10
Sanitaire inrichting
Inbouwplaats van de
aftapkranen en het
veiligheids-/aftapventiel
10.2.4
10.2.5
Sluiten:
Openen:
188
Waterkranen zolang geopend laten tot het water zonder luchtbellen uit de
waterkranen stroomt. Alleen zo is gegarandeerd dat de boiler met water is
gevuld.
Alle waterkranen op "Koud" zetten en geopend laten. De koudwaterlei-
dingen worden gevuld met water.
Waterkranen zolang geopend laten tot het water zonder luchtbellen uit de
waterkranen stroomt.
Alle waterkranen sluiten.
Drinkwatervulopening sluiten.
Controleren of de afsluitdeksel van de watertank dicht is.
Zie hoofdstuk 16.
Water bijvullen
Bij het vullen van de watertank de technisch toegelaten totale massa van
het voertuig in acht nemen. Als de watertank vol is, moet de bagage
overeenkomstig worden gereduceerd.
Drinkwatervulopening openen.
Watertank met drinkwater vullen. Voor het vullen een waterslang, waterjer-
rycan met trechter o.d. gebruiken.
Drinkwatervulopening sluiten.
Overloop sluiten/openen
Bij het vullen van de watertank de technisch toegelaten totale massa van
het voertuig in acht nemen. Als de watertank vol is, moet de bagage
overeenkomstig worden gereduceerd.
Afb. 209 Watertank (centrale voeding-
seenheid)
Op de watertank de draaigreep (Afb. 209,1) met de klok mee tot de aan-
slag draaien.
Watertank met drinkwater vullen.
Op de watertank de draaigreep (Afb. 209,1) tegen de klok in tot de weer-
stand draaien. Het water loopt weg tot er nog 20 liter over is.
T-Modell - 15/16 - Ausgabe 08/15 - 2601464 - BUE-0006-16NL