan worden aangezogen voor ventilatie.
Pagina 64
• Installeer de computer niet in een kast zonder luchtstroom. Als u de luchtstroom tegenhoudt, kan de computer oververhit raken en kunnen de prestaties ervan verslechteren. De computer installeren...
OPMERKING: Zoek voor meer informatie over het overzetten van gegevens in support.dell.com naar document #154781 (What Are The Different Methods To Transfer Files From My Old Computer to My New Dell Computer Using the ® ® Microsoft...
Pagina 66
De wizard Bestanden en instellingen overzetten (met het medium met het besturingssysteem) OPMERKING: De wizard Bestanden en instellingen overzetten wijst de broncomputer, waarvan de gegevens komen, aan als de oude computer en de doelcomputer, waar de gegevens heengaan, als de nieuwe computer. E D O E L C O M P U T E R V O O R B E R E I D E N O P D E B E S T A N D S O V E R D R A C H T 1 Klik op Start→...
Pagina 67
E G E V E N S N A A R D E D O E L C O M P U T E R O V E R Z E T T E N 1 Ga naar de doelcomputer. 2 Klik onder Ga nu naar de oude computer op Volgende.
3 Klik op Bladeren... en ga naar fastwiz op de wizardschijf en klik op OK. 4 Klik in het scherm Oude of nieuwe computer? op Oude computer en vervolgens op Volgende. 5 Klik onder Op welke manier wilt u uw bestanden en instellingen overzetten? op de gewenste overdrachtsmethode en klik op Volgende.
Voedingsbeschermingsapparaten Er zijn een aantal apparaten beschikbaar die beveiligen tegen stroomschommelingen of -storingen: • Piekbeveiligers • Spanningsstabilisatoren • Continue stroomvoorzieningen (UPS) Piekbeveiligers Piekbeveiligers en contactdozen met piekbeveiliging helpen schade aan de computer door spanningspieken voorkomen die kunnen optreden tijdens elektrische stormen of na stroomonderbrekingen. Sommige fabrikanten van piekbeveiligers geven garantie voor bepaalde typen schade.
Continue stroomvoorzieningen KENNISGEVING: Als de stroom uitvalt terwijl de gegevens op de vaste schijf worden opgeslagen, kunnen er gegevens verloren gaan of bestanden beschadigd raken. OPMERKING: Voor een maximale werkingsduur van de batterij moet u alleen de computer op een UPS aansluiten. Sluit andere apparaten, zoals een printer, op een aparte contactdoos die is voorzien van een piekbeveiliging.
De computer wordt niet met een beveiligingskabelslot geleverd. Een beveiligingskabelslot is een in de handel verkrijgbare antidiefstalvoorziening. Wanneer u het slot wilt gebruiken, moet u het op de beveiligingskabelsleuf op de Dell-computer aansluiten. Zie de instructies die met het apparaat zijn meegeleverd voor meer informatie. KENNISGEVING: Voordat u een antidiefstalvoorziening koopt, moet u ervoor zorgen dat deze met de beveiligingskabelsleuf op de computer werkt.
Smartcards en vingerafdruklezers OPMERKING: Deze smartcardfunctie is mogelijk niet beschikbaar op uw computer. Smartcards zijn draagbare apparaten in de vorm van creditcards met intern ingebouwde circuits. Door het gebruik van smartcards kunt u de systeemveiligheid verbeteren door iets tastbaars van de gebruiker (de smartcard) te combineren met iets wat de gebruiker moet onthouden (een PIN-code) om een veiligere gebruikersverificatie te bieden dan alleen wachtwoorden.
OPMERKING: Sommige vaste schijven ondersteunen geen vaste-schijfwachtwoorden. Als u een wachtwoord vergeet, neemt u contact op met Dell (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 273). Uit veiligheidsoverwegingen zal de ondersteuningsdienst van Dell naar een identiteitsbewijs vragen om ervoor te zorgen dat alleen een bevoegd persoon gebruik kan maken van de computer.
Als u het primaire wachtwoord vergeet en geen beheerderswachtwoord hebt toegewezen, of als u zowel het primaire wachtwoord als het beheerderswachtwoord bent vergeten, neemt u contact op met Dell (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 273). De computer beveiligen...
Een vaste-schijfwachtwoord gebruiken Het vaste-schijfwachtwoord beveiligt de gegevens op de vaste schijf tegen onbevoegde toegang. Het is ook mogelijk een wachtwoord voor een externe vaste schijf toe te wijzen (indien er een wordt gebruikt), dat hetzelfde of anders is dan dat van de primaire vaste schijf. Wanneer u een vaste-schijfwachtwoord hebt toegewezen, moet u dit invoeren telkens wanneer u de computer inschakelt en telkens wanneer u de computer uit de stand-by-modus haalt.
(Archiveren en herstellen) van het Help-bestand EMBASSY Security Center om de TPM-gegevens en de coderingssleutels te beveiligen. Indien deze back-ups onvolledig zijn, verloren gaan of beschadigd raken, kan Dell niet helpen de gecodeerde gegevens te herstellen. De TPM inschakelen en activeren 1 Open System Setup (zie "System Setup openen"...
EMBASSY® Trust Suite (aan de slag met de EMBASSY® Trust Suite). Computeropsporingssoftware Met computeropsporingssoftware kunt u de computer opsporen als deze kwijt of gestolen is. De software is optioneel en kan tegelijk met de Dell-computer worden aangeschaft. OPMERKING: Computeropsporingssoftware is mogelijk niet in alle landen verkrijgbaar.
• Neem ook contact op met de klantenservice van Dell om de verloren computer te melden. Geef het servicelabel van de computer door en de naam, het adres en het telefoonnummer van het politiebureau waar u de verloren computer hebt gemeld.
De computer reinigen WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de Computer, toetsenbord en monitor WAARSCHUWING: Haal de stekker uit het stopcontact voordat u de computer schoonmaakt.
4 Reinig de wieltjes in het balhuis met een wattenstaafje dat licht is bevochtigd met isopropanol. 5 Plaats de wieltjes indien nodig weer in het midden in de kanalen. Zorg ervoor dat er geen watten van de wattenstokjes op de wieltjes achterblijven.
Door bepaalde wijzigingen kan de computer niet goed werken. System Setup openen 1 De computer opnieuw inschakelen (of opstarten). 2 Wanneer het DELL-logo verschijnt, drukt u direct op <F2>. OPMERKING: Soms gebeurt het dat het toetsenbord niet meer werkt nadat een van de toetsen heel lang achter elkaar wordt ingedrukt.
Optielijst — Staat links Het optieveld — Staat rechts in het System in het venster System Setup-venster en bevat informatie over elke optie Setup-venster. Deze lijst in de optielijst. In dit veld vindt u informatie bevat functies waar u over de computer en kunt u wijzigingen doorheen kunt schuiven aanbrengen aan de huidige instellingen.
Pagina 83
Memory Info Identificeert de hoeveelheid geheugen dat geïnstalleerd is, de geheugensnelheid, de kanaalmodus (dubbel of enkel) en het type op DIMM-sleuflocatie. PCI Info Identificeert de geïnstalleerde uitbreidingskaarten op type en sleuflocatie. Date/Time Geeft de huidige datum- en tijdinstellingen. Boot Sequence Geeft de volgorde weer van apparaten waarvan de computer probeert op te starten wanneer deze een besturingssysteem zoekt (zie "Boot Sequence"...
Pagina 84
SATA Operation Geeft de bewerkingsmodus van de controller van de ingebouwde vaste schijf op. (RAID Autodetect/AHCI • RAID Autodetect/AHCI — RAID bij ondertekende stations, is standaard) anders AHCI. • RAID Autodetect/ATA — RAID bij ondertekende stations, anders ATA. • RAID On — Telkens wanneer u opstart, wordt SATA geconfigureerd voor RAID.
Pagina 85
USB Controller Schakelt de interne USB-controller in of uit. (On is standaard) • Off — De USB-controller is uitgeschakeld. • On — De USB-controller is ingeschakeld. • No Boot — De USB-controller is ingeschakeld; de BIOS herkent echter geen USB-opslagapparaten. OPMERKING: Besturingssystemen met USB-ondersteuning herkennen USB-opslagapparaten, ongeacht de instelling No Boot.
Pagina 86
Serial Port #1 Schakelt het adres voor de ingebouwde seriële poort uit of selecteert dit en bepaalt hoe de seriële poort werkt. (Auto is standaard) • Off — De seriële poort is uitgeschakeld. • Auto — De BIOS selecteert tussen COM1 en COM3; als beide bronnen in gebruik zijn, is de poort uitgeschakeld.
Pagina 87
Virtualization Geeft op of een VMM (Virtual Machine Monitor) de extra ® hardwaremogelijkheden kan gebruiken die via de Intel (Off is standaard) Virtualization-technologie worden geboden. • Off — De Virtualization-technologie is uitgeschakeld. • On — De Virtualization-technologie is ingeschakeld. Limit CPUID Value Beperkt de maximale waarde die de Standard CPUID Function-processor ondersteunt.
Pagina 88
Drives 0 through 5 Wordt gebruikt om te voorkomen dat een niet-bevoegde Password gebruiker de vaste schijf opent. (Not Set is standaard) Password Changes Regelt de interactie tussen het systeemwachtwoord en het beheerderswachtwoord. (Unlocked is standaard) • Unlocked — Het systeemwachtwoord kan worden gewijzigd of verwijderd zonder het beheerderswachtwoord te kennen.
Pagina 89
Execute Disable Schakelt de Execute Disable Memory Protection-technologie in of uit. (On is standaard) • Off — De Execute Disable Memory Protection-technologie is uitgeschakeld. • On — De Execute Disable Memory Protection-technologie is ingeschakeld. ® Computrace Hiermee wordt de BIOS-module-interface van de optionele ®...
Pagina 90
Auto Power On Geeft op wanneer u de instelling Auto Power Time moet gebruiken om de computer in te schakelen. (Off is standaard) • Off — Gebruik de Auto Power Time niet. • Everyday — Schakel de computer elke dag op het tijdstip in dat is ingesteld in Auto Power Time.
Pagina 91
Remote Wake Up Geeft op of de computer kan worden ingeschakeld wanneer een NIC een activeringssignaal krijgt. (Off is standaard) • Off — De NIC kan het systeem niet activeren. • On— De NIC kan het systeem activeren. • On w/Boot to NIC — De NIC kan het systeem activeren en het systeem wordt vanaf het netwerk opgestart.
Pagina 92
Onderhoud Serviceplaatje Geeft het serviceplaatje van de computer weer. ASF Mode Hiermee schakelt u het ASF-beheermechanisme in of uit. (Off is standaard) • Off — Alle ASF-functies zijn uitgeschakeld. • On — Alle ASF 2.0-functies (RMCP) zijn ingeschakeld. • Alert Only — Verstuur ASF-berichten bij een gebeurtenis of een fout.
POST Hotkeys Geeft de functietoetsen op die op het scherm worden weergegeven wanneer de computer wordt opgestart. (Setup & Boot Menu is • Setup & Boot Menu — Geeft beide berichten weer standaard) F2=Setup en F12=Boot Menu • Setup — Geeft alleen het setupbericht weer ( F2=Setup •...
U kunt het opstartapparaat voor de huidige opstart wijzigen om bijvoorbeeld aan te geven dat de computer moet opstarten vanaf de optische schijf om Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren op de schijf Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's). Start vervolgens op vanaf de vaste schijf wanneer de diagnostische tests zijn voltooid.
4 Maak in het Boot Device Menu gebruik van de pijlen omhoog en omlaag of druk op het juiste cijfer op het toetsenbord om het apparaat te markeren dat alleen voor de huidige opstart moet worden gebruikt en druk vervolgens op <Enter>.
Wachtwoorden en CMOS-instellingen wissen Wachtwoorden wissen WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies in de te volgen. 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 149. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 151). 3 Zoek de 4-pins wachtwoordconnector (RTCRST_PSWD) op de systeemkaart.
7 Schakel de computer uit nadat het Microsoft Windows-bureaublad verschijnt. OPMERKING: Zorg ervoor dat de computer is uitgeschakeld en niet in een energiebeheermodus staat. Als u de computer niet via het besturingssysteem kunt afsluiten, houdt u de aan/uit-knop 4 seconden ingedrukt. 8 Koppel het toetsenbord en de muis los en haal daarna de stekkers van de computer en de monitor uit het stopcontact.
Het kan nodig zijn om de BIOS te flashen wanneer er een update beschikbaar is of wanneer u de systeemkaart vervangt. 1 Zet de computer aan. 2 Zoek het BIOS-updatebestand voor deze computer op de Dell Support- website op support.dell.com. 3 Klik op Download Now (nu downloaden) om het bestand te downloaden.
Pagina 100
Wachtwoorden en CMOS-instellingen wissen...
Hulpprogramma's voor probleemoplossing Aan/uit-lampjes WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de Het lampje van de aan/uit-knop op de voorkant van de computer licht op en knippert of brandt ononderbroken om verschillende toestanden aan te geven: •...
• Als het aan/uit-lampje oranje knippert, krijgt de computer wel stroom, maar is er een probleem met de interne stroom. – Ga na of de stroomselectieschakelaar zo is ingesteld dat deze overeenkomt met de netstroom op uw locatie, indien van toepassing. –...
• Als het probleem aanhoudt, moet herstelmodus. u contact opnemen met Dell (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 273). Er is mogelijk een • Plaats de processor opnieuw (zie processorstoring "Processor"...
Pagina 104
(zie "Geheugen" op pagina 163). • Als het probleem aanhoudt, moet u contact opnemen met Dell (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 273). Er is mogelijk een • Plaats alle geïnstalleerde kaarten opnieuw fout opgetreden met (zie "Kaarten"...
Pagina 105
• Als het probleem aanhoudt, moet u contact opnemen met Dell (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 273). Er is een fout Neem contact op met Dell (zie "Contact opgetreden met de opnemen met Dell" op pagina 273). systeemkaart. Hulpprogramma's voor probleemoplossing...
Pagina 106
-compatibiliteit. (zie "Geheugen" op pagina 31). • Als het probleem aanhoudt, moet u contact opnemen met Dell (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 273). Er is mogelijk een • Volg de procedures in "Het probleem opgetreden besturingssysteem herstellen"...
Doe als volgt als uw computer tijdens het opstarten een reeks pieptonen ten gehore brengt: 1 Schrijf de pieptooncode op. 2 Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit om de oorzaak te achterhalen (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 112). Code Oorzaak...
Pagina 108
Code Beschrijving Mogelijke oplossing (zich herhalende korte pieptonen) Fout in de BIOS- Neem contact op met Dell (zie "Contact controlesom. Mogelijke opnemen met Dell" op pagina 273). moederbordfout. Er zijn geen • Als er twee of meer geheugenmodules geheugenmodules zijn geïnstalleerd, verwijdert u deze (zie gedetecteerd.
C O N T R O L E S O M moederbordfout of de RTC-batterij is bijna leeg. Vervang de batterij (zie "De batterij vervangen" op pagina 255 of "Contact opnemen met Dell" op pagina 273 voor ondersteuning). ) — Defecte processorventilator.
D I S K R E A D F A I L U R E L E E S F O U T V A S T E S C H I J F tijdens HDD-opstarttest (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 273 voor ondersteuning).
K E N N I S G E V I N G - H Z E L F C O N T R O L E R E N D S Y S T E E M V A N D E V A S T E S C H I J F H E E F T A A N G E G E V E N D A T E E N V A N D E P A R A M E T E R S H E T N O R M A L E G E B R U I K S B E R E I K H E E F T O V E R S C H R E D E N E L L R A A D T A A N O M R E G E L M A T I G E E N...
117) en Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uitvoeren voordat u contact opneemt met Dell voor ondersteuning. U kunt Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) vanaf uw vaste schijf of vanaf de optionele schijf Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) uitvoeren. Zie "System Setup" op pagina 81 wanneer u de configuratiegegevens van de computer wilt doornemen en om ervoor te zorgen dat het apparaat dat u wilt testen, in System Setup wordt weergegeven en actief is.
Pagina 113
Wanneer de computer opnieuw wordt opgestart, wordt de opstartvolgorde aangehouden die in de System Setup is opgegeven. 4 Klik in het hoofdmenu van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) op de linkermuisknop of druk op <Tab> en vervolgens op <Enter> om de test te selecteren die u wilt uitvoeren (zie "Hoofdmenu Dell Diagnostics (Dell-...
Pagina 114
System Setup is opgegeven. 7 Druk op <1> om Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) te selecteren. 8 Druk in het menu van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) op <1> om Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) als de ResourceCD te selecteren (grafische gebruikersinterface).
Hoofdmenu Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) De volgende tests kunnen vanaf het hoofdmenu van Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) worden uitgevoerd. Optie Functie Express Test Hiermee wordt een snelle test uitgevoerd op systeemapparaten. (Snelle test) De test neemt normaliter 10 tot 20 minuten in beslag en vereist geen interactie van uw kant.
Pagina 116
Hier wordt de hardwareconfiguratie beschreven voor het (Configuratie) geselecteerde apparaat. (Alleen Aangepaste Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) haalt configuratiegegevens test) op voor alle apparaten uit de systeeminstellingen, het geheugen, verschillende interne tests en geeft de informatie weer in de lijst met apparaten in het linkervenster van het scherm.
(zie "De batterij vervangen" op pagina 255). Neem contact op met Dell als de batterij hierna nog steeds niet correct werkt (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 273).
• Ga na of het geluid niet is gedempt door op een of meer ingeschakelde vakjes te klikken. — Zie "Problemen met geluid O N T R O L E E R D E L U I D S P R E K E R S E N D E S U B W O O F E R en luidsprekers"...
Pagina 120
® — ONTROLEER DE BEVEILIGINGSINSTELLINGEN VAN ICROSOFT UTLOOK XPRESS Als u geen e-mailbijlagen kunt openen: Klik in Outlook Express op Extra→ Opties→ Beveiliging. Klik indien nodig op Geen bijlagen toestaan om het vinkje te verwijderen. O N T R O L E E R D E T E L E F O O N L I J N A A N S L U I T I N G O N T R O L E E R D E T E L E F O O N A A N S L U I T I N G L U I T H E T M O D E M R E C H T S T R E E K S A A N O P D E T E L E F O O N W A N D A A N S L U I T I N G —...
Klik op de COM-poort voor uw modem→ Eigenschappen → Diagnostische gegevens→ Instellingen opvragen om te controleren of de modem communiceert met Windows. Als alle opdrachten worden beantwoord, werkt de modem goed. — Controleer of u een O N T R O L E E R O F U V E R B I N D I N G H E B T M E T I N T E R N E T abonnement hebt genomen bij een internetaanbieder.
Toetsenbordproblemen WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de — O N T R O L E E R D E T O E T S E N B O R D K A B E L •...
programma reageert niet meer — E Ë I N D I G H E T P R O G R A M M A Druk tegelijkertijd op <Ctrl><Shift en ><Esc> om Taakbeheer te openen. Klik op de tab Toepassingen. Selecteer het programma dat niet meer reageert. Klik op Taak beëindigen.
(zie "Een geheugenmodule installeren" op pagina 167). • Druk de geheugenmodules (zie "Geheugen" op pagina 163) stevig vast om ervoor te zorgen dat de computer ermee kan communiceren. • Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 112). Problemen oplossen...
• Ga na of het geheugen dat u gebruikt door de computer wordt ondersteund. Zie "Geheugen" op pagina 163 voor meer informatie over het geheugen dat door de computer wordt ondersteund. • Voer Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 112). Problemen met de muiss...
Wijzig de instellingen, indien nodig. — Zie "Stuurprogramma's" op N S T A L L E E R H E T M U I S S T U U R P R O G R A M M A O P N I E U W pagina 135.
• Omzeil contactdozen, verlengkabels en andere voedingsbeschermingsapparaten om te controleren of de computer aangaat. • Zorg dat alle contactdozen die worden gebruikt, in een stopcontact zijn gestoken en zijn ingeschakeld. • Controleer of er stroom uit het stopcontact komt, door er een ander apparaat, zoals een lamp, op aan te sluiten.
— O N T R O L E E R D E P R I N T E R K A B E L A A N S L U I T I N G E N • Raadpleeg de documentatie bij de printer voor informatie over kabelaansluitingen. •...
• Wissel de stroomkabels van de computer en de monitor om te bepalen of de stroomkabel van de monitor defect is. • Controleer de connectoren op gebogen of gebroken pinnen (het is normaal dat bij connectoren van monitorkabels pinnen ontbreken). —...
C O N T R A S T R E G E L A A R S V A N D E M O N I T O R B I J grafische kaarten mogelijk defect. Neem contact op met Dell (zie "Contact opnemen met Dell"...
Software opnieuw installeren Stuurprogramma's Wat is een stuurprogramma? Een stuurprogramma is een programma dat een apparaat zoals een printer, muis of toetsenbord beheert. Voor alle apparaten is een stuurprogramma vereist. Een stuurprogramma fungeert als een vertaler tussen het apparaat en alle programma's die dat apparaat gebruiken.
(zie "Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren" op pagina 136). Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren KENNISGEVING: De Dell Support-website op support.dell.com en de schijf Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) bieden goedgekeurde stuurprogramma's voor Dell-computers. Als u stuurprogramma's verkregen van andere bronnen installeert, werkt uw computer mogelijk niet goed.
Pagina 137
Windows Vorig stuurprogramma gebruiken Als er een probleem optreedt op uw computer nadat u een stuurprogramma hebt geïnstalleerd of bijgewerkt, moet u Windows Vorig stuurprogramma gebruiken om het stuurprogramma te vervangen door de eerder geïnstalleerde versie. Windows XP: 1 Klik op Start en vervolgens op Configuratiescherm. 2 Klik onder Kies een categorie op Prestaties en onderhoud.
Pagina 138
De schijf Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) gebruiken Als er een probleem optreedt op de computer nadat u een stuurprogramma installeert of bijwerkt en dit wordt met Vorig stuurprogramma niet opgelost, installeert u het stuurprogramma opnieuw vanaf de schijf Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's).
Pagina 139
Handmatig stuurprogramma's opnieuw installeren Nadat u de stuurprogrammabestanden hebt uitgepakt naar uw vaste schijf op de manier die in de vorige sectie is beschreven, moet u het stuurprogramma mogelijk handmatig bijwerken. Windows XP: OPMERKING: Stuurprogramma's kunnen voor elk hardware-apparaat dat op de computer is geïnstalleerd, handmatig worden bijgewerkt.
Met beide worden alle gegevens op de vaste schijf verwijderd, evenals alle programma's die werden geïnstalleerd nadat u de computer ontving. Gebruik Dell PC Restore of Dell Factory Image Restore alleen als met Systeemherstel het probleem met uw besturingssysteem niet werd opgelost.
Microsoft Windows Systeemherstel gebruiken De besturingssystemen van Microsoft Windows bieden Systeemherstel, waarmee u de computer kunt terugzetten naar een oudere toestand (zonder dat er gegevensbestanden worden verwijderd). Dit kan heel handig zijn als wijzigingen van de hardware, software of andere systeeminstellingen de computer in een ongewenste toestand hebben gebracht.
Maak indien mogelijk een reservekopie voordat u deze opties gebruikt. Gebruik PC Restore of Dell Factory Image Restore alleen als met Systeemherstel het probleem met uw besturingssysteem niet werd opgelost.
Pagina 143
Gebruik Dell PC Restore (Windows XP) of Dell Factory Image Restore (Windows Vista) alleen als laatste methode om uw besturingssysteem te herstellen. Met deze opties wordt uw vaste schijf teruggezet naar de toestand waarin deze verkeerde toen u de computer kocht. Alle programma's en bestanden die zijn toegevoegd sinds u de computer hebt ontvangen, inclusief gegevensbestanden, worden permanent van de vaste schijf verwijderd.
Pagina 144
Met Dell PC Restore kunt u uw vaste schijf terugzetten naar de toestand waarin deze verkeerde toen u de computer kocht. U wordt aangeraden om PC Restore niet te verwijderen, zelfs niet om ruimte op de vaste schijf vrij te maken.
User name (gebruikersnaam) en klik daarna op OK. 5 Klik op Dell Factory Image Restore. OPMERKING: Afhankelijk van uw configuratie moet u mogelijk Dell Factory Tools selecteren en daarna Dell Factory Image Restore. Het welkomstscherm van Dell Factory Image Restore verschijnt.
Pagina 146
Daarom moet u Windows XP alleen installeren als een medewerker van de technische ondersteuning van Dell u vraagt dit te doen. 1 Bewaar en sluit alle geopende bestanden, en sluit alle actieve programma's af.
Pagina 147
OPMERKING: Met de volgende stappen wordt de opstartvolgorde slechts eenmalig gewijzigd. De volgende keer zal de computer opstarten volgens de volgorde van apparaten die in System Setup is aangegeven. 5 Wanneer de lijst met opstartbronnen verschijnt, markeert u het cd/dvd/cd- rw-station en drukt u op <Enter>.
"Voordat u aan de onderdelen in de computer gaat werken" op pagina 150 uitgevoerd. • U hebt de veiligheidsinformatie in de Dell™ Productinformatiegids gelezen. • Een onderdeel kan worden vervangen of (indien apart aangeschaft) worden geïnstalleerd door de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
KENNISGEVING: Uw computer mag alleen door een erkende servicetechnicus worden gerepareerd. Schade veroorzaakt door service die niet door Dell wordt geautoriseerd, valt niet onder de garantie. KENNISGEVING: Verwijder kabels door aan de connector of aan het treklipje te trekken en niet aan de kabel zelf.
2 Schakel de computer uit (zie "De computer uitschakelen" op pagina 149). KENNISGEVING: Wanneer u een netwerkkabel wilt ontkoppelen, moet u deze eerst van de computer loskoppelen en daarna pas van het netwerkapparaat. 3 Ontkoppel alle telefoon- of netwerkkabels van de computer. KENNISGEVING: U voorkomt schade aan de systeemkaart door de hoofdbatterij te verwijderen voordat u met de computer aan de slag gaat.
Pagina 152
6 Schuif de kap naar voren om deze van de scharnieren te verwijderen en leg de kap op een veilige en beschermde plaats terzijde. kapontgrendelingsschuifje computerkap kapscharnieren Onderdelen toevoegen en vervangen...
Binnenaanzicht van de computer OPMERKING: Als de computer als een desktopcomputer is geconfigureerd, zien de stations er anders uit. voeding systeemkaart compartiment voor secundaire luchtstroomopening voor vaste schijf processor compartiment voor primaire kaartventilator vaste schijf processorventilator 3,5-inch stationscompartiment 3,5-inch stationscompartiment 5,25-inch stationscompartiment 5,25-inch stationscompartiment stationsframe...
Gelijkstroomconnector P15 (alleen bij 525-W PSU) Pinnummer Signaalnaam 18-AWG- draad +12 VCDC Blauw-wit +12 VCDC Blauw-wit +12 VCDC Blauw-wit Zwart Zwart Zwart Het frontpaneel verwijderen WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de 1 Volg de procedures in "Voordat u begint"...
3 Haal de ontgrendelingshendel van het frontpaneel omhoog en schuif het frontpaneel vervolgens naar de bovenkant van de computer om deze los te maken en te verwijderen. Chassisintrusieschakelaar De chassisintrusieschakelaar verwijderen WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de 1 Volg de procedures in "Voordat u begint"...
4 Schuif de chassisintrusieschakelaar met een platte schroevendraaier uit zijn sleuf en verwijder daarna de schakelaar en de daaraan verbonden kabel uit de computer. De chassisintrusieschakelaar terugplaatsen WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de 1 Volg de procedures in "Voordat u begint"...
Zie "Specificaties" op pagina 29 voor informatie over het geheugen dat door de computer wordt ondersteund. KENNISGEVING: Voordat u nieuwe geheugenmodules installeert, moet u de meest recente BIOS voor deze computer downloaden vanaf support.dell.com. Geheugenoverzicht • Geheugenmodules moeten worden geïnstalleerd in paren van overeenkomstige geheugengrootte, -snelheid en -technologie.
Pagina 164
OPMERKING: Installeer geheugenmodules altijd in de volgorde die wordt aangegeven op de systeemkaart (zie "Systeemkaartcomponenten" op pagina 154). De aanbevolen geheugenconfiguraties zijn: – Een overeenkomstig paar geheugenmodules geïnstalleerd in DIMM- connectoren 1 en 2 – Een overeenkomstig paar geheugenmodules geïnstalleerd in DIMM- connectoren 1 en 2 en nog een overeenkomstig paar geïnstalleerd in DIMM-connectoren 3 en 4 •...
Pagina 165
Als u de oorspronkelijke geheugenmodules uit de computer verwijdert terwijl het geheugen wordt bijgewerkt, houdt u deze apart van eventuele nieuwe modules die u hebt, zelfs als deze bij Dell zijn gekocht. Koppel een oorspronkelijke geheugenmodule indien mogelijk niet aan een nieuwe geheugenmodule, anders start de computer mogelijk niet goed op.
De volgende onderdelen hebben geheugenadresruimte nodig: • Systeem-ROM • APIC('s) • Geïntegreerde PCI-apparaten, zoals networkconnectoren, SAS-controllers en IEEE 1394-controllers • PCI- of PCI Express-apparaten/kaarten Bij het opstarten identificeert de BIOS de onderdelen die adresruimte nodig hebben. De BIOS berekent dynamisch de hoeveelheid vereiste gereserveerde adresruimte en trekt deze gereserveerde adresruimte vervolgens af van 4 GB om de hoeveelheid bruikbare ruimte te bepalen.
4 Pak de geheugenmodule vast en trek deze recht omhoog uit de connector. Als de module moeilijk te verwijderen is, beweegt u deze voorzichtig heen en weer terwijl u deze omhoog trekt. geheugenmodule borgklemmen (2) geheugenmoduleconnector Een geheugenmodule installeren WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de...
Pagina 168
geheugenmoduleconnector borgklemmen (2) (DIMM_1) geheugenmoduleconnector 4 Lijn de inkeping aan de onderkant van de module uit met de horizontale streep in de connector. uitsparingen (2) geheugenmodule inkeping horizontale streep Onderdelen toevoegen en vervangen...
Pagina 169
KENNISGEVING: Druk de geheugenmodule met gelijke druk aan de uiteinden recht naar beneden in de connector om schade aan de module te voorkomen. 5 Druk de module in de connector totdat deze op zijn plaats klikt. Als u de module juist plaatst, klikken de borgklemmen vast in de uitsparingen aan de uiteinden van de module.
Doordat sommige kaarten meer fysieke ruimte in beslag nemen en meer stroom verbruiken (zoals PCI Express-kaarten) kan het gebruik van andere kaarten hierdoor beperkt worden. Deze Dell-computer bevat de volgende sleuven voor PCI- en PCI Express-kaarten: • Drie PCI-kaartsleuven •...
PCI-kaarten Een PCI-kaart verwijderen WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 149. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 151). 3 Druk tegen de ontgrendellipjes op het kaartborgpaneel en draai het paneel open.
Pagina 172
4 Druk tegen de ontgrendellipjes op het kaartborgkapje en draai het kapje open. OPMERKING: Indien gewenst kunt u het kaartborgkapje verwijderen en terzijde leggen. ontgrendellipje kaartborgkapje kaartborgpaneel 5 Koppel indien nodig op de kaart aangesloten kabels los. Pak de kaart vast bij de bovenste hoeken en trek deze voorzichtig uit de connector.
Pagina 173
6 Plaats het kaartborgkapje weer terug als u dit had verwijderd. 7 Sluit het kaartborgkapje door dit op zijn plaats vast te klikken om de kaart(en) vast te zetten. Onderdelen toevoegen en vervangen...
Pagina 174
ontgrendellipje kaartborgkapje kaartborgpaneel 8 Sluit het kaartborgpaneel door dit op zijn plaats vast te klikken om de kaart(en) vast te zetten. Onderdelen toevoegen en vervangen...
Pagina 175
kaartborgpaneel ontgrendellipje 9 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 266). KENNISGEVING: Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst in de netwerkpoort of het netwerkapparaat en daarna in de computer. 10 Steek de stekkers van de computer en de apparaten in het stopcontact en zet ze aan.
Pagina 176
OPMERKING: Dell biedt een Customer Kit voor Audigy II- en IEEE 1394-PCI- kaarten, die een aan de voorkant te monteren IEEE 1394-connector bevat. Zie "I/O- paneel" op pagina 255 voor meer informatie over het aansluiten van de kabel van de kaart op het I/O-paneel.
Pagina 177
4 Druk tegen de ontgrendellipjes op het kaartborgkapje en draai het kapje open. OPMERKING: Indien gewenst kunt u het kaartborgkapje verwijderen en terzijde leggen. ontgrendellipje kaartborgkapje kaartborgpaneel 5 Verwijder indien nodig de vulbeugel om een kaartsleuf te openen. 6 Maak de kaart klaar voor installatie. Raadpleeg de documentatie die bij de kaart werd geleverd voor informatie over de configuratie van de kaart, interne aansluitingen, of andere aanpassingen voor uw computer.
Pagina 178
schroeven (2) beugel secundaire vaste schijf 7 Plaats de kaart in de connector en druk deze stevig aan. Controleer of de kaart volledig in de sleuf zit, of de bovenkant van de kaart zich op één lijn bevindt met het uitlijningsbalkje en of de inkeping boven in de kaart om de uitlijningsgeleider past.
Pagina 179
PCI-kaart uitlijningsbalkje uitlijningsgeleider vulbeugel KENNISGEVING: Geleid geen kabels van kaarten over of achter de kaarten. Kabels die over de kaarten zijn geleid kunnen er voor zorgen dat de computerbehuizing niet goed sluit of dat er schade aan de apparatuur ontstaat. 8 Sluit alle kabels aan die op de kaart moeten worden aangesloten.
Pagina 180
10 Plaats het kaartborgkapje weer terug als u dit had verwijderd. 11 Sluit het kaartborgkapje door dit op zijn plaats vast te klikken om de kaart(en) vast te zetten. ontgrendellipje kaartborgkapje kaartborgpaneel 12 Sluit het kaartborgpaneel door dit op zijn plaats vast te klikken om de kaart(en) vast te zetten.
Pagina 181
kaartborgpaneel ontgrendellipje 13 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 266). KENNISGEVING: Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst in de netwerkpoort of het netwerkapparaat en daarna in de computer. 14 Steek de stekkers van de computer en de apparaten in het stopcontact en zet ze aan.
PCI Express-kaarten Een PCI Express-kaart verwijderen WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 149. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen"...
Pagina 183
ontgrendellipje kaartborgkapje kaartborgpaneel 6 Koppel indien nodig op de kaart aangesloten kabels los. Pak de kaart vast bij de bovenste hoeken en trek deze voorzichtig uit de connector. OPMERKING: Plaats een vulbeugel in de lege kaartsleufopening als u de kaart permanent verwijdert. OPMERKING: Het plaatsen van vulbeugels voor lege kaartsleufopeningen is nodig in verband met het FCC-certificaat van de computer.
Pagina 184
7 Sluit het kaartborgkapje door dit op zijn plaats vast te klikken om de kaart(en) vast te zetten. ontgrendellipje kaartborgkapje kaartborgpaneel Onderdelen toevoegen en vervangen...
Pagina 185
8 Plaats de schroef terug in het uitlijningsbalkje. 9 Sluit het borgpaneel van de kaart. kaartborgpaneel uitlijningsbalkje schroef PCI Express-kaart 10 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 266). KENNISGEVING: Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst in de netwerkpoort of het netwerkapparaat en daarna in de computer.
Pagina 186
13 Wijzig indien nodig System Setup-instellingen. Als u een geluidskaart hebt verwijderd, opent u System Setup (zie "System Setup openen" op pagina 81), selecteert u Integrated Controller (geïntegreerde controller) en wijzigt u de instelling in On (aan). Als u een netwerkadapter hebt verwijderd, opent u System Setup (zie "System Setup openen"...
Pagina 187
ontgrendellipje kaartborgpaneel uitlijningsbalkje uitlijningsgeleider vulbeugel Onderdelen toevoegen en vervangen...
Pagina 188
5 Druk tegen de ontgrendellipjes op het kaartborgkapje en draai het kapje open. OPMERKING: Indien gewenst kunt u het kaartborgkapje verwijderen en terzijde leggen. ontgrendellipje kaartborgkapje kaartborgpaneel 6 Verwijder indien nodig de vulbeugel om een kaartsleuf te openen. 7 Maak de kaart klaar voor installatie. Raadpleeg de documentatie die bij de kaart werd geleverd voor informatie over de configuratie van de kaart, interne aansluitingen, of andere aanpassingen voor uw computer.
Pagina 189
8 Plaats de kaart in de connector en druk deze stevig aan. Controleer of de kaart volledig in de sleuf zit, of de bovenkant van de kaart zich op één lijn bevindt met het uitlijningsbalkje en of de inkeping boven in de kaart om de uitlijningsgeleider past.
Pagina 190
12 Sluit het kaartborgkapje door dit op zijn plaats vast te klikken om de kaart(en) vast te zetten. ontgrendellipje kaartborgkapje ontgrendellipjes (2) 13 Plaats de schroef terug om de PCI Express-kaart vast te zetten. Onderdelen toevoegen en vervangen...
Pagina 191
14 Sluit het kaartborgpaneel door dit op zijn plaats vast te klikken om de kaart(en) vast te zetten. kaartborgpaneel uitlijningsbalkje uitlijningsgeleider PCI Express-kaart 15 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 266). KENNISGEVING: Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst in de netwerkpoort of het netwerkapparaat en daarna in de computer.
17 Wijzig indien nodig System Setup-instellingen. Als u een geluidskaart hebt verwijderd, opent u System Setup (zie "System Setup openen" op pagina 81), selecteert u Integrated Audio (geïntegreerde audio) en wijzigt u de instelling in Off (uit). Als u een netwerkadapter hebt geïnstalleerd, opent u System Setup (zie "System Setup openen"...
Pagina 193
*in computers met configuraties met drie SAS vaste-schijven kan zich hier een extra ventilator bevinden bovenste 5,25-inch onderste 5,25-inch stationscompartiment stationscompartiment (ondersteunt een optisch station) (ondersteunt een optisch station of een extra SATA vaste schijf) extra ventilator (niet afgebeeld) compartiment voor secundaire vaste schijf compartiment voor primaire onderste 3,5-inch...
Stationsconfiguraties desktopcomputer Mogelijke volledig bezette computerconfiguraties: • Twee vaste schijven (twee SAS en één SATA, één SAS en twee SATA of drie SATA-schijven), één optisch station en één diskettestation of één mediakaartlezer • Eén of twee (SAS of SATA) vaste schijven, maximaal twee optische stations, één diskettestation en één mediakaartlezer *in computers met configuraties met drie SAS vaste-schijven kan zich hier een extra ventilator bevinden...
Als er in deze gevallen geen metalen afscherming wordt geïnstalleerd, werkt de computer mogelijk niet goed. Neem contact op met Dell als u een extra afscherming nodig hebt (zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 273).
2 Trek de afschermingen aan het lipje in een rechte beweging naar buiten om te voorkomen dat het lipje van de afscherming afbreekt. E N M E T A L E N A F S C H E R M I N G O P E E N B O V E N S T E S T A T I O N S C O M P A R T I M E N T T E R U G P L A A T S E N Lijn de afscherming uit totdat deze precies in het stationscompartiment past en duw de afscherming voorzichtig naar binnen totdat deze op één lijn ligt...
Pagina 197
SATA-gegevenskabelconnectoren SATA-gegevenskabel SATA-gegevensconnector op de systeemkaart SATA-schijf SAS-gegevenskabelconnectoren voedingskabel SAS-connector SAS-station SAS-gegevenskabel SAS-connector optionele PCI Express SAS-controllerkaart Onderdelen toevoegen en vervangen...
Stationskabelkleuren Apparaat Kleur Vaste schijf blauwe kabel Diskettestation zwart treklipje optisch station oranje kabel Vaste schijf WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de WAARSCHUWING: Voor configuraties met drie SAS vaste schijven moet u een extra ventilator installeren (zie "Een extra ventilator installeren"...
Pagina 199
Koppel de seriële ATA-kabel los van de SATA0- of SATA1-connector op de systeemkaart, afhankelijk van of u de vaste schijf uit het compartiment voor de secundaire of de primaire vaste schijf wilt verwijderen. seriële ATA-kabel SATA0-connector SATA1-connector voedingskabel compartiment voor secundaire vaste schijf in compartiment voor vaste schijf primaire vaste schijf...
Pagina 200
SAS-connector op SAS- SAS-connector op SAS- controllerkaart controllerkaart vaste schijf in compartiment voor vaste schijf in compartiment voor secundaire vaste schijf primaire vaste schijf blauwe lipjes (2 op elke vaste- schijfbeugel) 6 Druk de blauwe lipjes aan beide zijden van de vaste-schijfbeugel naar binnen en schuif de schijf omhoog en uit het compartiment voor de primaire of de secundaire vaste schijf.
blauwe lipjes (2) compartiment voor secundaire vaste schijf vaste schijf in compartiment voor primaire vaste schijf Een vaste schijf installeren Een tweede optionele vaste schijf toevoegen (tower- of desktopcomputer) 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 149. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen"...
Pagina 202
schijf vaste schijfbeugel KENNISGEVING: Als u maar één vaste schijf installeert, moet u deze in het compartiment voor de primaire vaste schijf installeren. Als u een tweede vaste schijf gaat toevoegen, moet u deze in het compartiment voor de secundaire vaste schijf installeren.
Pagina 203
seriële ATA-kabel SATA0-connector SATA1-connector voedingskabel compartiment voor secundaire vaste schijf in compartiment voor vaste schijf primaire vaste schijf Een SAS vaste schijf installeren: Sluit de voedingskabel aan op de SAS-connector. Sluit de SAS-connector aan op de vaste schijf. Sluit het andere uiteinde van de SAS-kabel aan op de SAS- controllerkaart.
Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem werd geleverd voor instructies. 17 Test de vaste schijf door Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 112). 18 Als u zojuist de primaire schijf hebt geïnstalleerd, installeert u het besturingssysteem daarop.
Pagina 205
voedingskabel seriële ATA-kabel SATA-connector optionele derde seriële ATA of SAS vaste schijf 7 Als u een SAS-schijf verwijdert: Koppel de voedingskabel los van de SAS-connector. Koppel de SAS-connector los van de vaste schijf. Koppel de SAS-connector los van de SAS-controllerkaart. 8 Schuif de schuifplaathendel naar rechts om de borstschroef vrij te maken en schuif de schijf uit het onderste 3.5-inch stationscompartiment.
Een optionele derde vaste schijf installeren (towercomputer) KENNISGEVING: Probeer geen SAS vaste schijf in het onderste 3,5-inch stationscompartiment te installeren. Dit stationscompartiment ondersteunt alleen een diskettestation of mediakaartlezer. 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 149. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 151). 3 Als u een nieuwe schijf installeert, moet u deze uitpakken en klaar maken voor installatie.
Pagina 207
voedingskabel seriële ATA-kabel SATA-connector optionele derde seriële ATA of SAS vaste schijf 6 Als u een seriële ATA-schijf installeert: Sluit een voedingskabel aan op de achterkant van de vaste schijf en op de voeding. Sluit de seriële ATA-kabel aan op de achterkant van de vaste schijf en op de SATA-connector op de systeemkaart.
Een optionele vierde SATA vaste schijf verwijderen (towercomputer) OPMERKING: Er wordt een torenconfiguratie afgebeeld. 1 Als u een vaste schijf gaat vervangen met gegevens die u wilt bewaren, moet u een reservekopie van uw bestanden maken voordat u met deze procedure begint.
Een optionele vierde schijf installeren (towercomputer) KENNISGEVING: In een towerconfiguratie met meerdere optionele stations is er ruimte voor slechts één diskettestation of mediakaartlezer, die moet worden geïnstalleerd in het onderste 3,5-inch schijfcompartiment. De derde vaste schijf moet in het bovenste 3,5-inch stationscompartiment zitten. De vierde vaste schijf moet in het onderste 5,25-inch stationscompartiment worden geïnstalleerd.
schuifplaathendel optionele vierde vaste schijf 6 Sluit een voedingskabel aan op vaste schijf en op de voeding. 7 Sluit de seriële ATA-kabel aan op de achterkant van de schijf en op de SATA-connector op de systeemkaart. Een optionele derde vaste schijf verwijderen (desktopcomputer) 1 Als u een vaste schijf gaat vervangen met gegevens die u wilt bewaren, moet u een reservekopie van uw bestanden maken voordat u met deze procedure begint.
Pagina 211
6 Als u een SATA-schijf verwijdert, koppelt u de seriële ATA-kabel los van de achterkant van de schijf en van de SATA-connector op de systeemkaart. voedingskabel voeding seriële ATA-kabel SATA-connector optionele seriële ATA vaste schijf in onderste 5,25-inch stationscompartiment 7 Als u een SAS-schijf verwijdert: Koppel de voedingskabel los van de SAS-connector.
Pagina 212
schuifplaathendel optionele derde vaste schijf in onderste 5,25-inch stationscompartiment 9 Leg de schijf op een veilige plaats terzijde. 10 Als u een vaste schijf met een metalen afscherming verwijdert en geen vervangende schijf in het stationscompartiment installeert, moet u de afscherming in het lege compartiment terugplaatsen (zie "Informatie over metalen afschermingen (aanwezig bij sommige stationsconfiguraties)"...
Een optionele derde vaste schijf installeren (desktopcomputer) WAARSCHUWING: Voor configuraties met drie SAS vaste schijven moet u een extra ventilator installeren (zie "Een extra ventilator installeren" op pagina 217). 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 149. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen"...
Pagina 214
vaste-schijfhouder vaste schijf in vaste-schijfbeugel 7 Schuif de vaste-schijfhouder in het onderste 5,25-inch stationscompartiment totdat deze stevig vastzit. Onderdelen toevoegen en vervangen...
Pagina 215
schuifplaathendel vaste-schijfhouder met vaste schijf De optionele derde vaste schijf bevindt zich bij desktopcomputer in het onderste 5,25-inch schijfcompartiment. 8 Sluit een voedingskabel aan op vaste schijf en op de voeding. 9 Sluit de seriële ATA-kabel aan op de achterkant van de schijf en op de SATA-connector op de systeemkaart.
Pagina 216
voedingskabel voeding seriële ATA-kabel SATA-connector optionele seriële ATA vaste schijf (desktop wordt afgebeeld) De optionele derde vaste schijf bevindt zich bij desktopcomputer in het onderste 5,25-inch schijfcompartiment. Onderdelen toevoegen en vervangen...
Een extra ventilator installeren WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de WAARSCHUWING: U voorkomt elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent. WAARSCHUWING: Voor configuraties met drie SAS vaste schijven moet u een extra ventilator installeren.
Pagina 218
ventilatorsleuven (3) ventilatorontgrendellipje ventilatorkabel ventilatorconnector op systeemkaart voeding De ventilator verwijderen: 1 Koppel de ventilatorkabel los van de ventilator en van de ventilatorconnector op de systeemkaart. 2 Druk het ontgrendellipje van de ventilator in en til de ventilator eruit. Onderdelen toevoegen en vervangen...
ventilatorsleuven (3) ventilatorontgrendellipje ventilatorkabel ventilatorconnector op systeemkaart voeding 3 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 266). Stationspaneel OPMERKING: Bij zowel tower- als desktopcomputers kan het stationspaneel wel of niet een sleuf voor de IEEE 1394-connector hebben. Het stationspaneel verwijderen (towercomputer) WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint,...
3 Verwijder het frontpaneel (zie "Het frontpaneel verwijderen" op pagina 160). 4 Pak het ontgrendelingsschuifje van het station vast en schuif dit naar de onderkant van de computer totdat het stationspaneel openklikt. 5 Draai het stationspaneel naar buiten en til dit eruit. stationsontgrendelingsschuifje stationspaneel Het stationspaneel terugplaatsen (towercomputer)
Pagina 221
OPMERKING: Als u de desktopstand van de computer in de towerstand wilt veranderen, gebruikt u het lipje op de achterkant van het frontpaneel om de Dell-badge naar wens te draaien. 6 Plaats het frontpaneel terug (zie "Het frontpaneel terugplaatsen" op pagina 265).
Het stationspaneel verwijderen (desktopcomputer) WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 149. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 151). 3 Verwijder het frontpaneel (zie "Het frontpaneel verwijderen"...
5 Draai het stationspaneel naar de computer totdat dit op zijn plaats klikt. stationsontgrendelingsschuifje stationspaneel stationspaneellipjes OPMERKING: Als u de towerstand van de computer in de desktopstand wilt veranderen, gebruikt u het lipje op de achterkant van het frontpaneel om de Dell-badge naar wens te draaien. Onderdelen toevoegen en vervangen...
6 Plaats het frontpaneel terug (zie "Het frontpaneel terugplaatsen" op pagina 265). 7 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 266). Een stationspaneelinzetstuk verwijderen KENNISGEVING: Stationspaneelinzetstukken kunnen schroeven aan de binnenkant hebben. U kunt deze schroeven aan nieuwe schijven bevestigen die geen schroeven hebben.
Een stationspaneelinzetstuk installeren 1 Plaats het lipje van het stationspaneelinzetstuk in de sleuf in het stationspaneel. 2 Knijp de ontgrendellipjes van het stationspaneelinzetstuk naar elkaar toe en druk het inzetstuk op zijn plaats. stationspaneel stationspaneelinzetstuk ontgrendellipjes lipje van stationspaneelinzetstuk stationspaneelinzetstuk (2) in lipsleuf 3 Controleer of het stationspaneelinzetstuk goed in het stationspaneel vastzit.
OPMERKING: Als u een diskettestation of mediakaartlezer aan een tower computer gaat toevoegen, raadpleegt u "Een diskettestation of mediakaartlezer installeren (towercomputer)" op pagina 228. OPMERKING: Als u een diskettestation of mediakaartlezer aan een desktop computer gaat toevoegen, raadpleegt u "Een diskettestation of mediakaartlezer installeren (desktopcomputer)"...
Pagina 227
voedingskabel diskettestationkabel diskettestationconnector (FLOPPY) Onderdelen toevoegen en vervangen...
7 Schuif de schuifplaathendel naar rechts om de borstschroef vrij te maken en schuif het station of de mediakaartlezer de schijf uit het 3,5-inch stationscompartiment. Een diskettestation of mediakaartlezer installeren (towercomputer) KENNISGEVING: In een towerconfiguratie met vier vaste schijven is er ruimte voor slechts één diskettestation of mediakaartlezer zijn, die moet worden geïnstalleerd in het onderste 3,5-inch schijfcompartiment.
Pagina 229
4 Als u een nieuw diskettestation of een nieuwe mediakaartlezer installeert, moet u het stationspaneelinzetstuk verwijderen (zie "Een stationspaneelinzetstuk verwijderen" op pagina 224) ende borstschroeven aan de binnenkant van het stationspaneelinzetstuk verwijderen. Bevestig de schroeven aan het nieuwe station. diskettestation schroeven (4) 5 Schuif het station voorzichtig op zijn plaats in het 3,5-inch compartiment totdat u een klik hoort of voelt dat het station stevig vastzit.
Pagina 230
6 Als u een diskettestation installeert: Sluit de voedingskabel aan op de achterkant van het diskettestation. Sluit de gegevenskabel aan op de achterkant van het diskettestation. 7 Als u een mediakaartlezer installeert, moet u de gegevenskabel aansluiten op de achterkant van de mediakaartlezer. 8 Sluit het andere uiteinde van de gegevenskabel aan op de connector genaamd "FLOPPY"...
Pagina 231
stationsverwisselschuifje voedingskabel diskettestationkabel diskettestationconnector (FLOPPY) 9 Controleer alle kabelaansluitingen en leg de kabels uit de weg om ruimte te maken voor een luchtstroom voor de ventilator en de koelventilatieopeningen. 10 Plaats het frontpaneel terug (zie "Het frontpaneel terugplaatsen" op pagina 265). 11 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen"...
14 Controleer of de computer goed werkt door Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 112). Een diskettestation of mediakaartlezer verwijderen (desktopcomputer) 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 149. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 151).
6 Trek het borginzetstuk van het desktopstation aan de handgreep eruit en leg dit op een veilige plaats terzijde. 7 Schuif de schuifplaathendel naar rechts om de borstschroef vrij te maken en schuif het station uit het 3,5-inch stationscompartiment. stationsborginzetstuk schuifplaathendel diskettestation Een diskettestation of mediakaartlezer installeren (desktopcomputer)
Pagina 234
4 Als u een nieuw diskettestation of een nieuwe mediakaartlezer installeert, moet u het stationspaneelinzetstuk verwijderen (zie "Een stationspaneelinzetstuk verwijderen" op pagina 224) ende borstschroeven aan de binnenkant van het stationspaneelinzetstuk verwijderen, en daarna de schroeven aan het nieuwe station bevestigen. schijf schroeven (2) 5 Schuif het station voorzichtig op zijn plaats totdat u een klik hoort of voelt...
Pagina 235
voedingskabel diskettestationkabel diskettestationconnector (FLOPPY) 8 Plaats het borginzetstuk van het desktopstation terug en vouw de handgreep omlaag. 9 Controleer alle kabelaansluitingen en leg de kabels uit de weg om ruimte te maken voor een luchtstroom voor de ventilator en de koelventilatieopeningen. 10 Plaats het frontpaneel terug (zie "Het frontpaneel terugplaatsen"...
13 Open System Setup (zie "System Setup openen" op pagina 81) en selecteer de juiste optie voor Diskette Drive (voor een diskettestation) of USB (voor een mediakaartlezer). 14 Controleer of de computer goed werkt door Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 112). Optisch station...
Pagina 237
cd/dvd-stationkabel voedingskabel SATA-connector 5 Schuif de schuifplaathendel naar rechts om de borstschroef vrij te maken en schuif het station uit het stationscompartiment. Onderdelen toevoegen en vervangen...
schuifplaathendel cd/dvd-station Een optisch station installeren (towercomputer) KENNISGEVING: In een towerconfiguratie met vier vaste schijven is er ruimte voor slechts één optisch station, die moet worden geïnstalleerd in het bovenste 5,25-inch schijfcompartiment. In dit geval zit de derde vaste schijf in het bovenste 3,5-inch schijfcompartiment.
Pagina 239
4 Als u een nieuwe schijf installeert, moet u deze uitpakken en klaar maken voor installatie. Raadpleeg de documentatie die bij het station werd geleverd om te controleren of deze geconfigureerd is voor deze computer. Als u een IDE-station installeert, configureert u dit voor de kabelselectie-instelling. 5 Als u een nieuw station installeert, moet u het stationspaneelinzetstuk verwijderen (zie "Een stationspaneelinzetstuk verwijderen"...
Pagina 240
cd/dvd-stationkabel voedingskabel SATA-connector 8 Controleer alle kabelaansluitingen en leg de kabels uit de weg om ruimte te maken voor een luchtstroom voor de ventilator en de koelventilatieopeningen. 9 Plaats het frontpaneel terug (zie "Het frontpaneel terugplaatsen" op pagina 265). 10 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 266).
12 Open System Setup (zie "System Setup openen" op pagina 81) en schakel het station in. 13 Controleer of de computer goed werkt door Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 112). Een optisch station verwijderen (desktopcomputer) 1 Volg de procedures in "Voordat u begint"...
5 Trek het borginzetstuk van het station aan de handgreep eruit en leg dit op een veilige plaats terzijde. 6 Schuif het station naar buiten en verwijder dit uit het stationscompartiment. stationsborginzetstuk cd/dvd-station Een optisch station installeren (desktopcomputer) KENNISGEVING: In een desktopconfiguratie met drie vaste schijven is er ruimte voor slechts één optisch station, die moet worden geïnstalleerd in het bovenste 5,25-inch schijfcompartiment.
Pagina 243
2 Als u een nieuw station installeert, moet u het stationspaneelinzetstuk verwijderen (zie "Een stationspaneelinzetstuk verwijderen" op pagina 224) en de borstschroeven aan de binnenkant van het stationspaneelinzetstuk verwijderen, en daarna de schroeven aan het nieuwe station bevestigen. 3 Schuif het station voorzichtig op zijn plaats totdat dit goed vastklikt. 4 Sluit de voedingskabel aan op de achterkant van het station en sluit de cd/dvd-stationkabel aan op de achterkant van het station en de systeemkaart.
Pagina 244
voedingskabel cd/dvd-stationkabel SATA-connector 5 Controleer alle kabelaansluitingen en leg de kabels uit de weg om te voorkomen dat ze de ventilator en de koelventilatieopeningen blokkeren. 6 Plaats het frontpaneel terug (zie "Het frontpaneel terugplaatsen" op pagina 265). 7 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 266).
9 Open System Setup (zie "System Setup openen" op pagina 81) en schakel het station in. 10 Controleer of de computer goed werkt door Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek) uit te voeren (zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnostiek)" op pagina 112). De optionele luidspreker installeren...
Pagina 246
luidspreker (optioneel) ontgrendellipje luidsprekersleuven (3) luidsprekerkabel luidsprekerconnector op systeemkaart 3 Als er al een luidspreker is geïnstalleerd, verwijdert u deze en wel als volgt: Koppel de luidsprekerkabel los van de luidsprekerconnector op de systeemkaart. Houd uw wijsvinger tegen de onderkant van de luidspreker en druk het vergrendellipje met uw duim omlaag.
luidspreker (optioneel) ontgrendellipje luidsprekersleuven met lipjes (3) luidsprekerkabel luidsprekerconnector op systeemkaart 5 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 266). Processor WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de WAARSCHUWING: U voorkomt elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent.
4 Draai de koelplaat omhoog en verwijder deze uit de computer. koelplaat kopschroefbehuizing (2) KENNISGEVING: Als u een processorupgradekit van Dell installeert, moet u de oorspronkelijk koelplaat weggooien. Als u geen processorupgradekit van Dell installeert, moet u de oorspronkelijk koelplaat opnieuw gebruiken wanneer u de nieuwe processor installeert.
5 Open het processorkapje door de ontgrendelingshendel van onder de middelste kapvergrendeling op de socket te schuiven. Trek de hendel daarna naar achteren om de processor los te maken. processorkapje processor socket ontgrendelingshendel KENNISGEVING: Raak bij het vervangen van de processor de pinnen in de socket niet aan en voorkom dat er iets op de pinnen in de socket valt.
Pagina 250
3 Pak de nieuwe processor uit en raak daarbij de onderkant van de processor niet aan. KENNISGEVING: U moet de processor goed in de socket plaatsen om te voorkomen dat de processor en de computer blijvende schade oplopen wanneer u de computer aanzet. 4 Als de ontgrendelingshendel op de socket niet volledig omhoog staat, moet u deze in die stand zetten.
Pagina 251
Als u geen processorupgradekit van Dell installeert, moet u de oorspronkelijk koelplaat opnieuw gebruiken wanneer u de processor vervangt. Als u een processorvervangingskit van Dell hebt geïnstalleerd, moet u de oorspronkelijke koelplaat en processor retourneren aan Dell in het pakket waarin u de vervangingskit ontving.
koelplaat koelplaatbeugel kopschroefbehuizing (2) 11 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 266). KENNISGEVING: Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst in de netwerkpoort of het netwerkapparaat en daarna in de computer. 12 Steek de stekkers van de computer en de apparaten in het stopcontact en zet ze aan.
WAARSCHUWING: Als u een nieuwe batterij niet goed plaatst, kan deze exploderen. Vervang de batterij alleen door hetzelfde of een vergelijkbaar type dat door de fabrikant wordt aanbevolen. Gooi gebruikte batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant. KENNISGEVING: U voorkomt schade door statische elektriciteit aan de onderdelen in de computer door uw lichaam van statische elektriciteit te ontdoen voordat u een van de elektronische onderdelen van de computer aanraakt, Dit kunt u doen door een ongeverfd metalen oppervlak op de computer aan te raken.
Dee batterij verwijderen Maak een kopie van de configuratiegegevens in (zie "System Setup" op pagina 81) als u dat nog niet hebt gedaan. 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 149. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 151). 3 Zoek de batterijsocket.
6 Gooi de batterij volgens de voorschriften weg. Raadpleeg de Productinformatiegids voor meer informatie. De batterij vervangen 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 149. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 151). 3 Zoek de batterijsocket. 4 Verwijder de huidige batterij (zie "Dee batterij verwijderen"...
Componenten I/O-paneel USB-poort diagnostische lampjes, lampje van de vaste schijf, en netwerkintegriteitslampje connector koptelefoon microfoonconnector Het I/O-paneel verwijderen 1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 149. 2 Verwijder de computerkap (zie "De computerkap verwijderen" op pagina 151). OPMERKING: Voor het losdraaien van de twee kopschroeven aan beide zijden van de koelplaat hebt u een lange Phillips-schroevendraaier nodig.
Pagina 257
WAARSCHUWING: Hoewel de koelplaat een plastic afscherming heeft, kan deze erg heet worden tijdens normaal gebruik. Laat de koelplaat voldoende lang afkoelen voordat u deze aanraakt. 4 Draai de koelplaat omhoog en verwijder deze uit de computer. koelplaat kopschroefbehuizing (2) 5 Leg de koelplaat op zijn kant op een veilige plaats terzijde.
Pagina 258
ontgrendelingshendel ventilator ventilator 7 Breng de ontgrendelingshendel van de ventilator omhoog en schuif de ventilator naar de achterkant van de computer om deze los te maken van de onderkant en verwijder deze uit de computer. 8 Maak de controlepaneelkabel los van de connector op het I/O-paneel door aan de kabellus te trekken.
I/O-paneel montageschroef Het I/O-paneel terugplaatsen Volg de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde en zorg er daarbij voor dat u de lipjes op het bovenste paneel, het onderste paneel en het frontpaneel goed vastzet. Onderdelen toevoegen en vervangen...
Voeding WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de WAARSCHUWING: U voorkomt elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent. KENNISGEVING: U voorkomt schade door statische elektriciteit aan de onderdelen in de computer door uw lichaam van statische elektriciteit te ontdoen...
1 schroeven van voeding (4) 5 Schuif de voeding ongeveer 2,5 cm naar de voorkant van de computer. 6 Til de voeding uit de computer. De voeding terugplaatsen 1 Schuif de voeding op zijn plaats. 2 Plaats de vier schroeven terug om de voeding aan de achterkant van het computerchassis te bevestigen.
5 Geleid de kabels onder de lipjes door en druk op de lipjes om ze boven de kabels te sluiten. 6 Plaats de computerkap terug (zie "De computerkap terugplaatsen" op pagina 266). KENNISGEVING: Steek voor het aansluiten van een netwerkkabel de kabel eerst in de netwerkpoort of het netwerkapparaat en daarna in de computer.
Pagina 263
systeemkaart schroeven (8) 8 Trek de twee lipjes omhoog en schuif de systeemkaart naar de voorkant van de computer en til de systeemkaart omhoog en van de computer vandaan. 9 Leg de zojuist verwijderde systeemkaart naast de vervangende systeemkaart. Onderdelen toevoegen en vervangen...
systeemkaart achterkant van de computer De systeemkaart vervangen 1 Breng componenten van de oude systeemkaart over naar de vervangende systeemkaart, en wel als volgt: Verwijder de geheugenmodules en installeer ze op de systeemkaart (zie "Geheugen" op pagina 163). WAARSCHUWING: De processor en de koelplaat kunnen heet worden. Laat de processor en de koelplaat lang genoeg afkoelen voordat u ze aanraakt om te voorkomen dat u brandwonden oploopt.
2 Stel de jumpers op de vervangende systeemkaart hetzelfde in als die op de oude systeemkaart (zie "Systeemkaartcomponenten" op pagina 154). OPMERKING: Sommige componenten en connectoren op de systeemkaart kunnen zich op een andere plaats bevinden dan de overeenkomende connectoren op de oude systeemkaart.
De computerkap terugplaatsen WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, Productinformatiegids dient u de veiligheidsinstructies te volgen die u vindt in de WAARSCHUWING: U voorkomt elektrische schokken door altijd de stekker van de computer uit het stopcontact te halen voordat u de kap opent. KENNISGEVING: U voorkomt schade door statische elektriciteit aan de onderdelen in de computer door uw lichaam van statische elektriciteit te ontdoen voordat u een...
Voer de code voor express-service in om het gesprek direct naar de juiste medewerker te leiden als het geautomatiseerde telefoonsysteem van Dell hierom vraagt. Als u geen code voor express-service hebt, opent u de map Dell Accessories, dubbelklikt u op het pictogram van de code voor express-service en volgt u de aanwijzingen.
Onze medewerkers gebruiken diagnostische programma's op de computer om snelle, accurate antwoorden te geven. Zie "Voordat u belt" op pagina 271 om contact op te nemen met Dell's ondersteuningsdienst en bekijk de contactinformatie van uw regio of ga naar support.dell.com.
Gebruik bij het bellen naar AutoTech uw touch-tone telefoon om de onderwerpen te selecteren die aansluiten op uw vragen. Zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 273 voor het telefoonnummer dat u moet bellen in uw regio. Help-informatie...
Als u problemen hebt met de bestelling, zoals ontbrekende of verkeerde onderdelen of een onjuiste factuur, moet u contact opnemen met de klantenservice van Dell. Zorg dat u de factuur of pakbon bij de hand hebt wanneer u belt. Zie "Contact opnemen met Dell" op pagina 273 voor het telefoonnummer dat u moet bellen in uw regio.
Vergeet niet de diagnostische checklist in te vullen (zie "Diagnostische checklist" op pagina 272). Indien mogelijk zet u de computer aan voordat u Dell belt voor hulp en bel terwijl u zich bij de computer bevindt. U wordt mogelijk gevraagd een...
Pagina 272
Telefoonnummer: Servicelabel (streepjescode op de achter- of onderkant van de computer): Code voor express-service: Machtigingsnummer voor het retourneren van materiaal (mits geleverd door een medewerker van de technische ondersteuning van Dell): Besturingssysteem en versie: Apparaten: Uitbreidingskaarten: Bent u aangesloten op een netwerk? Ja Nee...
De beschikbaarheid hiervan verschilt echter per land en product, en sommige zijn mogelijk niet in uw regio beschikbaar. U kunt als volgt contact opnemen met Dell voor problemen met uw aankoop, de technische ondersteuning en klantenondersteuning: 1 Bezoek support.dell.com.
Sluit het netsnoer van het systeem aan op een ander stopcontact, zodat het systeem en de ontvanger niet op dezelfde groep zijn aangesloten. Raadpleeg zo nodig een medewerker van Dell inc. of een ervaren radio- of televisiereparateur voor aanvullend advies.
De volgende informatie wordt geleverd op het apparaat of de apparaten die in dit document worden beschreven in overeenstemming met de FCC-regels: • Productnaam: Dell Precision™ Workstation T3400 • Modelnummer: DCTA • Bedrijfsnaam: Dell Inc. Worldwide Regulatory Compliance & Environmental Affairs...
Termenlijst De termen in deze termenlijst worden alleen ter informatie gegeven en kunnen functies beschrijven die op uw specifieke computer beschikbaar zijn. AC — wisselstroom — De elektriciteitsvorm die de computer voedt wanneer u de netadapterkabel in een stopcontact steekt. achtergrond —...
Pagina 278
ASF — alert standards format (indeling waarschuwingsstandaarden) — Een standaard voor het definiëren van een mechanisme voor het melden van hardware- en softwarewaarschuwingen aan een beheerconsole. ASF is platform- en besturingssysteemonafhankelijk. batterijlevensduur — De hoeveelheid tijd (jaren) die een batterij van een draagbare computer kan worden gebruikt en opnieuw worden opgeladen.
Pagina 279
L1-cache — Primaire cache opgeslagen in de processor. L2-cache — Secundaire cache die zich buiten de processor kan bevinden of zijn ingebouwd in de processorarchitectuur. carnet — Een internationaal grensdocument dat tijdelijke invoer in het buitenland vergemakkelijkt. Dit wordt ook wel een handelspaspoort genoemd. cd-r —...
Pagina 280
DDR SDRAM — double-data-rate SDRAM (SDRAM met dubbele gegevenssnelheid) — Een SDRAM-type dat de gegevensburstcyclus verdubbelt en zo de systeemprestaties verbetert. DDR2 SDRAM — double-data-rate 2 SDRAM (SDRAM met dubbele gegevenssnelheid 2)— Een type DDR SDRAM dat gebruikt maakt van een 4-bits prefetch en andere architecturele wijzigingen om de geheugensnelheid tot meer dan 400 MHz te verhogen.
Pagina 281
Modems en netwerkadapters zijn veelvoorkomende ExpressCards. ExpressCards ondersteunen zowel de PCI Express- als de USB 2.0-standaard. Express-servicecode — Een numerieke code die u vindt op een sticker op uw Dell™- computer. Gebruik deze code wanneer u contact opneemt met Dell voor hulp. De service van de Express-servicecode is in sommige landen niet beschikbaar.
Pagina 282
extended display mode (uitgebreide-weergavemodus) — Een beeldscherminstelling waarmee u een tweede monitor kunt gebruiken als een uitbreiding van het huidige beeldscherm. Deze wordt ook de dubbele-weergavemodus genoemd. Fahrenheit — Een temperatuurseenheid waarbij 32° het vriespunt is en 212° het kookpunt van water. FBD —...
Pagina 283
geheugenadres — Een specifieke locatie waar gegevens tijdelijk in RAM worden opgeslagen. geheugenmodule — Een kleine printplaat waarop zich geheugenchips bevinden en die op de systeemkaart wordt aangesloten. geïntegreerd — Duidt doorgaans op onderdelen die zich fysiek op de systeemkaart van de computer bevinden.
Pagina 284
infraroodsensor — Een poort waarmee u gegevens kunt overbrengen tussen de computer en infrarood-compatibele apparaten zonder een kabelverbinding te gebruiken. installatieprogramma — Een programma dat gebruikt wordt om hardware en software te installeren en te configureren. Het programma setup.exe of install.exe wordt met de meeste Windows-softwarepakketten meegeleverd.
Pagina 285
— Een houder die apparaten ondersteunt, zoals optische stations, een tweede batterij of een Dell TravelLite-module. MHz — megahertz — Een frequentie-eenheid die gelijk is aan 1 miljoen cycli per seconde. De snelheden voor computerprocessors, bussen en interfaces worden vaak in MHz uitgedrukt.
Pagina 286
Mini PCI — Een standaard voor geïntegreerde randapparataten met de nadruk op communicatie zoals modems en NIC's. Een Mini PCI-kaart is een kleine externe kaart dit qua functionaliteit vergelijkbaar is met een standaard PCI-uitbreidingskaart. Minikaart — Een kleine kaart ontworpen voor ingebouwde randapparatuur, zoals communicatie-NIC's.
Pagina 287
parallele connector — Een I/O-poort die vaak wordt gebruikt om een parallelle printer op de computer aan te sluiten. Deze wordt ook wel een LPT-poort genoemd. partitie — Een fysieke opslaglocatie op een vaste schijf die aan een of meer logische opslaglocaties is toegewezen, ook wel logische stations genoemd.
Pagina 288
POST — power-on self-test (serie testen bij inschakelen computer) — Diagnostische programma's die automatisch door de BIOS worden geladen en basistesten uitvoeren op de belangrijkste computeronderdelen, zoals het geheugen, vaste schijven en videospelers. Als er tijdens POST geen problemen worden opgespoord, gaat de computer verder met opstarten.
Pagina 289
Servicelabel — Een barcodelabel op uw computer die de computer identificeert wanneer u Dell Support bezoekt op support.dell.com of wanneer u Dell belt voor klantenservice of technische ondersteuning.
Pagina 290
S/PDIF — Sony/Philips Digital Interface (digitale interface van Sony/Philips) — Een indeling van een audio-overdrachtsbestand voor het overbrengen van audio van het ene naar het andere bestand zonder dit te converteren naar en van een analoge indeling, waardoor de kwaliteit van het bestand kan verslechteren. stand-bymodus —...
Pagina 291
TAPI — telephony application programming interface (programmeerinterface voor telefoontoepassingen) — Hiermee kunnen Windows-programma's met veel verschillende telefoonapparaten werken, zoals voor spraak, gegevens, faxen en video. teksteditor — Een programma dat gebruikt wordt om bestanden te maken en te bewerken die alleen tekst bevatten; Windows Kladblok gebruikt bijvoorbeeld een teksteditor.
Pagina 292
USB — universal serial bus (universele seriële bus) — Een hardware-interface voor een langzaam apparaat, zoals een toetsenbord, muis, joystick, scanner, luidsprekerset, printer, breedbandapparaat (DSL en kabelmodems), imaging- of opslagapparaat dat compatibel is met USB. Apparaten worden direct via een 4-pins contact verbonden met de computer of via een multi-porthub die op de computer wordt aangesloten.
Pagina 293
videoresolutie — Zie resolutie. vingerafdruklezer — Een stripsensor die uw unieke vingerafdruk gebruikt om uw gebruikersidentiteit te verifiëren, met als doel de computer te helpen beveiligen. virus — Een programma dat ontworpen is om u last te bezorgen of om gegevens op uw computer te vernietigen.
Pagina 294
ZIF — zero insertion force — Een type socket of connector waarmee een computerchip kan worden geïnstalleerd of verwijderd zonder dat er druk wordt uitgeoefend op de chip of de socket. Zip — Een populaire indeling voor gegevenscompressie. Bestanden die zijn gecomprimeerd met de Zip-indeling worden Zip-bestanden genoemd en hebben gewoonlijk de bestandsnaamextensie .zip.