Inhoudsopgave
Advertenties
Pos : 115 /Anleitungen/Motor en/B1091 Dr ehs tromm otoren/3. ATEX/Z ul ässiger Umgebungstem per aturbereic h [Z one21+22] @ 67\mod_1613486622150_2130.docx @ 2738903 @ 3 @ 1
3.3.5 Toegelaten omgevingstemperatuurbereik
Voor alle motoren bedraagt het toegelaten bereik van de omgevingstemperatuur -20°C...+40°C. Bij
IE1-/IE2-motoren voor gebruik in de zones 21 en 22 is een uitgebreid omgevingstemperatuurbereik
van -20°C...+60°C toegelaten. Daarbij dient het ontwerpvermogen tot 72% van de cataloguswaarde te
worden gereduceerd.
Ligt de maximale waarde van de omgevingstemperatuur tussen +40°C en +60°C, dan mag de waarde
van de vermogensopname omgekeerd lineair tussen 100% en 72% worden geïnterpoleerd. Dwingend
voorgeschreven is hierbij de thermische motorbeveiliging met een temperatuursonde op basis van een
PTC-weerstand. De motoraansluitleidingen en de kabeldoorvoeren moeten geschikt zijn voor
temperaturen van minimaal 80℃.
Het uitgebreide omgevingstemperatuurbereik geldt niet voor optionele aanbouwelementen, zoals bijv.
een rem, een encoder en/of een externe ventilator. In geval van twijfel moet bij de fabrikant navraag
worden gedaan of dit toelaatbaar is!
Pos : 116 /Anleitungen/Motor en/B1091 Dr ehs tromm otoren/3. ATEX/Lackier ung [EXE, EXN, Z one21+ 22] @ 67\m od_1613486826666_2130.docx @ 2738941 @ 3 @ 1
3.3.6 Lakken
De motoren worden af fabriek van een geschikte, elektrostatisch geteste laklaag voorzien. De motor
mag achteraf alleen opnieuw worden gelakt in overleg met Getriebebau NORD of met een voor de
reparatie van explosieveilige elektromotoren toegelaten reparatiewerkplaats. Daarbij dient men
absoluut de toepasselijke normen en voorschriften in acht te nemen.
Pos : 117 /Anleitungen/Motor en/B1091 Dr ehs tromm otoren/3. ATEX/IEC- B14-Motor en [Z one21+ 22, Clas s II Div.2] @ 7\m od_1431436005842_2130.docx @ 219220 @ 3 @ 1
3.3.7 IEC-B14-motoren
Volg de aanwijzingen in hoofdstuk 1.3.2 op. Anders is de explosieveiligheid niet gegarandeerd.
Pos : 118 /Anleitungen/Motor en/B1091 Dr ehs tromm otoren/3. ATEX/M otorlage – Bes onderheiten [EXE, EXN, Zone21+22, Clas s I Div.2] @ 78\mod_1629902592793_2130.docx @ 2817528 @ 3 @ 1
3.3.8 Motorpositie – Bijzonderheden IM V3, IM V6
Met het aseinde naar boven, bijv. constructietypes IM V3, IM V6, moet de exploitant / installateur deze
motoren voorzien van een afdekking om te voorkomen dat vreemde voorwerpen in de
motorventilatorkap vallen (zie EN IEC 60079-0: 2018) . De afdekking mag de koeling van de motor
door de ventilator niet belemmeren. Met het aseinde onder (AS, neighoek 20° tot 90°), bijv.
bouwvormen IM V1, IM V5, moeten de motoren over het algemeen worden ontworpen met een
beschermend dak op de ventilatorkap. Indien de neighoek kleiner is dan 20°, dient de
exploitant/installateur te zorgen voor een veiligheidsinrichting die aan bovenstaande voorwaarden
voldoet.
Het is niet toegestaan een handwiel op het tweede aseinde aan te brengen.
B 1091 nl-2722
3 ATEX - Explosiegevaarlijke omgeving
43
Advertenties
Inhoudsopgave
