Sportieve demping
4
Wordt de toets 1 lange-
66
re tijd niet meer bediend,
dan wordt de demper zoals
aangegeven ingesteld. Tij-
dens het instellen knippert
de weergave.
De demping kan tijdens
het rijden worden ver-
steld.
z
Veervoorspanning instel-
len
Motor starten
Toets 1 kort bedienen.
Actuele instelling wordt
weergegeven.
Toets 1 ingedrukt houden,
tot de aanduiding verandert.
Uitgaande van de actuele
stand worden achtereenvol-
gens weergegeven:
Solo
Solo met bagage
Met passagier (en baga-
ge)
Wordt de toets 1 langer dan
één seconde niet meer be-
diend, dan wordt de veer-
voorspanning zoals aange-
duid ingesteld. Tijdens het
instellen knippert de weer-
gave.
De veervoorspanning
kan niet tijdens het rijden
worden versteld.
Banden
Bandenspanning contro-
leren
Een verkeerde banden-
spanning verslechtert de
rijeigenschappen en kan tot
ongevallen leiden.
Zorg voor een correcte ban-
denspanning.
Een ventiel heeft de nei-
ging om bij hoge snel-
heden door de centrifugaal-
kracht vanzelf open te gaan.
Om plotseling verlies van de