Traploos snelheid ver-
4
minderen
48
Toets 3 in de richting RES
z
ingedrukt houden.
De snelheid wordt traploos
verlaagd.
Toets 3 loslaten.
De bereikte snelheid wordt
aangehouden en in het ge-
heugen opgeslagen.
Snelheidsregeling uit-
schakelen
Remmen of koppeling of
gashendel (gas tot voorbij
de ruststand terugnemen)
bedienen.
De snelheidsregeling is uit-
geschakeld.
Controlelamp snelheidsre-
geling dooft.
Controlelamp in de schake-
laar blijft branden.
Eerdere snelheid weer
aannemen
Toets 3 in de richting RES
drukken.
Bij gas geven wordt de
snelheidsregeling niet
uitgeschakeld. Als de gas-
hendel wordt losgelaten loopt
de snelheid slechts terug tot
de opgeslagen waarde, ook
als eigenlijk een verdere ver-
laging van de snelheid de be-
doeling was.
Controlelamp snelheids-
regeling brandt.
De opgeslagen snelheid
wordt weer aangenomen.
Snelheidsregeling uit-
schakelen
Schakelaar 1 op OFF zetten.
Systeem uitgeschakeld.