Inhoudsopgave
Advertenties
Motoren – Bedrijfs- en montagehandleiding
Pos : 21 /Anl eitungen/M otoren/B1091 Drehstromm otoren/Sic her heitshi nweis e/Vorsic ht - Verbr ennungsgefahr @ 11\m od_1460532707435_2130.doc x @ 317909 @ @ 1
VOORZICHTIG
Het oppervlak van de motor kan temperaturen van meer dan 70°C bereiken.
Een aanraking van de motor kan een lokale brandwond aan de betroffen lichaamsdelen (handen, vingers enz.)
tot gevolg hebben.
Om dergelijke letsels te vermijden, dient men voor aanvang van de werkzaamheden een adequate afkoelperiode
in acht te nemen - de oppervlaktetemperatuur moet met geschikte meetmiddelen worden gecontroleerd.
Bovendien moet bij een montage een adequate afstand tot naastgelegen onderdelen aangehouden worden of in
een afscherming worden voorzien.
Pos : 22 /Anl eitungen/M otoren/B1091 Drehstromm otoren/1. Allgem eines/Anwendungsbereic h @ 7\mod_1431330765571_2130.docx @ 217344 @ 2 @ 1
1.2 Toepassingsgebied
Gebruik van de motoren
De motoren mogen alleen worden gebruikt voor het beoogde gebruiksdoel (aandrijving van
machines).
De motoren zijn minstens uitgevoerd in beschermingsgraad IP 55 (beschermingsgraad zie typeplaat).
Ze kunnen worden opgesteld in een stoffige en vochtige ruimte.
De vereiste beschermingsgraad en eventuele aanvullende maatregelen zijn afhankelijk van
toepassing en omgeving. Voor opstelling buiten en verticale bouwvormen, bijv. V1 of V5 met as naar
beneden, adviseert NORD het gebruik van de optie dubbele ventilatorkap.
De motoren moeten worden beschermd tegen direct zonlicht, bijv. door middel van een overkapping.
De isolatie is tropenbestendig.
Opstellingshoogte:
Omgevingstemperatuur
Bij standaardmotoren is een uitgebreid omgevingstemperatuurbereik van -20°C...++60°C toegelaten.
Daarbij dient het ontwerpvermogen tot 82% van de cataloguswaarde te worden gereduceerd. Ligt de
maximale waarde van de omgevingstemperatuur tussen +40°C en +60°C, dan mag de waarde van de
vermogensopname omgekeerd lineair tussen 100% en 82% geïnterpoleerd worden.
De motoraansluitkabels en de kabeldoorvoeren moeten geschikt zijn voor temperaturen van ≥ 90°C.
12
Risico op brandwonden
≤ 1000 m
-20°C...+40°C
B 1091 nl-2722
Advertenties
Inhoudsopgave
