Inhoudsopgave
Advertenties
Pos : 127 /Anleitungen/Motor en/B1091 Dr ehs tromm otoren/3. ATEX/Fr emdl üfter [Zone22] @ 67\mod_1613487555362_2130.docx @ 2739131 @ 3 @ 1
3.4.2 Ventilator
Motoren die zijn voorzien van de additionele markering F (bijv. 80LP/4 3D TF F), worden voorzien van
een externe ventilator en moeten via de ingebouwde temperatuursonde worden bewaakt.
WAARSCHUWING
De motor mag alleen in combinatie met de externe ventilator in gebruik worden genomen! Het
uitvallen van de externe ventilator kan oververhitting van de motor, materiële schade en/of
persoonlijk letsel en een eventuele ontsteking van een explosieve atmosfeer tot gevolg
hebben.
Neem de gebruiksaanwijzing van de externe ventilator in acht!
De voeding van de externe ventilator verloopt apart via de aansluitdoos van de externe ventilator. De
netvoeding voor de externe ventilator dient overeen te stemmen met de spanningsinformatie op de
typeplaat. De externe ventilatoren moeten met geschikte bewakingsapparatuur tegen oververhitting
worden beschermd! De IP-beschermingsklasse van de externe ventilator en de motor kan verschillend
zijn. Voor de aandrijfeenheid geldt de lagere IP-beschermingsklasse. De wartelingangen moeten
minimaal aan de beschermingsklasse voldoen die op de typeplaat aangegeven is. Niet gebruikte
openingen moeten afgesloten worden met blindpluggen die
beschermingsklasse van de motor.
Externe ventilatoren en motoren voor gebruik in explosiegevaarlijke omgevingen hebben een Ex-
markering volgens RL 2014/34 EU. Deze markering moet aanwezig zijn op de externe ventilator en de
motor. Mochten de markeringen voor de externe ventilator en de motor verschillend zijn, dan geldt de
geringste explosieveiligheidsklasse voor de gehele aandrijving. Wordt de oppervlaktetemperatuur
aangegeven, dan geldt voor de gehele aandrijfeenheid de max. aangegeven temperatuur van de
individuele component. In deze context dient men tevens rekening te houden met een eventueel
aanwezige reductor. In geval van twijfel dient men Getriebebau NORD te raadplegen. Mocht een van
de componenten van de gehele aandrijving niet over een Ex-markering beschikken, dan mag de
volledige aandrijving niet in gebruik worden genomen binnen een Ex-omgeving.
Pos : 128 /Allgem ein/Allgem eingültig e Module/---------- Seitenumbr uc h ---------- @ 1\mod_1329145698658_0.docx @ 15900 @ @ 1
Pos : 129 /Anleitungen/Motor en/B1091 Dr ehs tromm otoren/3. ATEX/Zw eiter T emperaturfühler @ 10\mod_1455525855678_2130.docx @ 299657 @ 3 @ 1
3.4.3 Tweede temperatuursensor 2 TF
Motoren van de categorie 3D (zone 22, niet geleidend stof) kunnen worden geleverd met een tweede
temperatuursensor (2TF). Deze optie kan worden gebruikt om een waarschuwingssignaal (thermische
oververhitting in de wikkeling) te realiseren. Men dient erop te letten dat de temperatuursensor met de
lagere reactietemperatuur (NAT) voor de waarschuwing gebruikt kan worden en dat de
temperatuursensor met de hogere reactietemperatuur voor de analyse voor het uitschakelsignaal
gebruikt wordt.
B 1091 nl-2722
3 ATEX - Explosiegevaarlijke omgeving
Explosiegevaar
minimaal voldoen aan de
47
Advertenties
Inhoudsopgave
