Inhoudsopgave
Advertenties
Pos : 43 /Anl eitungen/M otoren/B1091 Drehstromm otoren/1. Allgem eines/Ü berprüfung des Is olationswiderstandes @ 7\m od_1431353806825_2130.docx @ 217725 @ 3555 @ 1
1.3.9 Isolatieweerstand controleren
De isolatieweerstand van de wikkeling moet worden bepaald voordat de motor voor het eerst in bedrijf
wordt gesteld na een lange opslag- of stilstandperiode (ca. 6 maanden). Tijdens en direct na de
meting staan er op de klemmen voor een deel gevaarlijke spanningen en mogen ze niet worden
aangeraakt.
Isolatieweerstand
De isolatieweerstand van nieuwe, gereinigde, gerepareerde wikkelingen ten opzichte van het huis en
onderling bedraagt >200 MΩ.
Meting
De isolatieweerstand ten opzichte van het huis moet bij wikkelingen tot 400 V bedrijfsspanning worden
gemeten met 500 V gelijkspanning. Bij een bedrijfsspanning tot 725 V moet worden gemeten met
1000 V gelijkspanning. De temperatuur van de wikkelingen dient hierbij 25°C ±15°C te bedragen.
Test
Wanneer bij een nieuwe, gereinigde wikkeling of een gerepareerde motor die lange tijd was
opgeslagen of stilstond, de isolatieweerstand van de wikkeling ten opzichte van het huis lager is dan
50 MΩ, kan dit komen door vocht. De wikkelingen laten drogen.
Na een lang bedrijf kan de isolatieweerstand dalen. Zolang de gemeten waarde niet daalt tot onder de
kritieke isolatieweerstand van < 50 MΩ, mag de motor in gebruik blijven. Wanneer deze waarde lager
is dan 50 MΩ, moet de oorzaak hiervoor worden opgespoord. Indien nodig de wikkelingen of
wikkelingsonderdelen repareren, reinigen of laten drogen.
Pos : 44 /Anl eitungen/M otoren/B1091 Drehstromm otoren/1. Allgem eines/Inbetriebnahme @ 7\m od_1431354073795_2130.docx @ 217756 @ 3 @ 1
1.3.10 Inbedrijfstelling
Informatie
NORD motoren voldoen aan de EU-richtlijn 2014/30/EU. Inbouw- en installatiewerkzaamheden mogen niet tot
ontoelaatbare storende straling leiden. De storingsbestendigheid moet verder in stand blijven.
Storende stralingen: Bij zeer ongelijke draaimomenten (bijv. aandrijving van een zuigercompressor)
wordt een niet-sinusvormige motorstroom geforceerd met hogere harmonischen die een ontoelaatbare
invloed op het net kunnen hebben en dus ontoelaatbare storende stralingen kunnen veroorzaken.
Bij voeding door een omvormer treden afhankelijk van de uitvoering van de omvormer (type,
ontstoringsmaatregelen, fabrikant) storende stralingen in verschillende sterkte op. De EMC-
aanwijzingen van de fabrikant van de omvormer dienen absoluut in acht te worden genomen. Indien
deze een geïsoleerde motortoevoerleiding adviseert, werkt de afscherming het beste, wanneer het op
een groot gedeelte van de metalen klemmenkast van de motor (met EMC-kabelschroefverbinding van
metaal) elektrisch verbonden wordt. Bij motoren met ingebouwde sensoren (bijv. PTC-weerstanden)
kunnen op de sensorkabel storende spanningen optreden, afhankelijk van de omvormer.
B 1091 nl-2722
Elektromagnetische compatibiliteit
1 Algemeen
21
Advertenties
Inhoudsopgave
