De beide pennen 2 zo instellen
dat de voorvork er stevig op
rust.
Afstelbouten 1 vastzetten.
De voorwielstandaard gelijkma-
tig naar beneden drukken om
de motorfiets op te tillen.
met middenstandaard
Als de motorfiets aan de
voorzijde te ver wordt op-
getild, komt de middenstandaard
los van de grond en kan de mo-
torfiets opzij vallen.
Erop letten dat de middenstan-
daard bij het optillen op de grond
blijft. Zo nodig de hoogte van de
voorwielstandaard aanpassen.
Ervoor zorgen dat de motor-
fiets veilig staat.
Achterwielstandaard
Achterwielstandaard
monteren
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Basisstandaard met gereed-
schapnummer (0 402 245) met
achterasadapter (0 417 790)
gebruiken.
SU
De gewenste hoogte van de
achterwielstandaard met be-
hulp van de bouten 1 instellen.
8
101
z