kabels en de motorfiets kan
kortsluiting ontstaan.
Alleen startkabels met volle-
dig geïsoleerde pooltangen
gebruiken.
Starthulp met een ho-
gere spanning dan 12 V
kan tot schade aan de boord-
elektronica leiden.
De accu van het stroomle-
verende voertuig moet een
spanning van 12 V hebben.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Duo-buddyseat verwijderen
(
57)
Berijders-buddyseat verwij-
deren (
58)
Tijdens de starthulp de accu
niet van het boordnet los-
maken.
Beschermkap van de plus-
pool verwijderen.
De motor van de stroomle-
verende motorfiets tijdens
de starthulp laten draaien.
De rode hulpstartkabel eerst
op de pluspool van de ont-
laden accu en daarna op de
pluspool van de hulpaccu
aansluiten.
De zwarte hulpstartkabel op
de minpool van de hulpac-
cu en daarna op de minpool
van de ontladen accu aan-
sluiten.
De motorfiets met de ontla-
den accu normaal starten.
Bij het mislukken van de
startpoging, ter bescher-
ming van de startmotor en
de hulpaccu, pas na enkele
minuten weer een nieuwe
startpoging ondernemen.
Beide motoren enkele mi-
nuten laten draaien, voordat
de hulpstartkabels worden
losgemaakt.
Hulpstartkabels eerst van
de min- en vervolgens van
de pluspool losmaken.
Geen startspray of der-
gelijke hulpmiddelen
voor het starten van de mo-
tor gebruiken.
Berijders-buddyseat aan-
brengen (
59)
Duo-buddyseat aanbrengen
(
60)
Accu
Onderhoudsaanwijzingen
Vakkundig onderhoud, lading
en opslag verhogen de le-
vensduur van de accu en zijn
een voorwaarde voor eventu-
ele garantieclaims.
Om een lange levensduur van
de accu te bereiken, moeten
de volgende richtlijnen wor-
den aangehouden:
7
125
z