als de rembekrachtiging niet
beschikbaar.
Wacht met het starten
van de motor tot de
ABS-zelfdiagnose is
uitgevoerd.
Noodstopschakelaar 1 in
bedrijfsstand A.
Contact inschakelen.
Pre-Ride-Check wordt uit-
gevoerd. (
73)
ABS-zelfdiagnose wordt uit-
gevoerd. (
74)
Startknop 1 bedienen.
Bij zeer lage buitentem-
peraturen kan het nodig
zijn om de gashendel bij het
starten te bedienen. Bij tem-
peraturen lager dan 0 °C na
het inschakelen van het con-
tact de koppeling bedienen.
Bij onvoldoende accu-
spanning wordt de start-
procedure automatisch afge-
broken. Voor verdere start-
pogingen de accu opladen of
starthulp laten geven.
De motor slaat aan.
Als de motor niet aanslaat,
kan de storingstabel in het
hoofdstuk "Technische ge-
gevens" uitkomst bieden.
(
136)
Pre-Ride-Check
Na het inschakelen van het
contact voert het instrumen-
tenpaneel een test uit van de
algemene waarschuwingslam-
pen. Hierbij branden de waar-
schuwingslampen ter con-
trole eerst geel en aanslui-
tend rood. Deze zogenoem-
de "Pre-Ride-Check" con-
trole wordt met de melding
CHECK!
op het display weer-
gegeven. Met de SU snel-
heidsregeling wordt eveneens
de
SET
-lamp weergegeven.
Als de motor tijdens de con-
trole wordt gestart, wordt de
controle afgebroken.
Fase 1:
Waarschuwingslamp al-
gemeen brandt geel.
CHECK!
Opmerking
weergegeven
Fase 2:
Waarschuwingslamp al-
gemeen brandt rood.
Opmerking
CHECK!
weergegeven
5
73
z
wordt
wordt