Inhoudsopgave
Advertenties
Motoren – Bedrijfs- en montagehandleiding
Pos : 163 /Anleitungen/Motor en/B1091 Dr ehs tromm otoren/3. ATEX/M otorlage – Bes onderheiten [EXE, EXN, Zone21+22, Clas s I Div.2] @ 78\mod_1629902592793_2130.docx @ 2817528 @ 3 @ 1
3.7.4 Motorpositie – Bijzonderheden IM V3, IM V6
Met het aseinde naar boven, bijv. constructietypes IM V3, IM V6, moet de exploitant / installateur deze
motoren voorzien van een afdekking om te voorkomen dat vreemde voorwerpen in de
motorventilatorkap vallen (zie EN IEC 60079-0: 2018) . De afdekking mag de koeling van de motor
door de ventilator niet belemmeren. Met het aseinde onder (AS, neighoek 20° tot 90°), bijv.
bouwvormen IM V1, IM V5, moeten de motoren over het algemeen worden ontworpen met een
beschermend dak op de ventilatorkap. Indien de neighoek kleiner is dan 20°, dient de
exploitant/installateur te zorgen voor een veiligheidsinrichting die aan bovenstaande voorwaarden
voldoet.
Het is niet toegestaan een handwiel op het tweede aseinde aan te brengen.
Pos : 164 /Anleitungen/Motor en/B1091 Dr ehs tromm otoren/3. ATEX/W eitere Betriebs beding unge [Cl ass I, Div . 2] @ 73\m od_1620053458572_2130.docx @ 2774212 @ 3 @ 1
3.7.5 Verdere bedrijfsvoorwaarden
De motoren zijn ontworpen voor continubedrijf en normale, eenmalige startfasen waarbij geen hoge
opstartwarmte ontstaat.
Afwijkingen in de spanningsvoorziening zijn slechts beperkt toegestaan: Spanning ± 5%, frequentie
± 2%. De netsymmetrie moet worden aangehouden zodat de warmteontwikkeling binnen de
toelaatbare grenzen blijft. Aanzienlijke afwijkingen van de nominale waarden kunnen tot een
ontoelaatbare toename van de warmteontwikkeling in de motor leiden.
Elke machine moet worden beschermd tegen ontoelaatbare warmteontwikkeling door een
stroomafhankelijke vertraagde veiligheidsschakelaar die is getest op werking door een erkende
instelling. Als een dergelijke configuratie niet mogelijk is, zijn aanvullende voorzorgsmaatregelen
noodzakelijk (bijv. thermische machinebeveiliging).
Reparatiewerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door NORD of door een officieel erkende
specialist. De werkzaamheden moeten worden vastgelegd op een extra reparatieplaat. Er mogen
alleen originele reserveonderdelen (zie onderdelenlijst) worden gebruikt, met uitzondering van
genormeerde, in de handel verkrijgbare en gelijkwaardige onderdelen. Dit geldt vooral ook voor
afdichtingen en aansluitingsonderdelen.
58
B 1091 nl-2722
Advertenties
Inhoudsopgave
