Motoren – Bedrijfs- en montagehandleiding
Pos : 2 /Anl eitung en/Motor en/B1091 Drehstr ommotor en/1. Allgemei nes /0. Pr olog/Sic her heits- und Anw endungs hinw eise für El ektr omotor en @ 66\m od_1613048090652_2130.docx @ 2735086 @ @ 1
1. Algemeen
Tijdens het bedrijf kunnen de apparaten afhankelijk van hun
beschermingsklasse
spanning
bewegende of roterende delen en hete oppervlakken bezitten.
Bij niet toegestane verwijdering van de vereiste afdekking, bij
onvakkundig gebruik, bij verkeerde installatie of bediening bestaat er
een risico op zwaar persoonlijk letsel of materiële schade.
Verdere informatie vindt u in de documentatie.
Alle werkzaamheden voor transport, installatie, inbedrijfstelling en
onderhoud dienen door gekwalificeerd vakpersoneel te worden verricht
(IEC364 of CENELEC HD 384 of DIN VDE 0100 en IEC 664 of DIN VDE
0110 en de nationale voorschriften voor de ongevallenpreventie in acht
nemen).
Als gekwalificeerd vakpersoneel in de zin van deze principiële
veiligheidsaanwijzingen zijn personen die vertrouwd zijn met opstelling,
montage, inbedrijfstelling en gebruik van het product en die over de
juiste opleiding en ervaring voor hun werkzaamheden beschikken.
2. Toegelaten gebruik in Europa
De apparaten zijn componenten die bestemd zijn voor inbouw in
elektrische installaties of machines.
Bij
de
inbouw
in
machines
frequentieomvormer (d.w.z. het begin van het gebruik voor het beoogde
gebruiksdoel) zolang verboden, tot er vastgesteld is of de machine
voldoet
aan
de
bepalingen
(Machinerichtlijn); neem EN 60204 in acht.
De inbedrijfstelling (d.w.z. het begin van het gebruik voor het
reglementaire bedrijf) is alleen toegestaan, wanneer er wordt voldaan
aan de EMC-richtlijn (2014/30/EU).
CE-gemarkeerde
apparaten
laagspanningsrichtlijn (2014/35/EU). De in de conformiteitsverklaring
genoemde geharmoniseerde normen worden toegepast voor deze
apparaten.
De technische gegevens en de informatie over de aansluitvoorwaarden
zijn te vinden op de typeplaat en in de documentatie.
De apparaten mogen alleen veiligheidsfuncties overnemen die
beschreven en uitdrukkelijk toegelaten zijn.
3. Transport, opslag
De aanwijzingen voor transport, opslag en deugdelijke omgang dienen
te worden opgevolgd.
4. Plaatsing
Bij de opstelling en koeling van de apparaten dient men de voorschriften
in de bijbehorende documentatie op te volgen.
2
Veiligheids- en gebruiksaanwijzingen voor elektromotoren
(volgens: Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU)
voerende,
blanke,
eventueel
is
de
inbedrijfstelling
van
de
EU-richtlijn
voldoen
aan
de
eisen
De veiligheidsaanwijzingen moeten worden bewaard!
De apparaten moeten tegen ontoelaatbare belastingen worden
beschermd. Met name mogen bij transport en verplaatsing geen
componenten worden verbogen en/of isolatieafstanden worden
ook
gewijzigd.
Elektrische componenten mogen niet mechanisch beschadigd
of kapotgemaakt worden (onder bepaalde omstandigheden
schadelijk voor de gezondheid!).
5. Elektrische aansluiting
Bij werkzaamheden aan onder spanning staande apparaten
dienen de toepasselijke nationale voorschriften voor de
ongevallenpreventie te worden opgevolgd.
De elektrische installatie dient volgens de toepasselijke
voorschriften te gebeuren (bijv. kabeldiameters, zekeringen,
aardleidingen). Eventuele additionele aanwijzingen vindt u in de
documentatie.
Aanwijzingen voor een op EMC-comforme installatie – zoals
afscherming, aarding, plaatsing van filters en kabels – vindt u in
de documentatie van de apparaten. Deze aanwijzingen dienen
ook bij apparaten met CE-keurmerk in acht te worden genomen.
Het aanhouden van de in de EMC-wetgeving gestelde limieten
is de verantwoordelijkheid van de producent van de installatie of
van
de
machine.
6. Gebruik
Installaties waarin de apparaten ingebouwd zijn, moeten zo
2006/42/EG
nodig
worden
beveiligingsvoorzieningen
veiligheidvoorschriften (zoals bijv. de wet op de technische
arbeidsmiddelen, de voorschriften voor de ongevallenpreventie
etc.).
van
de
De configuratie van de apparaten dient dusdanig gekozen te
worden dat er geen gevaarlijke situaties ontstaan.
Tijdens het gebruik dienen alle deksels en afdichtingen gesloten
te zijn.
7. Onderhoud en service
Vooral voor het bedrijf met frequentieomvormers geldt:
Nadat het apparaat van de voedingsspanning losgekoppeld is,
mogen
spanning
vermogensaansluitingen
vanwege mogelijk opgeladen condensatoren. Daartoe moeten
de betreffende instructieborden op de frequentieomvormer in
acht worden genomen.
Verdere informatie vindt u in de documentatie.
voorzien
van
extra
bewakings-
volgens
de
voerende
componenten
niet
meteen
worden
B 1091 nl-2722
en
actuele
en
aangeraakt