Fase 2:
5
Algemene waarschuwings-
lamp wisselt van geel naar
64
rood.
Fase 3:
De wijzers van toerenteller en
snelheidsmeter worden terug-
bewogen. Tegelijkertijd wor-
den na elkaar alle ingeschakel-
z
de waarschuwings- en controle-
lampen in omgekeerde volgorde
uitgeschakeld.
Als een wijzer niet bewoog of
een van de waarschuwings- en
controlelampen niet ging bran-
den:
Indien één van de waar-
schuwingslampen niet kan
worden ingeschakeld, kunnen
mogelijke functiestoringen niet
worden weergegeven.
Opletten of alle waarschuwings-
en controlelampen worden
weergegeven.
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.
ABS-zelfdiagnose
De juiste werking van het BMW
Motorrad ABS wordt door de
zelfdiagnose gecontroleerd. De
zelfdiagnose vindt automatisch
plaats na het inschakelen van het
contact. Voor de controle van de
wielsensoren moet de motorfiets
enkele meters rijden.
Fase 1:
Controle van de systeemcom-
ponenten bij stilstand.
Waarschuwingslamp ABS
knippert.
mogelijke landenvariant
van de waarschuwingslamp
ABS.
Fase 2:
Controle van de wielsensoren
bij het wegrijden.
Waarschuwingslamp ABS
knippert.
SU
mogelijke landenvariant
van de waarschuwingslamp
ABS.
ABS-zelfdiagnose afgesloten.
De waarschuwingslamp ABS
dooft.
Indien na het afsluiten van de
ABS-zelfdiagnose een ABS-sto-
ring wordt weergegeven:
Verder rijden mogelijk. Houd er
rekening mee dat geen ABS-
functie ter beschikking staat.
Storingen zo snel mogelijk door
een specialist laten verhelpen,
bij voorkeur een BMW Motor-
rad dealer.