Achterwiel op de achterwiel-
naaf aanbrengen.
De bouten 1 kruiselings met
het aantrekkoppel vastzetten.
Achterwiel aan wielflens
60 Nm
De uitlaatdemper in de uit-
gangspositie draaien.
Bout 2 van de uitlaatdemper-
steun aan de voetsteun van de
passagier aanbrengen, maar
nog niet vastzetten.
Bout 1 van de klem met het
juiste aantrekkoppel vastzetten.
Uitlaatdemper aan uit-
laatbocht
35 Nm
Bij te weinig afstand tussen
achterwiel en uitlaatdem-
per kan het achterwiel oververhit
raken.
De afstand tussen achterwiel en
uitlaatdemper moet ten minste
20 mm bedragen.
Bout 2 van de bevestiging van
de uitlaatdemper op de voet-
steun voor de duopassagier
8
99
z