8
Elektrische installatie
Taken
Inbouwplaats
124
Afb. 139 Elektroblok (EBL 99)
1
Netaansluitdoos 230 V~
2
Blok 1: Uitgang koelkast (D+, verwarmingspatroon)
3
Blok 2: Ingang koelkast uit startaccu, dynamo D+
4
Blok 4: Uitgang verwarming, basisverlichting (verlichting in het ingangsbereik),
opstap
5
Blok 3: Uitgang paneel
6
Blok 5: Uitgang reserve 2, reserve 3, reserve 4, verbruikers met continu plus (bijv.
satellietinstallatie, ijs-ex)
7
Blok 6: Ingang zonneregelaar (voor zover aanwezig)
8
Blok 7: Ingang extra laadapparaat, brandstofcel
9
Blok 8: Uitgang verbruikerscircuit 1, verbruikerscircuit 2, TV, waterpomp,
reserve 1, reserve 5, reserve 6
10 Schakelaar accukeuze ("Blei-Säure/Blei-Gel" (lood-zuur/lood-gel))
11 Zekeringen
12 Accu-scheidingsschakelaar ("Batterie Ein/Aus" (accu Aan/Uit))
Het elektroblok heeft de volgende taken:
Het elektroblok laadt de woonruimteaccu. De startaccu krijgt via het elek-
troblok alleen een druppellading.
Het elektroblok bewaakt de spanning van de woonruimteaccu.
Het elektroblok verdeelt de stroom naar de 12-V-stroomcircuits en beveiligt
deze. Aan de contactdozen kunnen apparaten met maximaal 10 A worden
aangesloten.
Het elektroblok biedt aansluitingen voor een zonneregelaar, een extra
laadapparaat evenals verdere besturings- en bewakingsfuncties.
Het elektroblok scheidt de startaccu elektrisch van de woonruimteaccu als
de voertuigmotor is uitgeschakeld. Zo kunnen de 12-V-verbruikers van de
woonruimte de startaccu niet ontladen.
De accu-scheidingsschakelaar in het elektroblok scheidt alle verbruikers
van de woonruimteaccu.
Het elektroblok functioneert alleen in combinatie met een paneel.
De stroom, die op het elektroblok beschikbaar is (> 18 A), is verdeeld in laad-
stroom en verbruikersstroom. De laadstroom is daarbij altijd slechts het aan-
deel, dat de verbruikers op dat moment niet nodig hebben. Wanneer de
verbruikersstroom hoger is dan de beschikbare stroom, wordt de woonruim-
teaccu ontladen.
Zie hoofdstuk 16.
T-Modell - 15/16 - Ausgabe 08/15 - 2601464 - BUE-0006-16NL