Dimlicht
4
Het dimlicht wordt automatisch
ingeschakeld na het starten van
48
de motor.
U kunt bij een afgezette
motor het licht inschakelen,
door bij ingeschakeld contact het
grootlicht in te schakelen of het
lichtsignaal te bedienen.
Grootlicht
z
Grootlichtschakelaar 1 aan bo-
venzijde bedienen.
Grootlicht ingeschakeld.
Grootlichtschakelaar 1 in de
middelste stand zetten.
Grootlicht uitgeschakeld.
Grootlichtschakelaar 1 aan on-
derzijde bedienen.
Zolang de schakelaar wordt
bediend, is het grootlicht inge-
schakeld (lichtsignaal).
Parkeerlicht inschakelen
Contact uitschakelen.
Direct na het afzetten van het
contact de richtingaanwijzer-
schakelaar links 1 bediend
houden.
Het parkeerlicht wordt inge-
schakeld.
Parkeerlicht uitschakelen
Contact in- en weer uitschake-
len.
Parkeerlicht uitgeschakeld
Richtingaanwijzers
Richtingaanwijzers links
inschakelen
Contact inschakelen.
Na circa 10 seconden
rijden of een afstand
van circa 200 m worden de
richtingaanwijzers automatisch
uitgeschakeld.