8
92
Ketting met behulp van een
schroevendraaier omhoog
drukken en verschil a meten.
z
Kettingspeling
30...40 mm (Motorfiets on-
belast en op de zijstan-
daard.)
Als de gemeten waarde buiten
de toegestane tolerantie ligt:
Kettingspeling afstellen (
Kettingspeling afstellen
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Steekasmoer 1 losdraaien.
Contramoeren 2 links en rechts
losdraaien.
Met stelbouten 3 links en
rechts de kettingspeling
afstellen.
Kettingspeling controleren
92).
(
91).
Erop letten dat links en
rechts dezelfde waarde op de
schaal 4 wordt ingesteld.
Contramoeren 2 links en rechts
met het betreffende aanhaal-
moment vastzetten.
Borgmoer van de ket-
tingspanbout
19 Nm
Steekasmoer 1 met het betref-
fende aantrekkoppel vastzetten.
Steekas achter in achter-
brug
100 Nm
Kettingslijtage
controleren
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
1e versnelling inschakelen.
Achterwiel in rijrichting draaien,
tot de ketting gespannen is.