Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Om de demping de verzwaren,
stelschroef 1 rechtsom draaien.
Om de demping te versoe-
pelen, stelschroef 1 linksom
draaien.
Basisinstelling achterwiel-
demping
Stelschroef tot de aanslag
rechtsom draaien, dan 1 1/
2 omwenteling terug draai-
en. (Volle tank, met berijder
85 kg)

Banden

Bandenspanning
controleren
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Onjuiste bandenspanning
verslechtert de rijeigen-
schappen van de motorfiets en
reduceert de levensduur van de

banden.

Zorg voor een correcte
bandenspanning.
Een ventiel heeft de nei-
ging om bij hoge snelheden
door de centrifugaalkracht vanzelf
open te gaan.
Om een plotseling bandenspan-
ningsverlies te voorkomen, me-
talen ventieldopjes met rubberaf-
dichting gebruiken en deze goed
aandraaien.
De bandenspanning aan de
hand van de volgende gege-
vens controleren.
Bandenspanning voor
2,5 bar (Rijden zonder pas-
sagier, bij koude banden)
2,5 bar (Rijden met duopas-
sagier en/of bagage, bij kou-
de banden)
Bandenspanning achter
2,8 bar (Rijden zonder pas-
sagier, bij koude banden)
2,8 bar (Rijden met duopas-
sagier en/of bagage, bij kou-
de banden)
Als de bandenspanning te laag is:
Bandenspanning corrigeren.
4
55
z

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave