4.5
Voor het begin van iedere
4.6
4.6.1
T-Modell - 15/16 - Ausgabe 08/15 - 2601464 - BUE-0006-16NL
Ongelijkmatige of eenzijdige belading verandert het rijgedrag.
Op onbekende wegen kunnen moeilijke verhoudingen van de rijbanen
heersen en verrassende verkeerssituaties optreden. Pas daarom voor
uw eigen veiligheid de rijsnelheid telkens aan de verkeerssituatie en de
omgeving aan.
De nationale wettelijke snelheidsbeperkingen aanhouden.
Remmen
Gebreken aan de reminstallatie meteen laten verhelpen door een geau-
toriseerde werkplaats.
Hard remmen vermijden. Bij hard remmen, waarbij de wielen blokkeren,
slijten de banden snelller en onregelmatig. Dit vermindert het rijcomfort. De
banden kunnen zelfs onbruikbaar worden.
Voor iedere rit door test-remmen controleren:
rit
Functioneren de remmen?
Reageren de remmen gelijkmatig?
Blijft het voertuig tijdens het remmen in het spoor?
Veiligheidsgordels
Algemeen
Het voertuig is in de woonruimte bij de zitplaatsen, waar volgens de wet een
veiligheidsgordel is voorgeschreven, met veiligheidsgordels uitgerust. Voor
het dragen van gordels gelden de van toepassing zijn de nationale bepa-
lingen.
Voor de rit de gordels omdoen en tijdens de rit omlaten.
Gordels niet beschadigen of klemmen. Laat beschadigde veiligheidsgor-
dels vervangen door een geautoriseerde werkplaats.
De gordelbevestigingen, het oprolautomatisme en de gordelsloten niet
wijzigen.
Iedere veiligheidsgordel alleen gebruiken voor een volwassen persoon.
Voorwerpen niet samen met een persoon vastbinden.
Veiligheidsgordels zijn niet toereikend voor personen met een lichaam-
slengte van minder dan 150 cm. In dat geval extra voorzieningen
gebruiken. Letten op keuringscertificaat.
Kinderzitjes uitsluitend op de daarvoor bestemde zitplaatsen beves-
tigen.
Gebruikte veiligheidsgordels na een ongeluk (laten) vervangen.
Tijdens de rit de rugleuning van de stoel niet al te ver naar achter leunen.
De werking van de veiligheidsgordel is anders niet meer gegarandeerd.
4
Tijdens de rit
43