13
Wielen en banden
13.5
13.5.1
13.5.2
224
Wiel vervangen
Algemene instructies
Het voertuig moet op een effen, vaste en glijvaste ondergrond staan.
In de eerste versnelling schakelen. Bij een automatische versnel-
lingsbak in de stand "P" schakelen.
Alvorens het voertuig op te tillen, de handrem vast aantrekken.
Het voertuig met wielkeggen aan de tegenover gelegen kant beveiligen
tegen wegrollen.
Het voertuig in geen geval optillen met de aangebouwde steunen.
Als er een aanhanger is aangekoppeld: De aanhanger afkoppelen
voordat het voertuig wordt opgetild.
De wagenkrik nooit onder de opbouw, maar onder de as zetten.
De wagenkrik nooit overbelasten. De maximaal toegelaten belasting is
op het typeplaatje op de wagenkrik aangegeven.
De wagenkrik alleen voor het kortstondig optillen van het voertuig tijdens
het verwisselen van de band inzetten.
Terwijl het voertuig is opgetild, mogen zich geen personen in het voer-
tuig bevinden.
De motor niet starten, terwijl het voertuig is opgetild.
Er mogen geen personen onder het opgetilde voertuig gaan liggen.
Bij een wielwisseling de schroefdraad van de schroefdraadbout of van de
wielschroef niet beschadigen.
Wielmoeren of wielschroeven kruisgewijs aandraaien (Afb. 242).
Bij overschakelen op andere velgen (bijv. lichtmetalen velgen of wielen met
winterprofiel) moeten de bijbehorende wielschroeven met de juiste lengte
en kraagvorm worden gebruikt. De veilige bevestiging van de wielen en de
werking van de reminstallatie zijn daarvan afhankelijk.
Velgen en banden die niet voor het voertuig zijn toegestaan kunnen de ver-
keersveiligheid beperken en moeten apart door een bevoegd keuringsbu-
reau worden getest en goedgekeurd.
Wielen niet kruisgewijs vervangen.
Het voertuig conform de nationale voorschriften, bijv. met gevarendrie-
hoek, beschermen.
Voor de vervanging van de banden de velgen- en bandenmaat, de draag-
kracht van de banden en de snelheidsindex op de banden controleren.
Alleen de in de voertuigpapieren opgegeven velgen- en bandenmaten
gebruiken.
Verdere informatie ontlenen aan de gebruiksaanwijzing van het basisvoer-
tuig.
Aandraaimoment
Afhankelijk van het velgtype en de velgenfabrikant moeten de wielen met ver-
schillende aandraaimomenten worden vastgedraaid.
T-Modell - 15/16 - Ausgabe 08/15 - 2601464 - BUE-0006-16NL